te trekken zonder te rusten. Dit werd toegestaan. Binnen weinige minuten waren vierhonderd burgers vermoord; de vrouwen ondergingen een lot erger dan de dood. De inneming van Rotterdam is geschandvlekt door dezelfde misdaden, die de geschiedenis van elke Spaansche zegepraal in de Nederlanden bezoedelden (John Lothrop Motley, Opkomst der Nederl. Republiek vertaald onder toezigt van Dr. R.C. Bakhuizen van den Brink, 2de druk, 's-Grav, 1860, III, bl. 40).
Dr. J. van Vloten, Nederl. Geschiedzangen, 1852, II, bl. 10 en H.J. van Lummel, Nieuw Geuzenlied-boek, nr. 49, bl. 104, deelen over hetzelfde feit en uit het Geuzenlied-boek een ander lied mede, met aanvang: ‘O broeders hoort een claeghelijcke sanghe’, voorgedragen ‘op de wijse van den 79sten Psalm: Die heydnen zijn in u erfdeel gevallen’.
La pieuse alouette, Valencienne, 1619, I, 176, ‘La Moresque’, heeft de volgende lezing van onze melodie:
Pour-quoy s'a - mu - se l'homm'
aux fol - les va - ni - tés,
Se veau - trant mi - se - rabl'
en ses i - - ni - qui - tés?
Ce n'ét rien, ce n'ét rien
de tous ces vains plai - sirs,
C'ét un tres-grand er - reur
d'y met - tre ses de - sirs.
De stemaanduiding: ‘La Morisque’ of ‘Moresque’, bij Valerius, in de tafel, onder de ‘Fransche voisen’ gebracht, wijst op een ballet-dans van den aanvang der XVIIde eeuw. ‘Morisca’ is het Italiaansche woord voor ‘Moorendans’ (in het Duitsch: ‘Mauren- of Mohrentanz’), in het Fransch ‘Moresque’, in het Engelsch ‘Morris-dance’, een 14de-eeuwsche zwaardendans, van Spaanschen oorsprong (Böhme, Gesch. des Tanzes, 1886, I, 133). - Dezelfde melodie, ontleend aan Mersenne, Harmonie universelle, 1636-37, is ook te vinden bij Böhme, t.a.p., II, nr. 108, bl. 49, in dezen vorm:
Anders klinken ‘Moriskas brande’, Dr. J.P.N. Land, Luitb. van Thysius, nr. 409, en ‘Mooren-dans’, Den singende zwaan, 1728, bl. 538. Ook in het Luitb. van Nic. Vallet, beschreven door D.F. Scheurleer, Tijdschr. voor N.-N. mzgsch., V (1897), bl. 29, wordt ‘La Moresque’ vermeld.