Tekst.
Hoffmann v.F., Niederl. geistl. Ldr., 1854, nr. 76, bl. 158, naar het 15de-eeuwsch Berlijnsch Hs. 8,190, met wijsaanduiding: ‘Die edele heer van Brunenswijc // die heeft een kint ghevanghen’, aanvang van het wereldlijk lied (zie hiervoren I, nr. 17, bl. 99), waaraan het bovenstaande zijn eersten versregel ontleent.