Toneel
(1996)–Don Duyns– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 95]
| |||||||
[pagina 96]
| |||||||
‘Ik heb een man, een hond en een paard.
Wij zitten samen voor de open haard en vragen ons af Wat doen wij hier op aard?’
(Ina van O., Verzameld werk, Haarlem, 1967)
| |||||||
Personen
| |||||||
DecorDe actie speelt zich af op en rond een groot (plastic) haardvuur. De verdere ruimte is zwart als de nacht. | |||||||
[pagina 97]
| |||||||
Proloog
(Twee mannen voor een gordijn)
MAN 1
Een glas wijn? MAN 2
Graag. Maar hoe weet ik zeker dat u er geen arsenicum in gestrooid heeft? MAN 1
Vertrouwt u me maar. MAN 2
Ik vertrouw u helemaal niet. We ruilen van glas. MAN 1
Prima. Alstublieft. MAN 2
Dankuwel. Proost...hee maar...u had kunnen weten dat ik van glas zou willen ruilen. U heeft het gif dus in uw eigen glas gedaan! MAN 1
Ik heb überhaupt nergens gif in gedaan. MAN 2
We ruilen! Alstublieft! MAN 1
Dank u. Proost. MAN 2
Nee wacht! Ook deze ontwikkeling had u kunnen voorspellen. Geeft u mij het andere glas. MAN 1
Alstublieft. Nu heeft u uw oorspronkelijke glas weer terug. MAN 2
Zo is het goed. Proost! MAN 1
Proost...op uw gezondheid!
(Man 2 drinkt van het glas wijn en sterft ter plekke. Man 1 gaat af. Black-out. Vioolmuziek van Vivaldi)
| |||||||
Scene 1
(De inspecteur in zijn werkruimte, alleen & verloederd. Omringd door drankflessen. De telefoon rinkelt. Er komt beweging in de inspecteur. De telefoon rinkelt. De inspecteur neemt op)
INSPECTEUR
Hallo...hallo?...hallo! Godverdomme... | |||||||
[pagina 98]
| |||||||
(Hij hangt op. Neemt een slok uit een van de drankflessen. de telefoon rinkelt. De inspecteur neemt op)
INSPECTEUR
Ja hallo! O, bent u het nee...nee, ze bestaan niet moeder...nee, echt niet...verzinsel van de kranten ja...wat?...Nee, ik moet weer aan het werk, ja, kusjes. Nee, kusjes!
(Hij hangt op. Neemt een slok uit één van de flessen. de telefoon rinkelt weer. Stopt. En begint weer te rinkelen)
INSPECTEUR
Mijn God...
(Hij neemt op)
INSPECTEUR
Hallo? Nee stomme koe! Stoor me niet steeds! Ja. Had ik toch al gezegd?! Ga nou maar slapen. Nee, ik kom geen oudjaar vieren. Wat?...Ja, jammer dan. Goed, dàààg, kusjes. Kusjes!
(Hij gooit de hoorn op de haak. Steekt een sigaret op. Neemt een slok. De telefoon rinkelt. Hij laat het ding rinkelen. Neemt dan toch op)
INSPECTEUR
Godverdomme seniele bes!...O...war?...Sorry. Een zaak? Ja, nee, m'n moeder...Een zaak? Echt waar? Ik...kom eraan. Momentje. Zo ter plekke.
(Hij hangt op. Trekt de stekker van de telefoon uit het stopcontact. Trekt zijn dure, maar morsige regenjas aan. Mompelt in verwarring voor zich heen)
INSPECTEUR
Een zaak...Jezus...een zaak.
(Hij propt een fles jenever in de rechterzak van zijn regenjas. Loopt dan weg. Black-out.
Op de band het geluid van een optrekkende en wegscheurende auto; gemengd met suggestieve saxofoonmuziek) | |||||||
[pagina 99]
| |||||||
Scene 2
(Kale man, zijn vrouw (Ina van O.) en zijn broer (Sjon) rond het langzaam opgloeiende haardvuur. Glazen in de hand. Broer laat een champagnefles knallen. Midden in een gesprek)
KALE MAN
Als je teveel naar die muziek luistert ga je dood. INA VAN O.
O, ik ben zo opgewonden! SJON
Is het zo ver? Het is bijna zo ver. INA VAN O.
