Tekst.
Thirsis minnewit, Amst. 1752, I, bl. 56, ‘Amoreus lied. Op een aangename vois’; hierboven weergegeven; - Willems, Oude Vl. ldr., nr. 76, bl. 193, ‘De afzegging’; - Hoffmann v.F., Niederl. Volksldr., nr. 128, bl. 238. De eerste vier regelen van ons lied worden door H.v.F. teruggevonden in de laatste vier van str. 5 van: ‘Hoe wonder zijn de werken’ (Thirsis minnewit, t.a.p., bl. 27). Doch dit lied, dat werd voorgedragen op de wijs: ‘Ik zag Cecilia komen’ (zie nr. 172, bl. 636 hiervoren), heeft gansch anderen strophenbouw. Str. 3 van den hier besproken tekst is bijna letterlijk terug te vinden in str. 1 van ‘Ick ghinck nog ghister avont // so heymelijck eenen gang; (zie nr. 278, bl. 996, hiervoren, en vgl. nog str. 2 van dit laatste lied met str. 4 hierboven). Het is echter zeer wel mogelijk, dat de jongere tekst: ‘Wy willen nog niet scheyden’, uit Thirsis minnewit, eene eigen, ook jongere melodie dan de twee laatstgenoemde liederen had.