Tekst.
Th. Arents, (1652-1700), Mengel poëzy, Amst. 1724, bl. 150, ‘Op myn Anna. Toon: Ook liep de zee tot aan Parys’; - 't Groot Hoorns ... lb. (vervolg) Amst. J. Kannewet, z.j., bl. 156, ‘Minne sangh. Stem: O heylig, salig Bethlehem’; - Thirsis minnewit, Amst. 1752, I, bl. 106, zonder wijsaanduiding. In beide laatstgenoemde verzamelingen luidt de aanvang: ‘Als ik mijn Philis kussen mag’. - Nederl. lb. (van Dr. van Vloten), 's-Grav. 1850, bl. 12: ‘Als ik mijn Filis kussen mag’. - Wellicht werd, in den aanvangsregel, de naam van Anna door den meer populairen van Philis vervangen.