| |
| |
| |
246.
A, a, a, valete studia!
I, i, i, vivant philosophi!
I, i, i, vivant philosophi!
O, o, o, nil est in poculo:
O, o, o, nil est in poculo!
U, u, u, ingente spiritu!
Y, y, y, kom schenk en drink met my,
want wy zyn hier niet gekomen
om te slapen of te droomen.
Y, y, y, kom schenk en drink met my!
| |
Tekst en melodie.
Willems, Oude Vl. ldr., nr. 253, bl. 524, met de volgende aanteekening van Snellaert: ‘Geen student uit eene belgische latynsche school is er of hy kent dit drinklied. Gewis uit de middeleeuwen en uit Leuven afkomstig, zal het in de tyden, dat de studenten, met den boekzak op den rug zich te voet naer het ouderlyk huis in vacantie begaven, voor marsch-lied gediend hebben. Het is genoegzaem het eenig in Belgie bekend studentenlied; want het Iö vivat! dat
| |
| |
aen de hollandsche hoogescholen klinkt, en de veelvuldige liederen der hoogduitsche studenten, zyn hier by zeer weinig bekend. Het tweede couplet luidt by sommigen volgender wyze:
Bacchus nunc est dominus,
Dr. P.J.N. Land, De melodie van het Io vivat’ (Tijdschr. v. N.-N. mzgsch. I, 1885, bl. 16), meent dat het ‘A, a, a, valete studia’, het Belgisch studentenlied, tot het ‘Io vivat’, het Nederlandsch studentenlied, heeft aanleiding gegeven; dat namelijk de melodie van dit laatste aan het eerste is ontleend. Vóor de beroerten der XVIde eeuw werd de Leuvensche Hoogeschool, die van 1426 dagteekent, ook uit het Noorden tot uit Amsterdam en Enkhuizen toe, veel bezocht. Toen in 1575 de Leidsche Akademie was opgericht, ontleende deze haar personeel voor een groot deel aan de protestantsche uitwijking uit het Zuiden, terwijl ook hare Noord-nederlandsche leden tradities van daar hadden medegebracht. Wij mogen aannemen, besluit Dr. Land, dat elke scholaris van die dagen met het vacantielied van Leuven bekend was. Nog wijst de schrijver op de verwantschap tusschen de vierde strophe van het Belgische lied en deze strophe van het Nederlandsche:
De Noordnederlandsche zang dien wij ter vergelijking mededeelen, is inderdaad niet zonder overeenkomst met de voorgaande melodie:
No - stro-rum sa - ni - tas!
Hoc est a - mo - ris po - cu - lum,
do - lo - ris est an - ti - do - tum,
No - stro-rum sa - ni-tas!
Dat het Belgische lied vroeger ook in Noord-Nederland bekend was, is zeker. De wijze: ‘A, a, a, huc cito pocula’ diende in den aanvang der XVIIIde eeuw voor
| |
| |
andere liederen. In Het groot Hoorns... lb. (vervolg), Amst. z.j. bl. 295, wordt zij aangegeven voor een lied onder den titel: De verliefde school-vos, met aanvang:
A, a, a, mijn lief Clorenia,
is nu heel in mijne magt,
ik heb 't hart tot min gebragt,
A, a, a, van mijn Clorenia.
De melodie: ‘Ik voer laatst over de Maas’ (zie dit lied) is insgelijks eene variante van het ‘Io vivat’.
Nog vindt men deze zangwijze terug, voor een deel ten minste, in het Duitsche studentenlied bekend als ‘Trinkspruch Utrich's von Hutten’, den strijder voor de geestesvrijheid uit den tijd der Hervorming (1488-1523). Ziehier dit eenstrophig lied zooals het voorkomt in Allgemeines Reichs-Commersbuch, Leipzig, 1890, bl. 545:
fra - ter - na sa - ni - tas!
En po - cu - lum a - mo - ris
an - ti - do - tum do - lo - ris.
De zangwijze van het ‘A, a, a, valete’ was vroeger ook bekend met Nederlandschen tekst. In Volkskunde, VII (1894), bl. 126, deelt Pol de Mont’, uit een XVIIIde-eeuwsch familiehandschrift’, een lied mede, dat aanvangt:
loopt nu maar met benden!
|
|