Journaal. Deel 3, boek 7
(1866)–Anthony Duyck– Auteursrechtvrij[De maent van December][Den 2en Decembris]Den 2en Decembris ontfingen de Staten brieven vanden Agent Aerssens vanden 25en Novembris, houdende dat den Baron de Lus, swaeger vanden Heere van Biron, hem gereconcilieert hadde metten Coning van Vranckrijck, ende daer noch claerder aenden dach gebracht het dessein vanden voorn. Biron, ende bewesen dattet geschiede ten dienste vanden Coning van Spangien, mits hij geexhibeert hadde den originellen brieff van denselven Coning aen Biron geschreven, houdende dat hij met sijn desein metten eersten wilde voortsvaren ende hem niet vertsaegen om eenige saecken, gemerckt hij hem met alle sijn macht ende middelen soude seconderen, | |
[pagina 514]
| |
dat hij hem daer sondt een rocher van diamanten om soe hart ende onbeweegelick te wesen als dselve, ende dat hij hem bovendien sont 200.000 croonen om de costen te mogen dragen. Dat Biron desen brief recht voor sijn gevanckenisse hadde ontfangen ende dat tgelt ende de rocher, die veel weerdich te wesen geestimeert werden, noch in Bourgondie waren; dat den Coning gesonden hadde om tselve te doen saiseren; dat anders de saecken in Vranckrijck vol troublen stonden; dat noch verscheiden complotten ende liguerien tegen den Coning werden ontdeckt, d'een daer men seide dat de Hertoge van Bouillon ende Montpensier mede inne soude wesen met veel edeluiden van beide de religien, ende soude aengenomen wesen om te sustineren dat de kinderen vanden Coning niet legetime en waren, dewijle indicta caussa sijn huwelick bij den Paus, die des geen gemacht en hadde was gescheiden, omdat een ligitime huwelick, als sijn eerste mette dochter van Vranckrijck was, alsoe niet en mocht gescheiden werden, ende werden sulcx beschuldicht van getracht te hebben de croone te brengen op thooft van den Prince van Condé ende des Conings kinderen daeraf te frusteren, nietemin dat Montpensier ende Bouillon beide deur heur vrunden int hoff deden uytgeven, dat se te hove souden commen om heur te ontschuldigen. Dat de derde ligue was wel van 6000 edeluyden van beide de religien gedresseert tegen tgedebordeerde vuyle leven vanden Coning ende tegen de groote schattingen, daermede hij sijn ondersaten beswaerde, maer dat men niet perfectelijck en conde verstaen of den Coning van Spangien in eenigen inne quam ofte niet; dat den Coning de signature van veelen hadde ende vast arbeide om de effecten te breecken met tstraffen van d'een ende pardonneren van d'andere. Dat den Gouverneur van Vannes noch was gevangen om de saecken van Biron, dat hierom den Engelsen ambassadeur den Coning seer aenporrede om tot oirloch te verstaen ende verclaert hadde, dat sijn Princesse de handelinge van pays metten Ertshertoge vlack afgesneden hadde ende geseit geen pays te konnen maken met die luyden, die niet en trachten als heerenlanden te perturberen ende te impieteren, twelcke gelooft werde alsoe te sijn, omdat de Coninginne op Spangien ging equipperen. | |
[Den 3en Decembris]Den 3en Decembris quamen de Staten van Hollant bijeen om heure principale dachvaert te houden op tstuck vande consenten voor den toecoemende jare ende de middelen noodich om dselve te vinden op t'stuck vande munte, om daerin den eenparigen voet te vinden ende op t'creeren van een president in den provincialen hove, twee raden in den hogen raet ende twee reeckenmeesters, maer heur dachvaert werde van tbegin aen so | |
[pagina 515]
| |
getraverseert, dat op alle die pointen bijnaest niet met allen gedaen en werde. In dit loopende jaere was uyte tresorien van alle steden getoogen 24 stuvers op elcke tonne biers ten tappe gesleten ende aende steden geconsenteert het equivalent van dien bij andere middelen te vinden. Dienvolgende hadden die van Rotterdam, Schoinhoven, Enckhuysen ende Medenblick ingestelt 2 stuvers op elcke tonne biers in heur stadt gebrouwen ende die bij den biersteeckers van buyten ontfangen souden werden. Die van Delft siende dat dit oick over heure bieren liep, hadden daerover geclaecht alsof tselve streckte tot verdervinge ende beswaringe van heure hooftneringe, ende