Tekst en melodie.
Oudvlaemsche liederen uitg. door C. Carton (Maetsch. der Vlaemsche bibliophilen), Gent, z.j. [1849] nr. 70, bl. 136. - Aangeh. door Dr. Kalff, Het lied in de M.E., bl. 263, als in verband staande met de poëzie der ‘Minnesinger’, die in hunne lyriek geen plaats aan de zinnelijke liefde gunnen. - In dit lied vindt men twee strophen van vijf verzen ieder; de eerste drie verzen van str. 1 alsook de drie verzen ‘Up minen heit’, moet men als een refrein aanzien.