Tekst en melodie.
Een dev. en̄ prof. boecxken, nr. 229, uitg. D.F. Scheurleer, bl. 264, zonder wijsaanduiding. - Aangeh. door Dr. J.G.R. Acquoy, Het geest. lied in de Nederl. vóór de Hervorming (Archief voor Nederl. Kerkgeschiedenis, II, 1886), bl. 67, als ‘een niet onaardig gedacht lied, waarin het kindeke Jezus wordt voorgesteld als een vink, Herodes, die het wil dooden, als een havik, en de kinderen, aan welke 's Konings toorn zich wreekt, als ‘so menich cleyn vogelkijn’. Doch, naar Dr. Acquoy's meening, wordt het geheel bedorven door de eerste twee strophen. - Het tweede deel der melodie is niet van eentonigheid vrij te pleiten, maar de aanvang klinkt frisch en zoo modern als 't maar zijn kan.