niettegenstaende de andere steden seiden dat se geen reden van clagen en hadden, omdat heure bieren niet meer en werden beswaert als die vande steden selffs, daer men van gelijcken opgeset hadde, so bleven nochtans die van Delft absent vande vergaderinge, niet willende commen alleer sulcke beswaernisse affgedaen soude wesen, daertoe de andere steden niet en wilden verstaen, meinende dattet al te grooten consequentie soude maken. Hieruyt was te sien hoe weinich vasticheyt der Staten regieringe heeft, dewijle so cleinen incident een scheuringe soude konnen maken, daer geen remedie tegen en soude wesen. De Staten beschreven die van Delft, maer sij excuseerden haer ende noemden bij heur brieven den Staten te wesen gedeputeerden vande edelen ende meest al de steden van Hollant, staetsgewijse vergadert, alsof se hadden willen seggen, dat alle de andere gedeputeerden niet volcommentlick de Staten en konden maken bij ontbreecken van een lit. De Staten sonden eenigen uyt heuren midden naer Delft, maer en waren evenwel niet te bewegen om te willen commen, daerom men heur instantiger schreef ende soe verre beweechde, dat se ten laesten op den 9en in de vergaderinge quamen, doende alleenlick heur clachten over d'voors. beswaernisse ende versochten dat die afgeschaft mochten werden, ofte dat se anders niet gelast en waeren om in eenige deliberatien te mogen treden; seiden mede dat se tot Rotterdam waren geweest ende begeert hadde in de vroetschappe gehoirt te werden, ende dat heur sulcx niet en hadde mogen geschieden. Die van Rotterdam naer commende ende dat hoirende ontkenden tselve, daerom goetgevonden werde dat se op den 11en ten 10 uyren tot Rotterdam souden commen, dat de vroetschap dan vergadert soude wesen ende heur geerne hoiren. Dienvolgende quamen sij den 11en tot Rotterdam, werden gehoirt ende evenwel heur versoucken afgeslagen, daerom sij weder naer huys gingen sonder noch ter dachvaert te willen commen, waerom de Staten den 12en heur wederom schreven dat se doch wilden commen ende de heele staet vande landen niet verachteren om dese | |
[pagina 516]
| |
cleine disputen, dat sij sullen procureren dat de 2 st. voortaen niet meer en sullen ontfangen werden op de incomtste vande bieren ofte vande biersteeckers, maer op de consumptie, ende van degeenen die d'selve consumeren, ende dat d'selve niet langer en sullen staen als de 2 st. op de in de stadt gebrouwen bieren sullen blijven, ende dat se op de voet van desen middelwech doch op morgen in de vergaderinge willen commen. Hierop begonnen sij gehoor te geven ende quamen den 14en Decembris in de vergaderinge. Aende andere sijde quamen die van Leiden ter dachvaert met veel clachten tegen die edelen, die heerlicheden onder Leiden hadden, ende van alle de thuynluyden wilden hebben thienden van heur moes ende ander gewas vande thuynen, dan tselve werde bij den Staten aldus gemiddelt, dat alle saken in state souden blijven als die waren, ende dat beide de partijen binnen ses weecken heur grieven ende gerechticheit souden stellen bij geschrifte ende mette documenten van dien overleveren aende Staten om dan daerop te nemen de advisen vanden hoogen ende provincialen hove ende die gesien bij den Staten staetsgewijse de saecke af te doen. Ende of wel de Staten bijeen bleven totten 21en toe, soe liepen nochtans alle de saecken met disputen af sonder yet eintelijcx te doen in tstuck vande consenten, omdat veele steden d'selve niet en begeerden te dragen soo hooge als die in dit jaer geweest waren, nochte oock yet te doen op de middelen, omdat eenige steden difficulteerden de capitaele impositie, anderen de 24 st. uyte tresorien, anderen de 40en penning op de alienatien ende beswaernissen vande onroerende goederen; conde mede niet verdragen op t'creeren vanden President, omdat vande Warcke uyt Zeelant aenden heere van Oldenbarnevelt geschreven hadde, dat die van Zeelant gesint waren heur te evertueren voor dit jaer in de consenten ende in de regieringe soe veel mogelick heur te conformeren mel die van Hollant, ofte oick heure middelen mette selve te confunderen, deden mede niet in t'creeren vande andere