Bijna...bijna...bijna! KALE MAN
Vivaldi, oké. Maar dan: Beethoven. SJON
Ach wat. INA VAN O.
Hou de tijd, de tijd in de gaten. KALE MAN
Aan de andere kant... SJON
Welnee. KALE MAN
Ja toch! SJON
Welnee. In geen geval. KALE MAN
Uitgesloten? SJON
Uitgesloten! KALE MAN
Zeker weten? SJON
Zeker weten! KALE MAN
Als je teveel naar die muziek luistert... zeg ik toch. INA VAN O.
Ik ben zoooo opgewonden. KALE MAN
Rustig. Rustig! INA VAN O.
Zoooooo opgewonden, denk je 's in! KALE MAN
Hou je smoel! SJON
Bederf de sfeer nou niet. KALE MAN
Bemoei je er niet mee! Mijn vrouw, niet de jouwe. INA VAN O.
We hebben toch een fijn jaar gehad? KALE MAN
Een klote - jaar! Klote, klote, klote! | |||||||
[pagina 100]
| |||||||
INA VAN O.
Er waren leuke momenten... KALE MAN
Klote! SJON
Hoe zou het zijn om juist nu... KALE MAN
Klote! SJON
...te sterven, hoe zou dat... INA VAN O.
Er wáren leuke momenten. SJON
...zijn? KALE MAN
Nu? SJON
Ja. KALE MAN
Klote! Als je teveel naar die muziek... INA VAN O.
Had je al gezegd KALE MAN
Al zeg ik het tien keer! Hou je nog je smoel, ja?! INA VAN O.
Mijn jaar is verpest. KALE MAN
Maar we hadden leuke momenten. INA VAN O.
Vind jij dus ook? KALE HAN
Welnee. INA VAN O.
Klootzak. SJON
Ik kom nog 's bij jullie langs op... KALE MAN
Het spijt ons. Echt onbeleefd. INA VAN O.
Erg onbeleefd. Sorry. Nog een toastje? Of een bol? SJON
Te vet. Nee, ik ga. KALE MAN
Blijf, het is bijna... INA VAN O.
Bijna tijd ja. Blijf, blijf en God zal je belonen. SJON
God, hoezo nou weer God? INA VAN O.
Ik zeg ook maar wat. KALE MAN
Hou dan je mond! INA VAN O.
Maar blijf. KALE MAN
Ja blijf. INA VAN O.
Het is tenslotte bijna... KALE MAN
Precies. | |||||||
[pagina 101]
| |||||||
SJON
Goed, maar alleen omdat ik geen zin heb om... INA VAN O.
Gelukkig! SJON
... op straat, en dan met het portier open... INA VAN O.
Pak van m'n hart! SJON
... naar het vuurwerk kijken, nee dan nog liever... INA VAN O.
Enorme opluchting. SJON
... in dit lugubere huis. KALE MAN
Luguber? Hoezo? Wat is er mis met dit huis? SJON
Het is luguber, dat is er mis. KALE MAN
Ik woon hier godverdomme al dertien jaar en er is niks mis met dit huis. Helemaal niks! SJON
Dit huis, deze kamer...ik zie bloed langs de wanden stromen. KALE MAN
Broertje, gedraag je! INA VAN O.
Wat bedoel je...bloed? SJON
Bloed, bloed, langs de wanden, de trap af, de kamer in. Er gaat hier iets gruwelijks gebeuren. INA VAN O.
Wat is er met hem? KALE MAN
Steekje los. Niks aan te doen. Slaat soms door. Haal maar een glaasje water, een glaasje lauw water. INA VAN O.
Doe het zelf. SJON
Uur U nadert. KALE MAN
Niet naar luisteren. Aderverkalking. Volstrekt ongevaarlijk. Wij heffen het glas... INA VAN O.
Het is bijna tijd... SJON
Ja, ja, uur U nadert. KALE MAN
Hersenschimmen. Klein kind! INA VAN O.
Misschien. Maar toch... SJON
Tien! KALE MAN
Mafketel! SJON
Acht! | |||||||
[pagina 102]
| |||||||
KALE MAN
Eikel. SJON
Zes! KALE MAN
Zielepoot. SJON
Drie! KALE MAN
Ach gut. SJON
Eén!
