In den aanvang der XVIIIde eeuw, zegt Weckerlin, La chanson populaire, Paris 1886, bl. 152, zong men te Parijs een liedje op de coiffure met gaas, genaamd ‘Mirliton’, die toen mode was. Vandaar het ‘air du Mirliton’, en de wijsaanduiding ‘Le Mirliton’ die men meermaals aantreft o.a. in Les parodies du nouveau théâtre italien, Paris 1738. In het tweede deel van dit werk, onder nr. 50 der muziek-bijlagen, vindt men de zangwijs waarvan de tekst voorkomt bl. 238, met deze aanteekening: ‘Ce sont là les premiers couplets qu'on ait fait après la chanson du Pont-Neuf’, het liedje op den ‘Mirliton’. De laatste vier regelen maken waarschijnlijk het refrein van het oorspronkelijke lied uit. Ziehier deze zangwijs, waarvan de bovenstaande eene variante is:
A Pa - ris est un - ne da - me,
Dans le faux-bourg saint Ger-main;
Pour elle on court, on s'en-flam - me,
J'ai vou - lu la voir en - fin:
Mir-li - ton, mir - li - tai - ne,
J'ai vû mir - li - ton Don, don.
Dezelfde melodie diende reeds voor coupletten met aanvang: ‘Reine, je tiens ma promesse’, voorkomende in eene parodie van de la Motte's tragedie Inès, 1723 (Weckerlin, t.a.p.). Eene andere variante van dezelfde zangwijs komt voor in La clef du caveau, 4me édit. Brux., nr. 991 voor: ‘Moi qui jadis eus la gloire’ (air du Mirliton’).
De wijsaanduiding ‘Mirliton’ wordt ook aangehaald in Recueil de chansons patriotiques ‘sur les principaux événements qui se sont passés depuis la révolution’, z.j., noch pl. v. dr. (1798, Brussel), bl. 61, voor een liedje: ‘Sur le général D'Alton’, uit den Patriottentijd, met aanvang: ‘Je vais chanter le courage’. Béranger gebruikte deze wijs voor zijn lied: Le jour des morts: ‘Amis entendez les cloches’.
De heer Alb. Blyau was zoo goed mij den volgenden door hem te Ieperen gevonden tekst mede te deelen. De melodie is eene verloopen lezing van de Fransche zangwijs; ‘sitte mariedon’, vervangt de Coussemaker's ‘zoete Mariton’: