Tekst.
Antw. lb. 1544, nr. 117, bl. 177, ‘een nyeu liedeken’. Anderen strophenbouw heeft het lied met zelfden aanvang, zelfde verzameling, nr. 172, en nogmaals nr. 202. - Aangeh. door Dr. Kalff, Het lied in de M.E., bl. 318, 335, 346. Een nieuw lb., 1562, bl. 60, ‘Met eenen droeven sanghe // sing ick een droevich liet’, met wijsaanduiding: ‘alst begint’, vergeestelijking herdrukt door Wackernagel, Ldr. der Niederl. Reform., bl. 98, ook vermeld door Dr. F.C. Wieder, De Schriftuurlijke liedekens, 's-Grav., 1900, Regist. 541.