Toneel
(1996)–Don Duyns– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 217]
| |
[pagina 218]
| |
‘Tot in ouderdom ben ik
dezelfde
en tot de grijsheid zal
ik u torsen.’
(Jesaja 46 vers 4)
| |
[pagina 219]
| |
Drie oude vrouwen (leeftijd niet meer te schatten) in een onbestemde ruimte, zeg maar de recreatiezaal van een bejaardentehuis. Mantelpakjes, poeder in het haar. Donkerbruine panties die, zoals Zappa zei, misschien wel ‘Roquefort-kaas gekneed in de vorm van mensenbenen verbergen’. Alles wat ooit zacht was is nu hard, alles wat ooit hard was is nu zacht. De vrouwen zijn in een ruimte waar een klok tikt, een schaap graast en de tijd zich alle kanten op keert (terug, heen, met bochten). Ze zijn zich vaker niet dan wel van elkaars aanwezigheid bewust en kijken, ieder afzonderlijk, op een leven vol strijd terug. Ze verlangen, maar weten niet meer naar wat.
Het enige wat de vrouwen bindt is hun voorliefde voor de operette. Ze kunnen lyrisch vertellen over ‘Die Lustige Witwe’ of ‘Die Fledermaus’ en zingen er stukjes uit voor, met krakende stemmen die soms opvallend helder klinken. Operette maakt het bestaan tot meer dan een zinloze opeenvolging van dagen. | |
[pagina 220]
| |
1
(Een vloer van zand. Een hand. Een stok. De hand pakt de stok. Ergens rinkelt een belletje)
EERSTE STEM
Aanvang!
TWEEDE STEM
Ik kohom.
| |
2
(Geluid van alarm (Eerste van de maand). Donker. Licht. De drie dames zingen meerstemmig een operettelied. Aan de wand hangt de kop van een tenor)
| |
3 Dagbeschrijving
| |
[pagina 221]
| |
Altijd eerst de krullers.
Toonbaar blijven.
Niet het haar in slierten.
Jezelf verzorgen.
Laat opgestaan.
Doof ben ik en ik hoor de wekker niet.
Ik hoor heel weinig.
Ik hoor mezelf niet eens.
De stem die spreekt is die van een ander.
Een kleiner Ik.
Een mini-mensje.
Zo is het.
Wakker werd ik van het licht.
Het scherpe witte licht.
Dat brandt in de ogen als zoutzuur.
Negen uur dertig, was dat.
Om negen uur vijfendertig heb ik de krullers gezet.
Dat kostte me vijf minuten.
Daarna heb ik me gewassen en gekleed.
Dat kostte me een kwartier.
Daarna at ik één boterham, in kleine blokjes gesneden.
Op de boterham was komijnenkaas.
Met een kop thee.
Eral-grey. Heet dat, geloof ik.
‘Morgengrijs’.
Dat duurde al met al tien minuten.
Er zijn in mijn leven al heel wat
‘tien minutens’ voorbijgegaan.
Mijn hele leven is een aaneenschakeling
van ‘tien minutens’.
De boterham duurde lang.
Een langdurige boterham.
| |
[pagina 222]
| |
Ik kauw niet meer zo snel.
Vervolgens ben ik in mijn stoel voor het raam gaan
zitten.
De stoel met de zachte leuning.
Om vijf over tien exact zat ik in mijn stoel met de
zachte leuning voor het raam en keek naat buiten.
Naar de mensen met haast.
Naar de mensen die zich nog moeten bewijzen.
Naar de mensen die de toekomst zijn
die wij in het verleden waren.
Ik keek naar hen, maar zij keken niet naar mij.
Ik ben van geen enkel belang in hun leven.
Een vertragende factor, hoogstens.
Iets dat je schept met je auto in de ochtendspits.
Een lastig factotum, een storend element.
Maar dat geeft niet hoor.
Nee, dat geeft niet.
Ik begrijp het best.
Ja...
Eral grey thee...
Ja...
TWEEDE VROUW
Handen, het zijn mijn handen.
Jawel.
Tien vingers, tien nagels, achtentwintig kootjes.
Bleek als de nacht, maar het zijn mijn handen.
Ik leg ze hier neer, de handen, in de schoot.
In de warme schoot.
Dat ik een kalme indruk maak.
Beheerst moet ik blijven; en nadenken.