officien, omdat niet geraden gevonden werde de landen meer te beswaren met tractementen als de consenten niet en souden mogen volgen, ende werde soe alles vuytgestelt totten 1en Februarij toecoemende toe. Nietemin hadde de heere van Oldenbarnevelt voor t'scheiden vande dachvaert aende principaelen geopent 3 pointen, die men secretelijck most tracteren, te weten of de Staten niet en souden willen verstaen om dit jaer weder een crijsrustinge te doen als in t'voorleden jaer, om waert mogelick den viant tot binnen in sijn lant te drucken. Ten 2en dat den Graef vander Lippe hier laten verluyden hadde dat den Keiser wel gesint soude wesen alle dese landen | |
[pagina 517]
| |
onder trijck ende de bescherminge van dien te brengen, mits contribuerende mettet rijck ende comparerende op alle rijcx ende creitsdagen, dat den Graef verseeckert hadde dat den Keiser dat meinde ende gansch tegen Spangien geanimeert was, hoewel daeronder misterie soude konnen schuylen. Ten 3en dat den Hertoch van Sweden hadde doen aengeven, dat den Keiser, de Coning van Polen metten Coning van Spangien ende Denemarck scheenen een ligue te willen maecken om Sweden te onderdrucken, ende dat den Hertoge daerom gaerne soude weten, hoe in sulcken val met dese Staten te staen ende of sij in de oirlogen tegen Denemarck souden willen commen; dan op t'eerste point werde geadviseert, dat men tselve soude laten totte naeste dachvaert, ende dat men de 2 anderen secreet soude houden om te sien hoe de Duytse fursten heur op beiden souden willen verclaren, die apparentelick alomme besonden sullen werden, te meer omdat eenigen meinden dattet 2en mer streckte om dese landen aen t'handelen te brengen, meinende dat men se dan wel voorts crijgen soude tot eenigen pays ofte bestant. | |
[Den 4en Decembris]Den 4en Decembris quam weder in den Hage den Colonnel Marquette rapporterende, dat se veel dorpen in Lutsenburch hadden gebrant ende dat de soldaten een goeden buyt gehadt hadden, omdat de boeren verboden was geweest geen contributie te maecken ofte daerop te handelen; dat die van Luyck willen als neutrael los hebben den abt van St. Hubert, niettegenstaende hij selfs seit dat om t'recht van vassallagie proces is tusschen die van Luyck ende Lutsenburch ende dat St. Hubert bij provisie gehouden wert als Lutsenberch ende dat hij abt daer in de Staten compareert ende daerop sijn rantsoen al gemaeckt hadde op 20.000 rijcxdaelders, ende dat hij colonnel meinde dat dese voijagie wel sulcken schrick soude maken dat de boeren beter op heur contributie souden passen, ende vouchden daerbij dat indien sij mer 2 halve canons gehadt hadden (die hij meinde dat daer wel te brengen waren, mits hebbende wagens ofte assen van tbreede ende tsmalle spoore) dat se alle de stedekens van Lutsenburch souden hebben connen forceren, twelcke Graef Lodwich selfs den 6en in den Haege commende mede confirmeerde.
In dese tijt liep seer veel geruchts deur dese landen, dat den Keiser eenige conditien beraemt hadde, daerop hij meinde dat men hier te lande den pays soude moeten maken; dat hij d'selve gesonden hadde aenden Ertshertoge ende de Staten, ende dat hij meinde d'selve op den aenstaende rijcxdach te Regenspurch te doen goetvinden bij alle de Fursten des rijcx ende dan dese landen op te dringen. Of nu dit warachtich is ende of dat | |
[pagina 518]
| |
de meininge van t'aengeven vanden Graef vander Lippe was ende sulcx heimelick aengegeven mochte hebben sal den tijt moeten leeren, want dat werde seer gedissimuleert bij die vande regieringe. | |
[Den 7en Decembris]Den 7en Decembris quam Graef Hendrick uyt Zeelant wederom in den Hage, omdat sijn moeder tot Cales geweest sijnde om herwerts te commen, wederom naer Paris getogen was, tsij omdat de Coninginne van Vranckrijck van een jonge dochter bevallen was, soe men opentlick uytgaff, ofte dat se wederom was gekeert om de swaricheyt vanden Hertoge van Bouillon, die in de voors. liguerien seer beschuldicht werde van voorgenomen te hebben de kinderen des Conings vande croone te frustreren om te sien of sij in deselve saecke te accomoderen te hove yet voorderlicxs soude konnen doen.
