Melodie.
Mainzer Cantual, 1605 (zie Böhme, Altd. Lb. 1877, nr. 578, bl. 688, en W. Bäumker, Das kath. deutsche Kirchenl. 1866, I, nrs. 312-3, bl. 613, en de daar aangehaalde bronnen), voor eene lezing met vijfregelige strophe. De melodie is oud en kan, bij herhaling van den vierden regel, op den bovenstaanden tekst gebracht worden.
Zie nog Mittler, Deutsche Volksldr., 1865, nr. 453-8, bl. 350-2; - Böhme, Altd. Lb., nr. 579, bl. 689, en Erk u. Böhme, Deutscher Liederhort., III, nr. 2026, bl. 728: ‘Ich weiss mir einen Maien’, met opschrift: ‘Mailied des 14-Jahrhunderts’.