Me de vroegerte herinneren.
Weer weten hoe het was en hoe het ging.
En waarom.
Kan ik m'n handen niet meer stilhouden?
| |
[pagina 223]
| |
Ik kan m'n handen niet meer stilhouden.
(Harder)
Dat ik m'n handen niet meer stil kan houden.
Dat altijd alles beweegt.
Vervelend, als je handen voortdurend een ongevraagd
ballet opvoeren.
(Met nadruk)
Handengymnastiek.
Mijn lichaam is mijn lichaam niet meer.
Mijn handen zijn mijn handen niet meer.
Mijn hoofd is niet meer mijn hoofd.
(Harder)
Dat ik een ja-knikker ben geworden!
Ja. Knikker.
Dat zit me nog het meeste dwars dat er delen van je
lichaam zijn die je niet meer zelf kunt besturen.
Die gewoon gáán.
Alsof er ergens iets fout is gegaan.
Alsof iets of iemand je met een afstandsbediening
bestuurt.
Mijn benen ook.
Trilleritus.
Genante vertoning.
Ik dans de quick-step zonder dat ik dat wens.
En de foxtrot, ook.
Je voelt je zo bekeken.
Door de mensen.
Op straat ook, op straat vooral.
Brandende blikken in de rug.
Dan zou ik me om willen draaien
en ze willen schoppen,
hard en venijnig in hun kruis
dat ze dubbel slaan en naar adem snakken;
maar je doet het niet, natuurlijk doe je het niet.
Je hebt er de kracht niet voor.
| |
[pagina 224]
| |
En het lef, dat ontbreekt je ook.
Het lef...
DERDE VROUW
Lang ben ik vroeg gaan slapen.
Geen lust om te lezen.
Geen tv-geduld.
Niemand om te bellen.
Allemaal dood of doof.
Geen krimi-liefhebber, ik.
Geen Derrick-liefhebber.
Te Duits.
Derrick heb ik nooit gesnapt.
Wie is die man, is dat die zelfde van zonet?
Nee moeder, dat was de moordenaar, dit is de goeie.
En die dan, met die rotkop?
Dat is de assistent van Derrick.
Harry, heet-ie. Harry Klein.
Is ze dood?
Nee, dat is die andere vrouw.
En dan alles in het Duits.
Bah.
Niet te volgen.
Geen tv-geduld.
Alleen maar testbeelden.
Dan lig ik in mijn bed,
met de armen strak langs het lichaam,
en dan is het stil.
Volmaakt stil.
En dan denk ik aan de berg, die ik nooit beklom
maar die ik wel heel goed ken.
Met edelweiss op de top.
En koetjes op de zijde.
Klimgeiten.
Klimgeiten met krulletjes.
| |
[pagina 225]
| |
De blauwe lucht, die ik inadem.
Mijn verschrompelde longetjes die weer zwellen.
En op de top zie ik Heerser Zon
die ik, als ik de armen strek
zo beet zou kunnen pakken.
Maar dat doe ik niet.
Ik doe het niet.
Van de zon moet je afblijven.
De zon is van iedereen.
| |
4VROUW
Ik heb zo veel meegemaakt
zo veel
als ik dat allemaal zou vertellen
zaten we hier morgen nog
en overmorgen ook
de hele week
maanden
jaren zou ik kunnen vertellen
van wat ik heb gezien
en beleefd
als ik niet zoveel vergeten was...
ANDERE VROUW
Ooit had ik een lintworm
het beest was zo lang
dat het zichzelf in de staart beet
en ik maar boterkoek eten
niks hielp
ik vermagerde zienderogen
het vlees droop van de botten
tot mijn vader, de slager/de slachter
me op een goed moment diep in de kont tastte
| |
[pagina 226]
| |
en heel het witgeringde beest
er in één machtige greep uittrok
en
het tegen de muur kapotsloeg
zo was mijn vader;
de slager/de slachter.
| |
5VROUW
Ik zoek mijn pijp
wie heeft mijn pijp gezien?
'k weet zeker dat ik 'm hier ergens
heb neergelegd, de pijp
hij heeft een meerschuimen kop
met een baardje
en een pijpje uit dat baardje
hij komt uit Turkije de pijp
ik heb 'm al tachtig jaar
de pijp
waar is mijn pijp?