Ontrent dese tijt accordeerde de Almiraliteit in Zeelant mette coopluyden die de craecke genomen hadden voor heur gerechticheyt vanden vijffden penning op 300.000 £ eens te ontfangen. | |
[Ontrent den 10en]Ontrent den 10en deser werde gevangen den provoost vande Clundert om bij Grobbendonck getracteert te hebben in de somer een aenslach te maken op de steden vande Clundert ende Willemstadt met een deel volcx, die men bij nachte in t'lant soude konnen brengen ende in t'cooren verbergen, die des morgens met eenige vierroers de poorten saiseren souden, ende dat hij provoost met eenigen vande sijnen ter selver tijt den schutwacht soude vangen, ende dat sulx het signael soude wesen van t'aencommen. Dese was hiertoe selfs ten Bosch geweest ende hadde gelt ontfangen ende werde aen Sijn Excie ontdeckt deur een boer vander heide, wonende aende Swalue die den provoost meinde gewonnen te hebben ende die met hem ten Bosch was geweest. Hij en wilde eerst t'feit niet bekennen, maer soe men hem dede pijnigen, bekende hij tstuck, doch en wilde nooit noemen wattet voor schippers waren, die hij aen Grobbendonck hadde aengegeven gewonnen te hebben om tvolck in tlant van Willemstadt te brengen; nietemin werde daernaer ter doot geexecuteert ende dat voornemen daermede belet. | |
[Den 11en ende 12en]Den 11en ende 12en hadde Sijn Excie bij hem genoit de Staten van Hollandt ende was selfs den 12en smiddaechs geweest op een banquet dat den Colonnel vander Noot gaf, dwelcke vermoet werde dat mede ambieerde het generaelschap vande artellerie neffens de heeren van Kessel, van Swieten ende meer anderen. | |
[pagina 519]
| |
[Den 14en]Den 14en doidet bij dage ende vroos snachts seer. Sijn Excie vertooch dien dach over Rotterdam de Lecke op om te commen naer Arnhem tegen den lantdach aldaer, ende was den 15en te gast bij den heere van Brederoode te Vianen ende quam tsavonts tot Utrecht, van waer hij voorts tooch naer Arnhem, latende sijn broeder in den Hage om de comtste vande Princesse die noch verwacht werde.
Ten selven daege werde in den Hage gebracht gevangen den Sergiant Major van Oisteinde genaemt Horthemel, die eens in Mayo ende nu wederom op een nieu eenige communicatie gehouden hadde metten Graef van Busquoy, gedeguiseert in soldaten clederen sonder binnen Oisteinde commende tselve aen te geven, ende selfs gevraecht wesende, hadde geschroomt daervan verclaringe te doen, totdat men hem sulcx bijnaest hadde afgedrongen, als wanneer hij bekende dat den Graef hem hadde voorgehouden of hij niet een dienst aenden Ertshertoge soude willen doen, dat hij Graeff procureren soude jae sijn eygen middelen verobligeren om hem rijckelick te doen recompenseren, doch en wilde noit bekennen daerop eenige toesaege ofte belofte gedaen te hebben.
In t'midden van dese maent cregen de Staten tijdinge, dat den Prince van Jenville in Vranckrijck doen bewaeren was om suspicie om yet te willen attenteren tegen den Staet, dat de Hertogen van Montpensier ende Bouillon mede in bedencken waeren ende te hove ontboden, daer men achte dat Bouillon niet commen en soude.
