Tekst.
Bybelsche history-liedekens, Dordrecht 1704, bl. 143, ‘Klaegh-liedt van Dina, dochter van den eerts-vader Jacob. Stemme: C'est un amant, ouvre la porte’, hierboven weergegeven; - 't Groot Hoorns lb. (vervolg), Amst. z.j., eerste kwartaal der XVIIIde eeuw, bl. 185, d' Ontschaking van Dina, zelfde wijsaanduiding; - Thirsis minnewit, Amst. 1752, I, bl. 126. Minnaars-lied, zelfde wijsaanduiding; - Willems, Oude Vl. liederen, Gent 1848, nr. 174, bl. 391, ‘Klaeglied’, met weglating van str. 8 en 15, en talrijke veranderingen aan den tekst; aant. van Snellaert bl. 393 en 547. - Het verhaal neemt zijn oorsprong in Genesis 34.
De Bybelsche history-liedekens bevatten, bl. 58, op hetzelfde onderwerp, nog een ander ‘schriftuerlijck liedt van Dina / de dochter des Patriarch Jacobs / hoe sy van Sichem de soon Hemor beslapen wordt / 't welck door haer gebroeders Symeon en Levi gewroken wordt. Na de stemme: By add'ren en by slangen’; aanvang: ‘Wie met den wijsen omme-gaet’. Dit lied is van K. van Mander, en komt voor in De gulden harpe, Haerlem 1627, bl. 624.