Ghedenck-boeck(1606)–Jacob Duym– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio Bir] [fol. Bir] Voor-reden oft Prologhe by den Dicht-stelder. UAn de Romeynen wort wel menich stuc beschreven, Van stoute Helden cloeck hoogmoedich aengericht En Hanibal bedreef oock wonder in sijn leven, Maer noyt gheen stouter daed oyt verhaelt op gedicht, Noyt quamer sulck een werck den mensch int gesicht, Als onder t'beleyd cloek des Princen hooch-geboren, Graeff Maurtiz, nu corts is ghecomen hier int licht, Breda dat onlangs was gherooft, gegaen verloren, Door het Spaensch jock benout, jae seer gheschat, geschoren, Is wonderbaerlijck fray verlost uyt het verdriet: Een schipper goet, van God alst blijckt, daer toe vercoren, heeft middel ghesocht, en tijd bequaem oock bespiet, hy bracht veel hout en torf opt Casteel, hier door siet, heeft hy haer deucht te doen in sijn hert voorghenomen Graaff Mauritz dient hy sulcx aen die niet nae en liet Int werck te stellen fray, en deed' haest by hem comen, Den Hopman Herroghier, een onder al de vromen Een uyt ghelesen Man, een hoog-beroemden Helt, Die hem daer borgen liet int schip vrij sonder schromen, Met tsestich Crijchslie stout, behendich wel ghestelt: Sy raken int Casteel, het stuck blijft onghemelt, Des nachts sy al de Wacht om den hals seer fel bringen, Mits het ghevrosen ijs word t'schip schier met ghewelt Ras inghetrocken mits sy boven alle dinghen Groot gebreck hadden van Torf, sy den schipper dwingen [Folio Biv] [fol. Biv] Die te ontladen stracx, als noodich voor haer wacht, Dit is Troiaensche paert, dat daer soo sonderlingen, Voor haer poot was gestelt met vernuft, ooc by nacht, De Vesten braken sy op, en trockent in met cracht: Soo als sy dit torf-schip tot Breda hier oock deden, Op t'geen daer in was word niet nau genomen acht, En hebben daerom al den harden dood gheleden: En Troyen was verbrant, en gerooft na Mars zeden, maer Breda word verlost, en quijt van haren last, De vrienden creghen sy in, verblijd als wel reden: t'Spaensch Crijchs-volck loopt bevreest, als den onweerden gast, Gheeft gehoor, en zwijght doch, en op ons bedrijf past, Want daer met sult ghy nu claer grootlicx vereeren tspel En ghy sult t'verstant van als konnen haest leeren wel. Vorige Volgende