Nou vooruit
hou op met die flauwe grappen
of ik word echt kwaad.
| |
6VROUW
(Met keel-microfoon)
Over een paar minuten
begint Santa Barbara
zet de koekjes klaar
en de limonade
| |
[pagina 227]
| |
we mogen niets missen
als je het begin mist
is het niet leuk meer
we moeten weten hoe het
verder gaat
wie gaat met wie
wie gaat er dood
wie wordt er geboren
telkens wat nieuws;
veel geld hebben ze,
de hoofdpersonen
en ze zijn mooi en jong.
| |
7VROUW
Ben je nog naar de operette geweest?
Hoe was het?
Mooi.
Alleen het decor, dat was wat armoedig.
En het licht. Zo donker.
Maar verder... prachtig.
Het was uitverkocht.
Maar er is altijd wel een plaats voor mij.
Ze weten dat ik kom.
Ik heb een vaste stoel.
Vlak vooraan.
Da'k alles goed kan zien.
Da'k er echt... ja, bij ben.
Eine Nacht in Venedig.
Dat was het, geloof ik.
Prachtig.
Ik heb genoten.
| |
[pagina 228]
| |
Wij hebben genoten, wij allemaal.
Een volle zaal.
Ze kennen me nog wel, daar.
Vroeger ging ik iedere week.
Dat is er nu niet meer bij.
De benen willen niet meer zo.
Het hoofd wel
het hoofd wil wel
het hoofd wil graag, zelfs,
maar het lichaam
het lichaam
dat het hoofd draagt
zegt ‘nee’.
Ik heb ook een toneelkijker,
daarmee kan ik dat
wat op toneel gebeurt
als het ware dichter naar me toehalen
als een klein wereldje
waar ik zo in zou kunnen stappen
maar dat durf ik niet;
als ik opval, denk ik,
word ik eruit gezet.
De tenor was mooi
zong mooi
hij had een snor, de tenor
en een borstkas die zwol
op en neer
op en neer
zijn noten waren zuiver
als het water in een bergbeek
en terwijl ik luisterde
dacht ik
laat me nu maar gaan
| |
[pagina 229]
| |
laat me nu maar wegglijden
zo, stilletjes
in een volle zaal
maar ik ging niet;
ik hervond mezelf
aan het einde van de voorstelling;
klappend en duizelig
en alleen.
VROUW
Meneer Molenaar
is aan mijn deur
hij scheldt me uit
voor kolerehoer;
ik sluit mijn oren.
Ach, was er maar muziek, dan konden we léven...
VROUW
Ben je nog naar de operette geweest?
Nee.
Ik mocht er niet in.
Was mijn kortingskaart vergeten.
Mijn bewijs dat ik te oud ben om
genoeg te kunnen betalen.
Toen begon de cassière te schelden
en heeft er de bedrijfsleider bij gehaald
en ben ik weggestuurd
terug naar hier
alsof ik van lotje ben
och...
ik had 't zo graag gezien
och...
dat vind ik nou zó jammer.
| |
[pagina 230]
| |
8 Dagbeschrijving
| |
[pagina 231]
| |
half vijf was het toen,
half vijf.
| |
9 Jubileum/feest
(Een taart. Reusachtig. Kaarsjes, 99. Een warme gloed. Iedereen zingt voor zichzelf ‘Lang zal ze leven’. Er heerst even gezelligheid)
VROUW
Oud
ben ik geworden
zeer oud
minstens honderd
of tweehonderd?
jarig ben ik
honderdjarig
of honderdvijftig?