(Het licht valt uit. Een schot weerklinkt. Gevolgd door een ijselijke gil)
| |||||||
Scene 3
(Donker. Stemmen. Paniek)
INA VAN O.
wat gebeurt hier? SJON
licht is uitgevallen, geloof ik. INA VAN O.
Ja, dat zie ik ook wel. Of eigenlijk: ik zie helemaal niks. SJON
Wat was dat voor knal daarnet? INA VAN O.
Wat voor knal? SJON
En die gil, wat was dat allemaal?. INA VAN O.
Weet ik niet. Waar is Charles? SJON
Weet ik niet. Waar is Charles. INA VAN O.
Dat vroeg ik jou. Waar is hij? SJON
Charles! Broer! INA VAN O.
Charles, doe niet zo flauw! SJON
Ah, ik heb de stoppen! | |||||||
Scene 4
(Het licht gaat weer aan. Charles ligt dood op de grond, in een plas dieprood bloed. Broer voelt zijn pols. Kijkt zorgelijk)
| |||||||
[pagina 103]
| |||||||
SJON
het is charles. Hij is dood. INA VAN O.
Welnee. Gewoon 'n geintje. Charles, sta op! SJON
Hij staat nooit meer op. Nooit meer. INA VAN O.
O Charles, wat is er met je? Net in het nieuwe jaar. SJON
Hij is dood Ina. Dat moet je onder ogen zien. INA VAN O.
Hij heeft een bloedneus. Dat is alles. Gewoon een bloedneus. SJON
Deze man is zo dood als een pier. INA VAN O.
Dat weiger ik te geloven. Welke bewijzen heb je daarvoor? SJON
A: zijn hart slaat niet meer. B: hij ademt niet. C: hij geeft geen antwoord op onze vragen. INA VAN O.
Oooo nee!
(Ze stort zich op het lijk. Tranen wellen op in haar ogen)
INA VAN O.
Hij was een bruut. Maar wel een goede. SJON
Laten we praktisch blijven. De politie, we moeten de politie bellen. INA VAN O.
Nee, niet de politie! SJON
Waarom niet de politie? INA VAN O.
Ik heb een hekel aan de politie. SJON
Hoezo hekel? INA VAN O.
Kan ik niet zeggen. Is geheim. SJON
O, is geheim. Nou, bel ze toch maar even op. INA VAN O.
Okee, als jij het zegt. SJON
Ja, ik zeg het. Bel! INA VAN O.
De telefoon, waar is de telefoon? SJON
Ga ik ondertussen het lijk in de tuin begraven, voor het gaat stinken. Hygiëne voor alles. Kom op broertje. Tjeezus, ben jij zwaar!
(Hij heeft kale man op zijn rug getild en loops weg. Ina
| |||||||
[pagina 104]
| |||||||
heeft ondertussen de telefoon gevonden en met trillende vingers het nummer gedraaid)
INA VAN O.
waaat zegt u?...o, dan is het...ja, nee, met In a van O. te A.,...ik heb een zaak voor u...ja, voor u, ja. Mijn man, ziet u...komt u toch...ik ben wan hopig...komt u toch snel!
(Ze hangt op. Ziet op de grond de bloedvlek)
INA VAN O.
Hè getverdemmie.
(Met een zeemlap veegt ze het bloed weg)
INA VAN O.
Weduwe...zo jong al. Alleen in het leven, alleen in de dood. Alleen op de wereld...
(Ze peinst over haar eigen woorden. In de verte straatgeluiden. Sjon komt terug, vieze handen, bezweet gezicht)
SJON
zo dat ligt onder de grond. INA VAN O.
Wat ligt onder de grond? SJON
Het lijk. Ik heb het begraven. INA VAN O.
Ja, lul! Dat had je voor de politie moeten laten liggen dat lijk. Daar had je met je vingers helemaal niet aan mogen zitten! SJON
Ik doe toch ook maar m'n best? Als broer en zwager? INA VAN O.
Is ook zo. Is ook zo. Fijne knul. Braaf. SJON
Wat nu? Wat kunnen we doen? INA VAN O.
Wachten tot de autoriteiten ter plekke zijn, dat is alles. SJON
Ina...ik moet je iets bekennen. INA VAN O.
