Melodie.
Zie hiervoren I, nr. 152, bl. 572. De zangwijs werd ons bewaard door het gemelde nr. 169 van Een dev., enz., met aanvangsstrophe:
wilt mi mijn herte verbliden,
als ick heb druck oft liden.
Door herhaling van den vierden versregel bekomt deze strophe zevenregeligen versbouw, terwijl ‘O roode mont’, achtregeligen strophenbouw heeft. Om dit laatste lied ‘op die selve wise’ voor te dragen, moest men dus nog een ander deel van de melodie herhalen. Overigens van nog drie andere liederen: ‘O weerde mont // u suyver gront;’ - ‘O weerde mont // Maria ghi hebt doerwont’; en ‘O siele mijn // wilt u verbliden’, voorkomende in Een dev. enz., onder nrs. 171-3, bl. 203-5, voorgedragen ‘op die selve wise’, zonder te rekenen de herhaling van den vierden versregel, herhaling alleen aangeduid door de melodie, heeft het eerste zevenregeligen, het tweede negenregeligen, en het derde zesregeligen strophenbouw. Het is dus niet altijd uit te maken, hoe verschillende liederen op eene zelfde melodie gezongen werden.