als de Bulgaarse vrouwen
met hun felgekleurde hoofddoeken
of de Oude Chinezen
met hun geelgekrompen koppen
gezond leven
niet roken
weinig seks
of nee, veel seks
dan word je het oudst
feest is het
de burgervader, die zal komen
met wethouders en een krans
nee, geen krans
dood, ben ik niet
nog niet
bloemen
| |
[pagina 232]
| |
wel bloemen
een bescheiden bloemenhulde
ter ere van mij
geen chrysanten
ik haat chrysanten
niesbloemen
stuifselbesmetting
bah
de krant, die komt ook
de plaatselijke krant
‘het stinkerdje’
zo vaak gebeurt het hier niet
dat iemand het zo lang volhoudt
zo veel honderden jaren
al die tien minutens
alleen ik, eigenlijk
alleen ik
vrienden en vriendinnen
zijn dood
sommige begraven
andere in de as
al naar gelang
hun wensen
al mijn vrienden en vriendinnen
en mijn man, Albert,
dansen in de hemel
bij het goudgele schijnsel
van het Rad van Avontuur
nee, geen vrienden
dat niet
geen vriendinnen
geen man
maar de pers komt wel
| |
[pagina 233]
| |
‘het stinkerdje’
allemaal
met d'r lui flitsapparatuur
dan een foto maken
en een dag later
ik
met mijn foto in de krant
ik
en een hand
van de burgemeester
en zijn vrouw
en hun kinderen
maar ze lachen om mij
de kinderen
met hun akelige snoepbekken
vol glazuurverslindende troep
zwarte monden
lachen om mij
een buitenaards wezen
een onttakelde
een vrouw
die de wereld zag verschuiven
tv zag komen
mosterdgas
maanlandingen
melodrama
electriciteit
auto's
moordaanslagen
ook geboortes
deze twee ogen
alles gezien
deze twee handen
| |
[pagina 234]
| |
alles betast
nu
afgestompt
vernietigd
teveel indrukken
nu
krijg ik m'n bloemkoolpap
warme melk
Iglo-diners
bah
de bejaarde als attractie
de krullers gezet
wangen rood gemaakt
maar voor wie?
mensen, ze kunnen komen
mensen, zijn ze er al?
moet ik ze begroeten
en met ze dansen
klik klik klik
gaat mijn stok
tik tik tik
gaan mijn beentjes
en de operette
waar ik in gedanst heb
de hoofstadsoperette
op gouden muiltjes
toen mijn beentjes nog
van biefstuk waren
en niet van
roquefort
alles zacht
alles slap
en op de taart
| |
[pagina 235]
| |
duizend kaarsjes
blazen maar
ik blaas
blaas...
DAME
Mijn sjaretelletjes zakken af, ik geloof dat ik
dunner ben geworden; mijn dunne en dikke darm, ze
functioneren niet meer
naar behoren...
| |
Dialoog-oud ben ik en niet zielig
-jij bent oud, maar ik ben de oudste
-hoe kom je erbij? ik ben vijftig jaar ouder
-kolder, wij schelen er zestig
-ik ben hier de oudste, ik sterf het eerst
-je hebt de meeste rimpels, ja, maar je liegt
-wie heeft hier het meeste verdriet gehad in z'n leven?
dát is de oudste
-dat ben ik
| |
HerinneringAls de dauw over de velden trok des ochtends gloren, dat vond ik mooi en daar liep ik met de rokken opgeschort blootbeens doorheen dat de droppels aan de schenen glinsterden zó,
Het was een dag van glühwijn
en gepofte kastanjes
overal rook je de herfst
en de dood.
| |
[pagina 236]
| |
10 MuziekDAME
De muziek
die kan mij zo ontroeren
de muziek
vroeger al
en nu ik niets meer zie
als een mol door het leven ga
ontroert de muziek mij nog meer
dan toen
de klanken in mijn oude oren
maken me weer heel
want ik ben een gebroken vaasje
zonder bloemen.
| |
11 RomantiekOUDE VROUW
(Neuriet)
Jij, jij, jij...
sluit nu je ogen maar
jij bent het leven
dat mij is
gegeven
ja, jij, jij, jij...
| |
12VROUW
Schoonmaken doe ik nog elke dag
want ik vind properheid gaat voorop
als de mens niet proper op zichzelf is
en op de kamer waarin hij woont
en op zijn kleding en zijn meubels;
| |
[pagina 237]
| |
dan is diezelfde mens niet veel waard
dan is die mens niet veel meer dan
een worm die zich besmeurt met modder.
(Zingt)
Mein idealer Lebenszweck
ist... Bier und Schweinenspeck
tralala la lala la.
| |
13DAME
Moeder, moeder ben jij het?
Ik heb van je gedroomd vannacht, moeder.
Je had de bruine schoenen aan, moeder,
met de stevige zolen en de gaatjes in de punt.
Je was zoals altijd zacht en rond, moeder.
Je bracht me een klein kaasje, moeder.
Ik heb het bewaard, hier.
Hier in mijn hand.