Doe maar niet. SJON
Ik moet je iets bekennen. INA VAN O.
Beter niet. SJON
Ik moet. INA VAN O.
Je maakt jezelf ongelukkig Sjon. SJON
Nee Ina. Er brandt iets in me. INA VAN O.
Ik wil het niet weten, Ik wil het gewoon niet weten. | |||||||
[pagina 105]
| |||||||
SJON
Ik moet het je zeggen. INA VAN O.
Sjon, alsjeblieft. M'n man is net...laat me met rust. SJON
Spot niet met mijn gevoelens! INA VAN O.
Welke gevoelens? SJON
Nu is de tijd gekomen. De tijd van liefde. INA VAN O.
Je bent belachelijk en pathetisch Sjon. Bovendien ben ik in de rouw.
(Ze zet een voile op. Er wordt gebeld. Suggestieve saxofoonmuziek)
INA VAN O.
De bel! Daar zal je 't hebben. Doe open! SJON
Je spot met me, met wat ik denk, met wat ik voel...ik voel me leeg...leeg als een leeggelopen opblaasbedje.
(Er wordt weer gebeld)
INA VAN O.
Doe nou open! Ik heb verdriet. SJON
Nee! INA VAN O.
Getverdekkie, al die ellende op één avond. | |||||||
Scene 5
(Puffend en zuchtend opent ze de deur. de inspecteur schijnt haar met een zaklamp in het gezicht. Sjon bekijkt z'n schoenpunten)
INSPECTEUR
Goedenavond. U had gebeld? INA VAN O.
Nee, u had gebeld. Wat moet u? INSPECTEUR
Ik ben de politie. INA VAN O.
U bent de politie? INSPECTEUR
Nu ja, ik maak er deel van uit. Ik ben natuurlijk niet de gehele politie in m'n eentje. Zo is 't ook weer niet. | |||||||
[pagina 106]
| |||||||
SJON
Hahaha! Da's een goeie! INA VAN O.
Nogmaals: wat moet u? INSPECTEUR
U had gebeld. INA VAN O.
Nee, u had gebeld.
(De inspecteur pakt zijn revolver en schiet twee keer hard in de lucht)
INSPECTEUR
Luistert u goed: geen geintjes met mij of ik schiet u overhoop en wie is dat? INA VAN O.
M'n zwager, Sjon. SJON
Zeg maar Sjon. INSPECTEUR
Aangenaam. Welaan, waarom heeft u mij laten komen? INA VAN O.
Meneer de inspecteur, er is een dode gevallen. INSPECTEUR
Van het balkon? INA VAN O.
Nee, ik bedoelde dat spreekwoordelijk. INSPECTEUR
Hou het duidelijk, wilt u! SJON
Ze is duidelijk. INSPECTEUR
Geen discussie! Helderheid! SJON
Mijn broer, inspecteur, mijn broer is doodgeschoten. Juist vanavond. INSPECTEUR
Aha. Moord. Murder. En wie is de dader? INA VAN O.
Weten we niet. Maar hij moet gepakt worden, tot elke prijs. Don't let me down. INSPECTEUR
Pardon? INA VAN O.
Liedje van de Beatles. Jeugdsentiment. INSPECTEUR
Ah. Jeugdsentiment. Verwerpelijk! Eh...u bent de vrouw van het slachtoffer? INA VAN O.
Ja, de vrouw, de weduwe. Ach en wee, ach. SJON
Zo is het en anders niet, want anders is het niet. INSPECTEUR
Waar is het lijk? The Body? | |||||||
[pagina 107]
| |||||||
SJON
Heb ik in de tuin begraven. De rigor mortis trad reeds in, dus ik dacht... INSPECTEUR
U moet niet denken. Imbeciel! Bewijsmateriaal begraven rücksichtlos. Graaf op dat lijk! En snel! SJON
Tot uw orders, inspecteur.
(Hij gaat)
| |||||||
Scene 6
(De inspecteur kijkt Ina doordringend aan. Zij bloost)
INSPECTEUR
Zo, en nu u. Had ik u al gezegd dat u een prachtige vrouw bent? INA VAN O.
Ik, nee, ik, nee... INSPECTEUR
Bij deze dan. INA VAN O.
Maar wat heeft dat met deze zaak te maken? INSPECTEUR
Welke zaak? INA VAN O.
