Tekst.
Lootens en Feys, Chants pop. flamands, nr. 56, bl. 110. Vgl. het slot met de laatste strophe van ‘Het wasser een coninc seer rijc van goet’, bl. 90 hierboven.
De melodie was, volgens L. en F., dezelfde als voor de liederen ‘Mi Adel ende hir Alewijn’, zie bl. 48 hierboven, en ‘Het was op een zondag na den noen’ (Dood van Philips den Schoone, 1506). Zie dit laatste lied onder de historische liederen onzer verzameling.
De zeer onregelmatige ook zeer bedorven tekst werd dus gepsalmodieerd, wat toeliet regelen zooals str. 3 v. 3, gemakkelijk op te zeggen.