Mijn blauwe hand.
| |
14DAME
Er is te weinig lucht in de kamer
zij is het die de zuurstof wegneemt
we zouden haar moeten doden
zij is er een teveel in deze kamer
ze verpest de sfeer
ze is anders
anders dan wij
als zij misschien ooit niet oplet
strooi ik arsenicum in haar koffie
en zal het hier rustig zijn
| |
[pagina 238]
| |
alleen wij, met z'n tweetjes.
goed?
goed.
| |
15VROUW
Nee, ik voel me nog steeds prima
waarom vraagt u dat?
die darminfectie is voorbij
en met het oog is het ook veel beter
dank u
nee
zoals ik me nu voel
kan ik nog wel honderdvijftig jaar
mee.
| |
16 Het onverwacht vertekVROUW
Albert, mijn man, dat was een kei
een kei van een vent
altijd hard geleefd, hard gewerkt
ook in de oorlog, als machinist,
en toen hij ging, ging hij zonder te groeten
hij lag op de bank, las zijn sportkrant
klaagde wat over pijn in zijn been
en toen ik, nadat ik koffie had gezet,
weer de kamer in kwam
was hij vertrokken
zijn wakker oog gesloten
weggesluimerd in de eeuwige slaap
op de bruine bank met de geruite plaid
| |
[pagina 239]
| |
hij had er niet mee lastig willen vallen, denk ik
met het sterven
hij ging, zoals hij was
zonder ophef te maken
ze hebben hem nog ‘levenswater’ toegediend
maar dat mocht niet meer baten
ach
het was geen man voor in een ziekenhuis
daar had hij niet gepast
dat lijden
niks voor hem
geen man om maanden in een bed te liggen
als een levende plant
nee
zo was het 't beste
gewoon zonder iets te zeggen
op de bruine bank met de geruite plaid
Albert
mijn Albert.
(Ze snuit luidruchtig haar neus. Uit de verte operetteklanken, ‘Lippen schweigen’)
| |
17 Enkele wijsheden
(WIJSHEID No. 1)
VROUW
Er is meer tussen hemel en aarde dan hemel en aarde.
(WIJSHEID No.2)
VROUW
Vroeger is verleden tijd.
(WIJSHEID NO.3)
VROUW
Hoe meer je je verveelt, des te ouder je wordt.
Hou ouder je wordt, des te langzamer gaat de tijd.
| |
[pagina 240]
| |
Hoe langzamer de tijd gaat, des te sneller je sterft.
(WIJSHEID NO. 4. Slot)
VROUW
Smaken verschillen, net als borsten en billen.
| |
18VROUW
Ben je nog naar ‘de kaart’ geweest?
En, hoe was het?
Gezellig, als altijd.
Heb je nog iets gewonnen?
Ja.
Een kaars.
Ik heb een kaars gewonnen.
Maar ik durf hem niet te branden;
ik ben bang dat ik in slaap tukkel
en dat de kaars
het gehele huis in vuur en vlam zal zetten
dat is wel mijn angst, ja
dat mijn haar in brand zal gaan;
‘vuur-krullen’.
| |
19DAME
(Geagiteerd)
Zacht
alles moet hier zacht
maar hoe zachter ik praat
des te harder de stemmen
in mijn hoofd
zacht
alles moet hier zacht
gedempt
| |
[pagina 241]
| |
sotto voce
gek wordt je ervan
nooit 's schreeuwen
uit de band springen
raar doen
een wollen deken van gematigdheid
ligt hier over alles heen
een zwijgende overeenkomst
dat we het vooral beschaafd houden;
maar ik zou willen gillen
de kleren van m'n lichaam trekken
en naakt door de stad gaan paraderen
tot ik er dood bij neerval
in plaats daarvan
slik ik m'n pillen
eet ik m'n hondevoer
en slaap ik mijn sukkelslaap
terwijl
het klokje hier tikt
zoals het thuis nooit heeft gedaan
en
iemand de lepel in de pruimenpap
heeft laten staan.
| |
20 Poging tot dialoog-Kan ik U een chocolaatje offreren?
-Graag, maar ik mag het niet hebben.
-Pardon?
-Een hartvervetting. De dokter heeft gezegd geen chocolaatjes
-Waarom neemt U het dan aan?
| |
[pagina 242]
| |
-Omdat ik het even wil voelen, het chocolaatje, even door mijn vingers wil laten gaan, even aan snuiven, dat ik toch het gevoel heb... nou ja, niet dat ik het opeet, maar wel dat ik het in handen heb gehad.