De zaak Moord Op Kale Man. INSPECTEUR
Kale Man? INA VAN O.
Mijn man was kaal. Zijn hele leven al. Van de wieg tot het graf. Het graf... INSPECTEUR
Dat werpt een nieuw licht op de zaak! INA VAN O.
Welke zaak? INSPECTEUR
De zaak Moord Op Kale Man. Heeft u enig idee, enig idee hoe of wat, wie, waar en waarom? INA VAN O.
Geen idee. Absoluut geen. Onbegrip aan mijn kant. Volslagen onbegrip. Wanhoop ook. Pure wanhoop. INSPECTEUR
Werkt u nou even mee. Vijanden? INA VAN O.
Ik? INSPECTEUR
Uw man. | |||||||
[pagina 108]
| |||||||
INA VAN O.
Geen. Absoluut geen. INSPECTEUR
Kan uw zwager de dader zijn? INA VAN O.
Nee. Brave borst. Doet niemand kwaad. Gestoord, maar ongevaarlijk. INSPECTEUR
Godsamme, zo kom ik nergens! Ik bedoel: ik heb geen aanknopingspunten. No clue's. U weet niet hoe erg dat is, om geen aanknopingspunten te hebben. Deductie defect. Geen logische keten van oorzaak en gevolg. Ahum. Gevolg: een dood lijk. Maar oorzaak? Oorzaak: onbekend. Van de regen in de drup. Ratio en gevoel, taboe. INA VAN O.
Ik kan u even niet meer volgen. INSPECTEUR
Geeft niet schatje. Ik associeer. Beproefde methode. Free the mind. Start van nul. En zie waar je uitkomt. U een slokje? INA VAN O.
Nee dank u, ik ben pas ziek geweest. INSPECTEUR
Sporen? INA VAN O.
Wat? INSPECTEUR
Of er sporen zijn. INA VAN O.
Van wie? INSPECTEUR
De dader. Heeft de dader op enigerleiwijze voetsporen, vingerafdrukken, anderszins, ontlasting, overgeefsel, roept u maar. INA VAN O.
Nee, geen sporen... of... ja. Een voetafdruk. Niet van mij of Sjon. Ziet u? INSPECTEUR
Ben niet blind nee. Mooi spoor. Maar onbruikbaar. INA VAN O.
Onbruikbaar? Hoezo? INSPECTEUR
Is mijn voetspoor. INA VAN O.
Ach jammer. INSPECTEUR
Ja. INA VAN O.
Ach. INSPECTEUR
Zo is het. | |||||||
[pagina 109]
| |||||||
INA VAN O.
Zeker weten.
(Een korte stilte. Plotseling pakt de inspecteur Ina ruw vast. Lichtchangement. Verandering van toon. Hard, koel en zakelijk)
INSPECTEUR
Naam? INA VAN O.
Ina van O. INSPECTEUR
Beroep? INA VAN O.
Gedichten schrijven. INSPECTEUR
Wat moet ik me daarbij voorstellen? INA VAN O.
Moeilijk uit te leggen aan een leek. INSPECTEUR
Probeert u het toch maar! INA VAN O.
Bien. Goed. Ik steek een stokje wierrook aan, pak een vel papier en ga zitten, urenlang stil zitten. INSPECTEUR
Urenlang? INA VAN O.
Urenlang. INSPECTEUR
Wat doet u dan? INA VAN O.
Wat? INSPECTEUR
Wat doet u dan? INA VAN O.
Ik denk, mediteer, laat mijn gedachten de vrije loop. Dan opeens, als een Japanse tekenaar, zet ik met een paar pennestreken een associatief klankenspel op papier. INSPECTEUR
Een wat? INA VAN O.
Een associatief klankenspel. INSPECTEUR
Goed eh... all right... wat deed u in de nacht van zaterdag op zondag? INA VAN O.
Masturberen. INSPECTEUR
En verder? INA VAN O.
Associatieve klankenspelen schrijven. INSPECTEUR
Wie was daarvan getuige? INA VAN O.
Mijn poes. Frolick. INSPECTEUR
Verder niemand? | |||||||
[pagina 110]
| |||||||
INA VAN O.
Nee.