De reste van dese maent bleeff tweder al quackelende totten lesten toe, dan wat vriesende en dan wat doijende. | |
[Den 18en]Den 18en ontfingen de Staten van Hollant eenige brieven van Zeelant seer vriendelick geschreven, houdende dat den viant naer Sluys ende Casant hadde doen sacken 4000 man, noch veel fregaten toeruste ende dreichde daermede in Zeelant aen te vallen om weder te branden als ons volck in Lutzenburch hadden gedaen, ende versochten daerom assistentie van ruyteren ende knechten in tlant van Walcheren ende Suyt Bevelant, welcke brieven terstont naer Sijn Excie gesonden werden. | |
[Den 19en]Den 19en vertrock den Almirante uyt Brabant naer Spangien mette voors. last van den Ertshertoge; ende omdat hij voor sijn vertreck uyt Spangien ontfangen hadde brieven van Thieman Barentszoon met dubbelt vande carte royale nopende de ontslaginge vande gevangenen in Italien ende Indien soo oost als west, ende vande supercedulle vanden Coning tot naerder eslarcissement verleent, soe heeft hij daerop occasie genomen te schriven aende Staten Generael van dese landen, dat d'selve sien konden | |
[pagina 520]
| |
uyte loslatinge vande gevangenen van t'NederIant ende vande carte royale in Spangien bij den Coning verleent, dat hij den Staten hadde gehouden ende gepresteert tgeene hij belooft hadde, ende gelijck hij daerinne sijn debvoir gedaen hadde ende sijn woort in alles voldaen, so begeerde hij dat de Staten vertrouwen soude, dat hij oick sijn debvoir soude doen in meerder saecken voor dese landen ende tot ruste van dien streckende, indien heur beliefde hem daerinne te gebruycken, dat alle sijn intentie daertoe streckte ende dat hij hem wel geluckich soude achten, indien hij daertoe mocht gebruyckt werden om wech te helpen nemen de swaricheiden ende misverstanden deser landen, aen wien hij altoes soo veel in hem was alle faveur soude bewijsen. Desen brief was geslooten ende geintituleert aende heeren Staten Generael der Vereenichde Nederlanden, maer in een ommeslach toegedaen, houdende aende Staten van Hollant ende Zeelant met heur geassocieerde als off hij daer de andere naem niet opentlijck en hadde derven gebruycken. De carte royale hielt dat den Coning datelick ontsloech alle de gevangenen van dese landen ofte eilanden, soe hij die noemden, die in Oost ofte West Indien mochten wesen met bevel op alle de viceroyen ende gouverneurs in die quartieren, steden ende plaetsen om dselve, die ter cause vande Nederlantse oirlogen gevangen ende aengehouden waeren te ontslaen ende datelijck los te laten. | |
[Den 22en Decembris]Den 22en Decembris verstont men dat den legaet vanden Paus wederom tot Hoochstraten bij de gemutineerden gecommen was om met heur te handelen tot accoort ende heur betalinge, maer en hadde geen last om te accorderen publycke afdoeninge vanden ban tegen heur uytgegeven in Spangien, Italien ende de Nederlanden; oick niet om te consenteren Liere ofte Maestricht tot plaetse van heur bescherminge ende mede niet om ostagiers voor heure vaste betalinge te presenteren, maer alleen om in genere met heur te handelen ende alle redelijck contentement te presenteren, ende dat se doch wilden continueren in den dienst van heuren heere ende t'oude catholycke geloof. Sij daerentegen persisteerden van te willen hebben openbare afdoeninge vanden ban, bequame plaetse van asseurantie als Maestricht ofte Liere ende ostagiers voor heur betalinge, ende dat se anders met woorden niet en waeren te payen.
Desen morgen voor den dach hadde den Hertoge van Savoijen eenen | |
[pagina 521]
| |
aenslach op Geneve doen voornemen, die aldus toeging. Den Hertoge hadde over acht dagen in de stadt gesonden eenige gedeputeerden om met die vande stadt aff te handelen de differenten, ende soe voorts als goede gebuyren te mogen leven, daerbij doende versoucken dat die vande stadt daermede souden willen affstaen de alliantie met Vranckrijck, die metter tijt hem ende haer verderffelick soude mogen wesen, ende meinende heur daermede in slaep gewiecht te hebben, sondt derwerts den heere van Arbigny met 400 ruyteren meest edeluyden ende 900 man te voet meest schutters, die uyt Mont Mellian medenamen twee carren met ladders gelaeden ende 100 musquetten ende nieuwe starcke vierroers met last te vergaderen aende brugge de Trembleres een mijle van Geneven, daer verordineert wert dat twee hondert edeluyden wel gewapent met coutelassen, piecken ende corte roers meest Dolphinoisen wesende ende naer heur hondert schutten den aenslach beginnen souden tusschen de Nieupoort