Het oude Nederlandsche lied. Deel 3
(1907)–Florimond van Duyse– Auteursrecht onbekend
[pagina 2477]
| |
A.1.
Heer Jesus een ionghe maghet ontboot,
oft sij wou leeren sterven,
oft sij wou sterven den bitteren doot,
der werelt ghenuchte derven.
2.
‘O Heere, seet sij, Heere mijn,
ick ben noch ionck en vrome;
als mijn ionghe daghen leden sijn,
dan sal ick tot u comen.’
3.
- ‘Maar als u ionghe daghen leden sijn,
comdi mij dan te spade;
soo suldy lyden die eewighe pijn
en derven mijn ghenade.’
4.
Die maghet woude ter scholen gaen,
sterven soo soude sij leeren;
wie vantse in haren weghe staen?
Jesus van Nazareene.
5.
Hij nam die maghet bijder hant,
hij leydese alsoo schoone,
hij leydense van daer int hemels lant;
daer gaf hij haer een croone.
6.
‘Och Heere,’ seet sij ootmoedelijck,
‘wat loffelijcke croone;
ick wil u loven eewelijck
voor desen grooten lone.’
5, 1-2. Vgl. hiervoren nr. 632, bl. 2451, ‘Die Zoudaen’, enz., A, str. 13 en aant. bl. 2457. | |
[pagina 2478]
| |
1.
Jesutje had er een maagdetje ontboon
om te vragen als 't wilde leeren sterven,
de wereld vertrappelen onder den voet,
ja, onder den voet,
haar genuchten leeren derven?
2.
‘Heer' Jesus,’ zei zij, ‘heere Jesus van mij,
en ik ben er nog zoo jong van jaren.’
- ‘Als ik u roepe, gij moet er met mij,
gij moet er met mij,
of gij moet derven mijn genade.’
3.
- ‘Zoud' ik uw genade, heere Jesus zoet,
en uwe liefde dan moeten derven?
Ik zal er veel liever van nu voortaan,
ja, van nu voortaan,
van jongs af mij leeren versterven.’
1, 2. als = of. | |
Tekst.A. Het hofken der geestelycker liedekens, Loven 1577, bl. 99, zonder wijsaanduiding, hierboven weergegeven; - herdrukt door W. Moll, Johannes Brugman, 1854, II, bl. 184, t.p. waar de schrijver handelt over de ‘Liederen op Jezus' zoekende ozndaarsliefde’; - Het Paradiis der gheest. vreuchden, Antw. 1617; bl. 179, ‘op de wijse: ‘Het was een kindt’, zelfde tekst met enkele varianten. | |
Melodie.Zie hiervoren I, nr. 17 B, bl. 100. | |
Tekst en melodie.B. Lootens et Feys, Chants populaires flamands, 1879, nr. 29, bl. 48. |
|