Tekst.
P. Adr. Poirters, Ydelheyt des werelts, Antw. 1645, bl. 168, ‘liedeken van het nieuw-gheboren kindeken tot den sondaer. Op de wijse: Les Graces et l'Amour’, tekst hierboven weergegeven; - Den blijden-wegh tot Bethleem, Antw. 1645, bl. 30; - Den gheestelycken speel-waghen, Antw. 1671, bl. 27, telkens met de voornoemde wijsaanduiding.
Dit lied schijnt mede te behooren tot de door Poirters gewijzigde teksten; zie hiervoren III, bl. 19l5.
In het Hs. 4858, van c. 1621, der K. Brusselsche Bibliotheek, bl. 31, is de tekst cenigszins anders; zie hierna de eerste strophe met de melodie. De tweede strophe luidt:
Hy sucht, hy beeft van couw,
hy claegt van bitter rouw,
de traenen sijn de monden;
o mensch in liefde flauw,
Godt wordt mensch voor onse sonden.
De overige strophen staan gelijk met Poirters' tekst, buiten het slot, voor str. 3: ‘o mensch, verlaet u sonden’; str. 4: ‘met al het sweirelts goet // schenck ick u voor u smerten’; str. 5: ‘en Jesus gaen beminnen’.
De tekst van het vermelde Hs. is ook te vinden in: Liefde-vier in den Kersnacht, Loven z.j., geest. goedk. 1669, bl. 61, zonder wijsaanduiding; - Kersnacht en de naer-volgende dagen, Antw. P.J. Rymers, z.j., bl. 10, ‘op de wyse: alzoo 't begint’; - Oude en nieuwe lof-zangen, by een vergadert door J. S[tichter], Amst. 1740, bl. 22. ‘op de stemme: als 't begint’.
‘Aensiet hoe Jesus’, wordt aangehaald in De Kevelaersche devotie, Kevelaer, ‘gedrukt voor de liefhebbers’, z.j. noch naam v. dr., bl. 40, voor: ‘O Catholijke schaer // bereyd u met malkaer’, en zelfde verzameling, uitg. 1771, ‘te bekomen by de broedermeesters van de Amsterdamsche processie, bl. 36, voor hetzelfde lied. F.G. Bussé, Het gheest. blom-hofken van Bethleem, Antw. 1663, bl. 58, ‘Aensiet