Tekst en Melodie.
De Coussemaker, Chants pop. des flamands de France, Gent, 1856, nr. 94, bl. 309. Volgens d.C. werd dit lied met andere St Anna-liederen, uitsluitend te Belle gezongen door de kantwerksters, op den naamdag hunner patrones Ste Anna (26 Juli). Dezelfde tekst is echter ook te vinden in Rond den heerd, Brugge, V (1870), bl. 274, als wordende jaarlijks op den 26sten Juli voorgedragen door de Brugsche naaisters. - Nog in andere plaatsen, zooals te Brussel, zie Baron de Reinsberg-Düringsfeld, Calendrier belge, II (1862), bl. 56, werd de St' Annadag door kantwerksters en naaisters gevierd.
Het slot der zangwijs, die, volgens d.C., niet hooger opklimt dan de eerste helft der XVIIde eeuw, herinnert aan het slot van Haydn's ‘Gott erhalte Franz, den Kaiser’, waarover men kan raadplegen W. Tappert, Wandernde Melodien, 2de uitg., 1890, bl. 7-12.