ende de poort vande Munte ende t'exploict geluckende, mits geen soldaten in stadt en waeren, dat se dan eerst alle de poorten wel besetten souden alleer tot plunderen te commen, daernae soude de stadt ende inwoonderen dry dagen te roof staen. Met dit voornemen commen snachts op tplein palleis sonder vernomen te werden ende naerderende de stadt tusschen de twee poorten, rechten dry ladderen aen een verlaten sentinel huysken, daar Arbigny aende ladderen gaet staen ende doet de sijnen in alle stillicheit opclimmen, die stillicken bijeen vergaderen achter thuys van Quiecester. De clocke twee uyren wesende vallen sij aen, mits het seer duyster weder was ende verslaen de eerste sentinelle om te vermeesteren de Nieupoort, t'corps de guarde verschrickt, loopt wech sonder de schotdeure te laten vallen ende maeckten den alarme in stadt, waerdoor tvolck van Savoijen meester wert oick vande poort Tartasse, ende die vande Munte, sloegen thuys van Quicester met een petart op ende vermeesterden t'naeste huys daaraen ende quamen soe aende plaetse van onser vrouwe ende besettent alles wel. Middelertijt begonst den alarme in stadt met veel roupen, cloppen ende de groote clock ende anders ende geraeckte de borgerie meest half gecleet op de been. Den raedsheer Canard ende die vande wacht van tstadthuys dringen aen met eenich volck aende een sijde, ende eenige borgers vande brede strate, wesende de naeste aende andere sijden, verdrijven eenige vanden viant, die mits den grooten duyster niet en wisten wat sij deden, maer telcken met anderen versterckt wesende verdreven den borgers ende namen hun plaetsen weder, twelcke dickwils geschiede, totdat de borgers starcker worden ende met meerder macht | |
[pagina 522]
| |
aenvielen, vermeesterende de poorte vande Munte, daer met groote moeite ende gevaer de schotdeure werde laten vallen ende drongen doen aen naer de poorte Tartasse om den viant van daer mede te verdrijven, die telcken op heuren grooten hoop naer de nieuwe poorte weeck, ende van daer versterckt, tgevecht seer verswaerden. Hier bleeff doot den raedsheer Canard, dan eyntelijck de burgerie alle op de been wesende, verdriven den viant mede vande poorte la Traille ende eintelick mede vande nieu poorte ende tbolwerck ende soe voorts naer de plaetse, daer se opgecommen waeren, forceren mede thuys Quiecester ende thuys daer naest ende logeren schutten daerin, die in duyster naer den viant schooten sonder veel profijts, gelijck mede tvolck van Arbigny noch buyten wesende seer nae de wallen met roers ende musquetten schooten oick sonder profijt ende maeckten alomme seer groot geluyt met trommelen ende trompetten. Ondertusschen de vluchtende weder moetende passeren langes de ladderen, overlaeden d'selve, so dat se braecken. Veel anderen springen van boven neder in de grachte, diversche niet connende ontkommen versoucken genaede ende tleven, maer wert geweigert ende werden meest dootgeslaegen ende derthien alleen gevangen, daeronder de heeren van Sonas, Castardon ende Attignac, ende daermede moste den heere van Arbigny afwijcken, omdattet dach begonst te werden, ende die vande stadt dapper onder hen schooten. Die vande stadt vonden 55 dooden in de stadt, de poorten ende op de wallen ende 4 in de grachte, wesende de reste afgehaelt ende wechgebracht. Sij deden naernoen op tbolwerck vande nieupoort ophangen de derthien gevangenen. Vande heuren hadden sij verlooren seven personen ende tusschen de 25 ende dertich gequetst. De groote duysterheit hadde den Savojarts seer belet hun voordel wel te nemen, omdat se de stadt niet alles wel en kenden, ende oick niet en conden onderscheiden hoe starck de borgerie was die heur aenviel. De heere Canard voors. hadde hem mannelijck in de defensie vande plaetse gedraegen als oick den capitein Bardane ende verscheiden vande burgeren tot een groote lof van heur ende alle de heuren, ende die vande stadt naemen oorsaecke God seer te loven ende te dancken, dat hij heur met soe geringe middelen beschermt ende bewaert hadde tegen desen soe wrede ende soe verre gebrachten aenslach, omdat se vande gevangenen verstonde dat de heele stadt dry dagen ten roof ende vrije schoffieringe belooft ende geabandonneert was. S'anderen daechs sonden die van Lausanne ende Morges 500 schutten in de stadt om de burgerie wat te verseeckeren ende verquicken, ende hiermede liep te niet desen aenslaech, die den Hertoge nu twee | |
[pagina 523]
| |
jaren lang hadde gedreven ende hem soe verseeckerde dat scheen, dat se hem niet mislucken en mochte.
