Tekst.
Nicl. Jansens Van Roosendael, Een nieuw dev. geest. lb., Antw. z.j., geest. goedk. 1599, bl. 109, ‘op de wyse: Myn oogskens weenen, myn hert moet suchten’, tekst hierboven. In de uitgave, Antw., Jers Verdussen, 1637, bl. 125, vindt men nog als negende strophe:
Siet ghy die werelt hier vol couragie,
wiltse versmaden ghelijck fenijn;
siet ghy haer schoonheyt en haer cieragie,
denckt: hoe schoon moet haren Schepper zijn.
Verder treft men den tekst aan in: Het prieel der gheest. melodie, Brugghe 1609, bl. 131, met varianten, ‘op de wyse: alsoot beghint’; en ook in Parnassus dat is den Blijen-bergh, Antw. 1623 (geest. goedk. 1623, priv. 1619), bl. 13, met aanvang: ‘Devote herten, enz.’; - Catholijck sanckboeck (later verschenen onder den titel van Gheest. harmonie, Embrick (1620), exempl. zonder titelblad, uitg. 1633 (?), nr. 63, bl. 87, zonder wijsaanduiding; - Het klein prieel der geest. melodyen, Luyck, z.j., bl. 57 (na 1620), zonder wijsaanduiding.
Vlaamsche zanten, maandschrift, Sint-Nikolaas, IV (1902), bl. 72, ‘Nieuwe wijze’, met aanvang: ‘Komt vromen van hert, wilt vreugde nu rapen’, 8 strophen onderteekend: C.V. (Cam. Verberct), Liezele (Antwerpen).
Hiervoren I, bl. 484, deelden wij reeds eene vergeestelijking mede; eene andere navolging van denzelfden aard, geteekend A.I., doet zich voor in voornoemden Parnassus, enz., bl. 84, met aanvang: ‘Bedroefde hertekens wat moet ghy lijden // als ghy verloren hebt des Heeren troost, - Op de wijse als 't beghint’.