(Lichtverandering. Muziek. Sjon komt terug, smerig en teleurgesteld)
| |||||||
Scene 7SJON
Niets gevonden. Sorry. INSPECTEUR
Wat zegt u? SJON
Lijk is verdwenen. Overal gezocht. Gewroet in de aarde. Klei achter de nagels. Zweet in de bilspleet. Maar nee. Ellendig hè? INA VAN O.
Hoe kán dat nou? INSPECTEUR
Lijken verdwijnen niet zomaar. Never! Wat is dit voor een beerput! INA VAN O.
Zeg! Rustig in mijn huis. Kalm. Er is niets, niets aan de hand. Kopje thee? INSPECTEUR
Nee. Sigaretje? SJON
Dank u. Stukje chocolaa? INSPECTEUR
Nee dank u. Ter zake. Uw broer... SJON
Ja? INSPECTEUR
... is dood. SJON
Weet ik. Maakt me erg verdrietig. Maar we moeten voort / op het wankele levenskoord. INSPECTEUR
Zo is het maar net. Naam? SJON
Sjon. Roepnaam Sjon. INSPECTEUR
Beroep? SJON
Warme bakker. INSPECTEUR
Zijn er dingen die u haat? SJON
Ja, kleine kinderen (en u). INSPECTEUR
Wat deed u in de nacht van zaterdag op zondag? SJON
Masturberen. | |||||||
[pagina 111]
| |||||||
INSPECTEUR En verder? SJON
Ik las een boek over bedreigde diersoorten. De tijger, de olifant, de koala-beer, dat soort dieren. Wat deed u? In die nacht? INSPECTEUR
Ik probeerde te slapen. SJON
En verder? INSPECTEUR
Masturberen. Maar ik stel hier de vragen. SJON
Ja, is ook zo. INSPECTEUR
Gelooft u in God? SJON
Alleen als in het vliegtuig zit en we storten net niet neer, dan geloof ik in God. Ja; mijn God, niet de God uit de bijbel. Niet die man met die baard aan dat kruis. INA VAN O.
Jezus, dat is Jezus, Sjon! Inspecteur vraagt u deze man alstublieft niets meer. De domheden kruipen als maden uit zijn mond. INSPECTEUR
Ik ben hier de baas. Ik heb hier de leiding. U moet uw smoel houden. Is dat duidelijk? INA VAN O.
In beginsel wel. Maar dit is mijn huis en u bent te gast. INSPECTEUR
Ik ben hier bezig met een officieel onderzoek, een vakmatige autoriteit, dat ben ik! INA VAN O.
En dat houdt in, ja houdt dat in dat u me zomaar kunt proberen te verkrachten?! SJON
Is dat waar vieze vent? INSPECTEUR
Welneen. Gelogen. INA VAN O.
Het is waar Sjon. Hij wou me net penetreren toen jij binnenkwam. SJON
Vuile goorlap, Ina is van mij! INA VAN O.
Ik ben ook niet van jou Sjon. INSPECTEUR
Lastig vrouwtje hè? Weten wij wel raad mee. Net zo makkelijk. Zit! Lig! | |||||||
[pagina 112]
| |||||||
INA VAN O.
Ik ben geen hond. Ik ben een zelfstandige vrouw. Met hersens en hart op de goede plaats. INSPECTEUR
Voor deze keer zal ik u respecteren. Maar over het algemeen heb ik het niet zo op vrouwen met haar tussen hun benen. INA VAN O.
Hoe weet u dat... dat? INSPECTEUR
Gokje. Er wordt gebeld. SJON
Welneen. Neen. Neen. INSPECTEUR
Ik zeg u: er wordt gebeld. INA VAN O.
Ik hoor niks.
(Harde muziek. (Prince, Acid House) Waanwereld van de inspecteur. Hij begint te trillen)
INSPECTEUR
De zaak ontglipt me, ik voel het, verdomme!
(Hij neemt een flinke slok uit een meegebrachte fles. De muziek stopt. Alles weer normaal)
INA VAN O.
Wat zegt u? INSPECTEUR
Sorry, ik had even een wegtrekkertje. Maar nu ben ik er weer. Zegt u het maar. INA VAN O.