-Zo is het genoeg. Geeft U onmiddelijk het chocolaatje terug!
-Waarom?
-Dan kan ik het aan een ander geven.
-U bent niet vriendelijk.
-Ik ben te oud om vriendelijk te zijn.
(Eet het op)
Hmmm.
-Ik voel me eenzaam.
-Jammer.
| |
21VROUW
(Tegen ingeslapene)
Herinnert u zich de vroegerte nog?
Dat is jaren geleden.
Ik herinner me nog heel weinig.
Alles wordt zo wazig in m'n hoofd.
spinnenwebben.
Aan elk draadje hangt een herinnering.
Maar ik kan niet overal meer bij komen.
Ik ben de weg in m'n eigen web kwijt.
De draadjes zijn gebroken.
Verdomme.
Denken.
Verdomme.
Hardop denken.
Ik herinner me een houten tobbe.
Een houten tobbe waar ik in zat.
| |
[pagina 243]
| |
Ik werd gewassen.
De borstel schraapt over mijn rug.
Moeder borstelt te hard.
De vellen hangen erbij.
Maar ik huil niet.
Nee, dat doe ik niet.
Kijk, dat weet ik nog.
Dat met de tobbe.
Maar wat ik zojuist in de krant heb gelezen
ben ik nu alweer vergeten.
Ook weet ik niet meer
hoe u precies heet
was het Lemke of Marie?
| |
22 Operette-intermezzo
(Er wordt wederom gezongen. Dramatisch licht. De stem van de tenor staat op tape. Als het zingen stopt vallen de dames uitgeput in hun stoelen. Het bleke licht op hun gezicht maakt dat ze eruit zien als lijken)
| |
23OUDE DAME
Alles verandert...
we doen twee stappen vooruit
en zetten er weer drie terug,
zo gaan die dingen...
| |
[pagina 244]
| |
24VROUW
En in mijn huisje
waar ik zestig jaar in gewoond heb
woont nu een jong stel
met een hond en een kind
en goudvissen in een kom
bah
jong geluk
ik haat jong geluk
ik haat het sowieso dat het leven na mij doorgaat
waarom kan het niet gewoon stoppen als ik sterf?
waarom moet de mensheid zich toch zo uitsloven?
waarom toch?
| |
25 Dagbeschrijving
| |
[pagina 245]
| |
schelde de bel voor het avondmaal
en begaf ik me met de tik tik tik-stok
naar de eetzaal
waar nog niemand was
alleen meneer Molenaar
maar die eet zijn eigen snot
en is ook voorts geen aangenaam gezelschap
aangezien hij nogal winderig is
en grofgebekt
‘klootzak, kuthoer, tyfuswijf!’
om kwart over vijf zat ik aan de eettafel
met meneer Molenaar en mevrouw van Hoeven
en mevrouw Van Hoboken en mevrouw Dupré
en werd de broodmaaltijd opgediend
's avonds brood
's middags warm
's ochtends ook brood...
de broodmaaltijd was goed, als altijd
de broodmaaltijd is altijd goed
de broodmaaltijd is vrij constant van kwaliteit
er wordt hier prima ingekocht, vind ik
het assortiment is ruim
hartig en zoet;
beide in voldoende mate voorradig;
om kwart voor zes had ik drie boterhammen op
alle met kaas belegd
behalve één, die was met jam,
en daarbij was melk
een glas melk met schilfertjes
die aan mijn snorretje bleven plakken;
om zes uur was ik weer terug op mijn kamer
en was daarmee precies op tijd
voor het zes uur-Journaal met Hennie Stoel
| |
[pagina 246]
| |
die een mooie blouse aan had;
na het Journaal ging ik even in slaap
en werd pas wakker
tijdens het acht uur-Journaal
waarmee ik dus Lingo had gemist
helaas
om mezelf te troosten
tracteerde ik mezelf op een bonbon
uit de Belgische doos,
een bonbon van witte chocolade;
om precies een minuut over half negen
ben ik begonnen mezelf om te kleden
en
om kwart voor negen des avonds
was ik in nachtjapon
klaar voor de nacht.
| |
26VROUW
Kijk Marie, ik zie het zo
je kunt op twee manieren oud worden,
of je gaat ervanuit dat alles altijd
achteruit gaat en je wordt cynisch
of je gaat ervanuit dat de dingen
zich ten goede zullen keren
en je komt elke ochtend opgewekt
je bed uit;
maar dit laatste is zeldzaam.