Den Grave van Hohenloe administrerende de goederen van Buyren van wegen de Prince van Orangien, heeft in dese tijt uytgegeven een placcaet tegen de stroopers in de voors. landen van Buyren, die op pretext van executie voor den ontfanger Thomas Maes, ten Bosche residerende, daer commen, de luyden knevelen, executeren ende anders schaede doen, stellende 300 £ op elcken persoon gebooren tusschen de Wael ende de Leck, die heur daertoe laten gebruycken, indien d'selve levendich sijn provoost gelevert konnen werden ende hondert gulden voor degeenen die dootgeslagen sullen werden, ende op degeenen die daer niet en sijn gebooren op de levende 100 £ ende op de dootgeslaegen 50 £, fonderende dit verbot daerop, dat Buyren geen Gelders maer een rijcx graefschap is bij Keiser Maximiliaen den rijcke onderworpen, ende dat den Prince van Orangien een neutrael heere is, twelcke veelen vreemt dochte, dat een subalterne heere sulck een ordonnantie maeckte, maer om de humeur van dien heere, ende dattet streckte om sijn landt vrij te maken, werde tselve soe laeten passeren. | |
[Den 25en Decembris]Den 25en Decembris quam uyt Zeelant wederom de heere Kinschot, verclarende dat die van Zeelant heel geresolveert scheenen te wesen om desen jare heur in de consenten te everteren ende niet alleen te reeckenen vanden voorleden jare ende te bethoinen dat se over de 200.000 £ te veel betaelt hadden, maar oick om voor den toecoemende jare te consenteren tot laste van haer provincie in t'ordinaris ende extraordinaris 1.100.000 £, twelcke hier veel geestimeert werde, omdat die van Hollandt dan naer de voet vande oude quote op 83 tegen de 17 van Zeelant souden moeten geven 53 12/17cm Ga naar voetnoot+ £, daer se nochtans desen jare niet over de 4.600.000 £ geweest en waren ende niet en sagen de saecken daertoe weder te brengen, ende omdat men mede hoirde dat die van Zeelant uytgaven heur middelen te willen confunderen, waren veele in Hollant daermede dapper ingebonden, omdat men tot noch toe seer over Zeelandt geroupen hebbende, sij nu meer scheenen te willen doen als die van Hollandt souden konnen, ende dat se in plaetse van 10cm Ga naar voetnoot+ £ van tloopende jaer nu elff wilden consenteren, daer die van Hollant geen middel en sagen van een tiendedeel in heur consenten hooger te commen. Aende andere sijde cregen die van Hollant schrivens uyt Vrieslant, dat se niet langer en dochten noch en konden continueren in tbetaelen vande ongerepartieerde compagnien tot heuren laste gebracht, twelck veel bedenckens maeckte. | |
[pagina 524]
| |
[Den 26en]Den 26en vertooch uyten Hage naer Zeelandt de compagnie vande garde van Sijn Excie om voorts te gaen naer Oisteinde, soe men vermoede, hoewel de pretext genomen werde om alleen naer Zeelandt te gaen om de vrese vanden inval bij den viant gedreicht, met welck pretext noch meer compagnien naer Zeelandt toogen ende oick last quam op eenige ruyteren om naer Zeelant te gaen in d'eilanden van Walcheren ende van Suyt Bevelant. Sijn Excie sonde weinich compagnien naer Oisteinde om alsoe de veranderinge gestadelijck ende met minder moeite te doen.
Den Coning van Vranckrijck en hadde hem niet willen verclaren om eenige toesegginge te doen van secours voor den toecoemende jaere, daerom aenden agent vande Staten geschreven was om met alle ernst daerop te insisteren ende den Coning rontuyt te seggen, dat de Staten dapper aengemaent werden tot pays, selfs met so advantaigieuse conditien, dat se niet en sagen hoe de saecke langer te konnen tegenstaen, indien de gemeenten hier niet in devotie gehouden en werden op pretext van eenich groot secours van Vranckrijck, ende dat den Coning wel wiste wat sijn heele staet aende continuatie van dese oirlogen was gelegen, waeruyt veele naemen dat de comtste vanden Grave vander Lippe alhier ende van anderen puyrlijck gestreckt hadde om een handel van pays te ontginnen, hoewel anders daervan uytgegeven werde tgunt voors. is. Niettegenstaende nochtans ontfingen de Staten brieven op den 27en Decembris, dat den Coning echter niet met alle en hadde willen beloven, nochte selfs hoipe geven van oirloge. Den Agent schreeff mede dat de saecken daer seer verwerret stonden, dat de Prince van Jenville was ontslaegen, dat Montpensier te hove was, maer dat den Hertoge van