Nee, zegt u het maar. Bent u al iets verder? Weet u al iets meer? SJON
Ja, heeft u de zaak al opgelost? INSPECTEUR
Nee, om u de waarheid te zeggen... nee, ik weet nog niks. Als ik echt eerlijk ben moet ik dat zeggen. Alle deuren waren dicht ten tijde van de moord? INA VAN O.
Ja, en alle ramen ook. INSPECTEUR
Was ik al bang voor. Tja... tja... dan zijn er eigenlijk maar twee verdachten... SJON
Wie dan? INA VAN O.
Ja wie dan? INSPECTEUR
U beiden. INA VAN O.
Belachelijk. | |||||||
[pagina 113]
| |||||||
SJON
Schandalig. INA VAN O.
Een leugen. SJON
Walgelijk! Mijn eigen broer! INA VAN O.
U bent ontslagen! INSPECTEUR
U kunt mij niet ontslaan. INA VAN O.
Jammer. INSPECTEUR
Maar u heeft gelijk. Het is belachelijk om te denken dat één van u beiden de moord heeft gepleegd. SJON
Ja! Wie vermoordt er nou z'n eigen broer? INA VAN O.
Of man? INSPECTEUR
Precies. Dat is belachelijk. En daarom: een voorstel. INA VAN O.
Een voorstel? SJON
Een voorstel? INA VAN O.
Zegt u het maar. INSPECTEUR
Mijn voorstel is: reconstructie. INA VAN O.
U bedoelt... reconstructie? INSPECTEUR
Ja. Reconstructie, ja. SJON
O Leuk, reconstructie. INA VAN O.
Het zal helaas niet kunnen. INSPECTEUR
Waarom niet? INA VAN O.
Mijn man is er niet. Niet meer. INSPECTEUR
Geen nood. Ik speel uw man. SJON
Spelen? INSPECTEUR
Ja, ik doe even alsof. INA VAN O.
U lijkt op mijn man, weet u dat? Alleen dan... lelijker. INSPECTEUR
Goed, bien, we beginnen een kwartier voor de bewuste moord. Wat deed u toen?
(De inspecteur zet zijn hoed af)
INA VAN O.
Ooooh, u bent ook kaal! INSPECTEUR
Ja natuurlijk, natuurlijk ben ik kaal. M'n hele leven al. | |||||||
[pagina 114]
| |||||||
INA VAN O.
Net m'n man, maar dan lelijker. SJON
U lijkt op mijn broer, weet u dat? INSPECTEUR
Reconstructie! SJON
Rustig maar. INSPECTEUR
Wat deed u een kwartier voor de moord? SJON
Ik maakte een champagne fles eh... een fles champagne open. Zo.
(Hij laat de kurk van een fles champagne knallen)
SJON
Ja... zo ongeveer deed ik dat. INSPECTEUR
En u, wat deed u op dat moment? INA VAN O.
Ik? INSPECTEUR
Ju, eh... ja u. Wat deed u? INA VAN O.
Ik keek naar mijn zwager die een fles champagne opende.
(Een stilte valt. Men staart voor zich uit)
INSPECTEUR
En toen? INA VAN O.
Toen keek ik naar mijn echtgenoot en ik dacht: wat is hij toch kaal... en een diepe haat stak ergens in mij de kop op. INSPECTEUR
Haat? SJON
De kop? INA VAN O.
Pure haat. Ik haatte mijn man ongeveer vijf seconden. Daarna hield ik weer van hem. INSPECTEUR
Waarom? INA VAN O.
Waarom wat? INSPECTEUR
Waarom hield u daarna weer van hem? INA VAN O.
Omdat hij begon te praten. Hij had een mooie stem. SJON
Dat is waar. Mijn broer hád een mooie stem. INSPECTEUR
Wat zei hij? INA VAN O.
Wie? SJON
Wat? | |||||||
[pagina 115]
| |||||||
INSPECTEUR
Uw man, wat zei hij met die mooie stem? INA VAN O.
Hij zei iets wat ik niet begreep. INSPECTEUR
Zonderling. SJON
Mijn broer was een modern mens. INSPECTEUR
En toen? INA VAN O.
Volgde er een gesprek. INSPECTEUR
Ruzie? INA VAN O.
Nee. SJON
Ja. INSPECTEUR
Er was dus ruzie? SJON
Ja. Mijn broer vond haar te opgewonden. INA VAN O.