Zo zie ik het.
| |
[pagina 247]
| |
27 Deuren-monoloogDAME
Die deuren hier
die dubbele deuren
daar kom ik niet doorheen
ze hebben hier van die deuren
van die dubbele deuren
daar kom ik klem tussen
en ook klem in m'n hoofd
dat ik niet meer weet
wat voor of achter is
dat ik totaal, ja,
in de war raak;
het gaat namelijk zo
als ik de ene deur door ben
sluit de andere
of andersom
kijk
daar heb je het al
ik vergeet 't altijd
ik vergeet altijd welke deur
ik al door ben
en welke ik nog moet
dus ga ik als een radeloos dier terug
maar dan sluit de deur achter mij zich
en als ik dan weer naar voren ga
sluit de deur van voren
en kom ik opnieuw klem te zitten;
zoiets is toch erg
zulke moeizame deuren
die alleen maar bedacht zijn
om ons, mensen van respectabele leeftijd,
te kwellen en het leven zuur te maken
| |
[pagina 248]
| |
het maakt me bedroefd
die deuren
en kwaad;
kwaad maakt het me ook.
| |
28Kegelen,
dat doe ik graag
in de morgen
maar ook 's avonds
en in de middag
doe ik 't ook graag;
kegelen.
| |
29 CupidoVROUW
(Met glanzend haar)
Ze zeggen
‘op een verdorde akker bloeit geen bloem’
zeggen ze
maar ik weet
dat dat niet waar is
uit eigen ervaring
weet ik dat dat niet waar is;
op een verdorde vlakte kunnen heel goed
bloemen bloeien
als je maar wil
als je er maar echt in gelooft;
het is een kwestie van wilskracht
en liefde;
liefde ook.
| |
[pagina 249]
| |
30 DriegesprekDRIE DAMES
-Het wordt zo eenzaam.
-En zo koud.
-Wat doen wij hier dan nog?
-Wij wachten.
-Op de cake.
-Op het gladgeschoren gazon.
-Op de bloemen.
-Op de mooie toespraken.
-Op het handje zand op onze kist.
-Op de gelukwensen.
-De advertenties.
-De grote reis naar boven.
-Zeg. Gelooft u eigenlijk in God?
-Laat ik het zo zeggen ik denk dat er wel iets is, ja, waarom zouden wij er anders zijn?
-Ik geloof nergens in. Niks heeft zin. Het leven is umsonst.
-Dat is een vrolijke gedachte.
-Dat is het zeker.
-Ik voel overal pijn.
-We hebben te lang gepraat. Daar krijg je pijn van. In je hoofd.
-We moeten even zwijgen.
-Ik kan mijn eigen gedachten niet eens meer horen.
-Wees dan even stil.
-Stil...
-Ja, we moeten stil zijn.
(Lang stilte. Dan zachtjes operetteklanken, maar vreemd vervormd. Er verandert ook iets in het licht)
| |
[pagina 250]
| |
31
(De muziek gaat - zacht - door)
ZEER OUDE VROUW
(Vreemde glans in de ogen)
Zojuist ben ik in het licht opgegaan
dat was niet eng
dat was heel vanzelfsprekend
een engel met grote gouden vleugels
kwam mijn kamer binnen
en vroeg mij mee te gaan
het was een zeer knappe engel, met krullen in de nek,
hij nam me bij de hand
en voerde me mee;
de gang door
het huis uit...
voor ik het wist
liepen we op de lucht
aan mijn enkels zaten opeens vleugeltjes
de wind waaide langs mijn wangen
het was een helse klim
maar ik werd niet moe
ik ben 201, moet u weten,
dus zo'n wandeling naar boven
is geen sinecure
maar de engel was al die tijd bij me;
en toen we boven aankwamen
bij de poort die toegang verschaft
werd ik volkomen verblind
door die schitterende stralenpracht
en het volgende dat ik pas weer zag was
mezelf op de operatietafel
met twee slangen in m'n neus
en een dichtgenaaide borst;
toen had ik heimwee.
| |
[pagina 251]
| |
32VROUW
Het ergste is
als er voetbal op tv is
dan moeten ze allemaal kijken
de mannen
naar de ‘champions-lieg’
of zoiets
met sterren en vlaggen:
dom gedoe
tweeëntwintig man achter een bal aan
op een gifgroen grasveld
-'t is me veel te groen-
tweeëntwintig ellendig kleine poppetjes
-je kunt nooit zien wat ze doen-
en het ergste is de fluit
-die schrille, veel te harde fluit-
die fluit kan ik niet velen.
