Tekst.
Een nieu Geusen lb., 1581, bl. 52 vo, ‘een nieu liedeken vanden slach voor Berghen’ (29 Januari 1574), zonder wijsaanduiding, hierboven weergegeven; - Dr. Van Vloten, Nederl. geschiedzangen, II, 110; - H.J. van Lummel, Nieuw Geuzenlied-boek, nr. 87, bl. 199; - Hs. van B. Boeckx, nr. 14275 der K. Brusselsche Biblioth. Boeckx, Prins van de Rederijkerskamer ‘de Ongeleerden’ te Lier (zie Willems, Belgisch Museum, IX (1845), bl. 196-212, schijnt geleefd te hebben tusschen de jaren 1570-1620. Naar dit Hs. en naar ‘twee oude kopyen en vier drukken’, die hem ter hand kwamen, ook naar 't ‘Geuse-Lietboeck’, deed Willems, Oude Vl. ldr., nr. 37, bl. 82, eene ‘kritische keuze’. Ofschoon dit lied onderteekend is door Boeckx, wordt door den uitgever der Oude Vl. ldr. te recht, betwijfeld of die rederijker er wel de dichter van is; - Hs. van Willem de Gortter, nr. 15662 van de voormelde Biblioth., bl. 98 vo, met de aanduiding: ‘die wyse moochdy soecken alzooze begint’. Over W.d.G., geboren in 1585, lid, wellicht factor van de Mechelsche Pioene, zie Willems, Belgisch Museum, I (1837), bl. 370-378; - Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck, 1626, bl. 65, zonder wijsaanduiding. ‘Ende over de heerlijcke victorie te water’, zegt V., ‘is in dese tydt een fraey liedeken gemaeckt / ende over al gesongen / het welcke daer om hier mede ingesloten wert’. Evenals voor 't ‘Wilhelmus’, en het lied van ‘Maximilianus de Bossu’, wijkt Valerius' tekst af van den tekst van het Geusen lb., en wordt hier insgelijks de oude Dietsche, de populaire maat, door de getelde syllabenmaat vervangen. - Dr. A.D. Loman, Oud-Nederl. ldr. uit den Nederl. gedenck-clanck, 1ste uitg. 1871, nr. 5, bl. 7 der muziekbijlagen, bl. 31 aant., en 2de uitg. met J.C.M. van Riemsdijk, 1893, nr. 5, bl. 7, telkens de eerste twee strophen.
Zie John Lothrop Motley, De opkomst van de Nederl. Republiek, vertaald onder toezigt van Dr. R.C. Bakhuizen van den Brink, 2de druk, 's-Grav. 1860, III, bl. 190: ‘Scheepstrijd en overwinnìng der Watergeuzen’.
Onder de Geuzenliederen vindt men nog twee andere liederen op hetzelfde onderwerp: ‘Wilt met processy nu al te samen’, en ‘Hoort toe alleghemeyne’ (Dr. J. van Vloten, bl. 106, vlg.; - H.J. van Lummel, bl. 195 vlg.); het eerste lied: ‘op de wijse: Jonck dom harteken wat condt ghy maken, etc.’, zie hiervoren I, nr. 124, bl. 483: ‘Bedroefde herteken’, enz.; het tweede ‘op de wijze van Dueren’, volgens Dr. Loman, Bouwsteenen, II (1872-74), bl. 222, aant., mogelijk de wijs: ‘Wohlauf ihr Landsknecht alle = Wohlauf ihr Kriegsleut alle = Ach Gott thu dich erbarmen’, te vinden bij R. von Liliencron, Die hist. Volksldr. der Deutschen 1869, ‘Nachtrag’, nr. 112, bl. 96, ook bij Böhme, Altd. Lb., nr. 417, bl. 521, en Erk u. Böhme, Deutscher Liederhort, III, nr. 1289, bl. 175. - Zie mede Cornelia Cath. van de Grafft, Middelndl. historieliederen 1904, bl. 22.