Dat is een leugen. SJON
Inspecteur, het is eerlijk waar. INSPECTEUR
En wat gebeurde er toen? INA VAN O.
Toen zei mijn zwager dat hij bloed langs de wanden zag stromen. INSPECTEUR
Bloed?! SJON
Ja, ik had een visioentje. INA VAN O.
Volgens mijn zwager ging er iets gruwelijks gebeuren, iets gruwelijks! INSPECTEUR
Hmm, zonderling. Strange. Hoe kon u dat weten? SJON
Ik zag het in mijn geest. INA VAN O.
Zieke geest. INSPECTEUR
En wat gebeurde er toen? INA VAN O.
Toen... toen viel het licht uit.
(Het licht valt uit, een schot weerklinkt. Gevolgd door een ijselijke gil)
| |||||||
[pagina 116]
| |||||||
Scene 8
(Donker. Stemmen. Paniek)
INA VAN O. Wat gebeurt hier? SJON
Licht is uitgevallen, geloof ik. INA VAN O.
Ja, dat zie ik ook wel. Of eigenlijk: ik zie helemaal niks. SJON
Wat was dat voor knal daarnet? INA VAN O.
Weet ik niet. Waar is de inspecteur? SJON
Ah. Ik heb de stoppen! | |||||||
Scene 9
(Het licht gaat weer aan. De inspecteur ligt op de grond, in een plas dieprood bloed. Sjon voelt zijn pols. Kijkt zorgelijk)
SJON
Het is weer gebeurd. INA VAN O.
Welnee. Gewoon 'n geintje. Inspecteur, sta op!
(Sjon schopt hard tegen het lichaam)
SJON
Hij is dood. Net als je man. INA VAN O.
Maar... mijn God... wie doet dit allemaal?!
(Sjon haalt grijnzend een revolver uit zijn zak, hij knijpt zijn ogen samen tot nauwe spleetjes)
SJON
wie dacht je? INA VAN O.
Dit is niet waar! Jij? Een moordenaar? SJON
Ja Ina, ja. Een seriemoordenaar. Ik ben Sjon de seriemoordenaar, waar je zo dikwijls over in de kranten leest. Altijd op zoek naar slachtoffers. INA VAN O.
Jij beest! SJON
En nu was mijn broer aan de beurt, hihi. En de | |||||||
[pagina 117]
| |||||||
inspecteur, hihi. Sjon de seriemoordenaar heeft weer toegeslagen. INA VAN O.
Ik heb nog nooit over ‘Sjon de seriemoordenaar’ in de kranten gelezen. Je verzint maar wat, om intelligent over te komen. SJON
Je moet respect voor me hebben! INA VAN O.
Heb ik niet. SJON
Respect! INA VAN O.
Je bent oliedom. SJON
Oliedom hè? Kijk's hier. INA VAN O.
Wat is dat? SJON
Afstandsbediening voor het licht. Slim hè. Kijk.
(Hij doet het licht achtereenvolgens uit en aan. Grijns)
SJON
Afstandsbediening in de ene hand, schietwapen in de andere. Pief Paf Poef. Hihi! INA VAN O.
Je blijft een domme os!!! SJON
Okee, dat was te veel. Nou heb je me kwaad gemaakt. Nu gaan de lichtjes op groen. Nu schiet ik jou ook een gaatje in je kop. INA VAN O.
Help! SJON
Een mooi rond gaatje!
(Net als Sjon de trekker over wil halen, draait de doodgewaande inspecteur zich op zijn zij. Hij schiet Sjon met een welgemikt schot in de buik)
INA VAN O.
De inspecteur. Mijn redder. Goddank. INSPECTEUR
Nu kan ik sterven. Tenminste één zaak opgelost. Een zaak.
(De inspecteur blijft zwaargewond liggen. Sjon schiet met zijn laatste krachten Ina neer)
SJON
En dat is nummer drie, hihi! INA VAN O.
Ik sterf. SJON
Ik ook.
(Sjon en Ina sterven. De telefoon rinkelt. De inspecteur
| |||||||
[pagina 118]
| |||||||
kruipt er, meer dood dan levend naartoe. Neemt dan op)
INSPECTEUR
Hallo... moeder?... Moeder... een zaak... een zaak.
(Fade-out. Zachte saxofoonmuziek. Einde)
|
|