Totaal niet.
Dus...
| |
33 HerhalingVROUW
Want dat is 't enige
waar ik een beetje bang voor ben
dat later iedereen bij de naam
Aleida van der Waal
zal vragen
wie is dat?
Dat is wel een beetje mijn angst,
ja.
| |
[pagina 252]
| |
34 VraagVROUW
(Enigszins angstig)
Als je dood bent... is er dan nog iets?
VROUW
2 Nee, nee dan is er niks meer.
Of, jawel dan is er nog wel iets.
De vergetelheid.
Die is er nog, de vergetelheid.
| |
35DAME
Ik heb het gevoel alsof ik in een hoepeltje groei
ik bedoel...
sinds ik geboren ben
is er zoveel tijd voorbijgegaan
en zoveel gebeurd
dat ik het idee heb
dat ik weer naar het begin toegroei
naar mijn geboorte toe
alsof er een kromming in de tijd zit
en ik weer uitkom
bij het begin.
| |
36MOEIE VROUW
Eindelijk...
eindelijk heb ik de laatste tree bereikt...
(Ze sterft)
| |
[pagina 253]
| |
37OUDE VROUW
Dit kaakje is te hard
ik bijt er mijn eigen kaakje
op stuk
wie heeft dit kaakje gebracht?
ik vind het heel flauw
horen jullie?
mij zo te sarren
ik ben blind en zie niet goed, maar
ik weet heus wel dat dit geen boterbal is!
boterballen zijn zacht
ach, ik ben zo moe
zo moe...
dan nu maar lekker naar bedje toe.
Kan er nog een slaapliedje zijn?
(Ze sterft)
| |
38 Dagbeschrijving
| |
[pagina 254]
| |
en dat alles tevergeefs was;
het hele leven en alles
en ik moest licht huilen
enkele tranen
zodat ik om vijf over elf met de kanten zakdoek
mijn natte wangen heb gedroogd
terwijl op de televisie het testbeeld verscheen;
om precies elf uur des avonds heb ik de televisie
uitgezet en mijn kunstgebit verwijderd
ik kan niet slapen met het gebit in;
ik ben panisch dat het mijn keelgat in zal glijden
en ik gestikt wakker zal worden
of eigenlijk niet wakker zal worden,
dat is ook een boze gedachte;
toen, om half twaalf in de vroege nacht,
ben ik het bed ingegaan
en heb ik geluisterd naar de geluiden van het huis
- met de kleine lamp aan -
ik hoorde
gekletter van een deur
gevloek van meneer Molenaar
gepiep van een rolstoel door de gang
geblaf van honden in de verte
de wind langs de stenen muren
mensen buiten die dingen riepen
het getik van de wekker
het gebons van mijn hart;
al die dingen hoorde ik
om half twaalf merkte ik
dat ik de slaap niet kon vatten
en ben ik maar weer
in de stoel met de zachte leuning gaan zitten
daar
| |
[pagina 255]
| |
in die vertrouwde stoel
ben ik om kwart over twaalf exact
aan een hartstilstand gestorven...
Pfft...
(Ze sterft)
| |
39
(De dames zingen met geknakte hoofden ‘Salzkammer Gut’. Buiten is het donker)
| |
40 VogeltjesVROUW 2
Vogeltjes...
VROUW 3
Overal vogeltjes...
VROUW 1
Vogeltjes...
VROUW 2
Mooi...
VROUW 3
Ja.
Mooi...
VROUW 2
Zullen we ze voeren?
VROUW 3
Nee.
Nee, want ze lusten geen brood...
VROUW 2
Jammer...
VROUW 3
Ja.
Jammer...
(Zachte muziek. Deuren gaan open en worden weer gesloten. Donkerslag)
|
|