Bouillon niet en hadde willen commen, daerover den Coning op hem seer verstoort was, te meer soe denselven Hertoge geschreven hadde dat hij bereit wesende om te hove te commen, advertissement ontfangen hadde, dat den Coning bij vooroirdel in sijn saecke alreede eenige rechters gecommitteert hadde, die niet dan schelmen ende verraders van des Coning staet ende rijck waren geweest ende nu gereconcilieert, die altoos perticuliere vianden van hem Bouillon waren geweest, ende daeraf hij noch niet seecker en was, dat se in dien deelen waren verandert; dat hij niet van meininge en was sijn leven in heuren handen te stellen, wetende dat aen sijn persoon gelegen was een goet deel vande behoudinge vanden staat van trijck, ende voornamentlijck van die vande religie; dat hij wel sach dat d'selve niet en sochten dan te ruineren alle de getrouwe dienaers vanden Coning, om hem noch so seer te crencken als sij souden konnen; dat den Coning hem daerom wilde excuseren, dat | |
[pagina 525]
| |
hij niet te hove en quam, nietemin dat hij niet en sochte te ontgaen de justificatie van sijn saecke als mer mochte wesen voor onpartijdige rechters, dat hij daerom de poste ging nemen om te reisen naer de camer van Castre, die half vande religie ende half Catholicke was, om daer hem te purge te stellen, ende versochte dat den Coning sijn accusateurs daermede wilde doen commen met heur informatien om hem te beclaegen ende tegen hem in rechte te treden, ofte bij faute van dien soude te sijnder innocentie aldaer sulcke provisie moeten nemen ende versoucken als hij meinen soude tot sijne saecke te dienen. Schreeff mede dat hieromme ende andere complotterien die dagelicx ontdeckt werden, thof aldaer seer beroert was, vresende wederom eenich inlants oirloch.
De Staten Generael ontfingen ontrent dese tijt dvoors. brieven vanden Almirante, ende over Vranckrijck andere brieven van Thijman Barentszoon mede mette copien vande carte royale.
Overmits Graef Hendrick tijdinge hadde dat sijn moeder in Zeelant gearriveert was, vertooch hij naer Dordrecht mette heeren vanden Tijmpel ende Marquette om daer sijn moeder te wachten. | |
[Den 28en Decembris]Den 28en Decembris ontfingen de Staten brieven vanden Gouverneur van Bredae, houdende dat den Ertshertoge aende gemutineerden geschreven hadde ende heur beschuldicht van tverloop van sijn saecke ende vande verwoestinge in Lutsenburch gedaen, dat men billicx alle d'selve schaeden op heur ende heure pretense t'achterheiden behoirde te verhaelen, nietemin dat hij evenwel geneicht was heur alle billick contentement te doen, heur in te doen ruymen Diest tot plaetse van heur asseurantie ende met heur te doen affreeckenen ende de helft van dien betalen ende heur acte te verleenen, dat se op den ban niet souden gerechercheert werden, dat de Nuncio vanden Paus daerbij mede hadde geschreven, trachtende met veel redenen heur daertoe te persuaderen; dat dese brieven veel alteratie onder heur hadden gemaeckt; dat se de brieven vanden Nuncio aende houcken hadden gebrant, opgehangen ende aen stucken geschooten, ende dat se aenden Ertshertoge wederom geschreven hadden, dat niet heur alteratie, maer sijn quade regieringe ende betalinge oirsaecke van tverloop van sijn saecken ende de verwoestinge van Lutsenburch waren, dat se niet en eischten dan tgeene heur deuchdelijck quam van getrouwe diensten aen hem ende den Coning gedaen, dat se tselve souden trachten te crijgen ende daertoe alles souden doen wat sij souden konnen, totdat men heur Maestricht ofte Liere in handen souden stellen met ostagiers voor heur betalinge ende tafdoen vanden ban. Schreeff mede dat se dienvolgende | |
[pagina 526]
| |
heel starck waren op den wech van Naemen in intentie in Walsbrabant ende voor Bruessel alles aff te branden wat sij souden vinden, totdat men heur contentement dede, dat den Gouverneur van Bredae met heur gesonden hadde Claes van Gessen met 15 ofte 16 peerden om te sien of se hen onder de heuren souden admitteren, om in alles ten archsten te helpen raeden, ende indien sij hem admitteerden, dat hij dan trachten soude op ander tochten meer ruyteren met heur te senden, om alsoe heur saecken irreconciliabelder te maken. Denselven Gouverneur schreeff mede dat hij advys uyt Brabant hadde, dat den Coning van Spangien aenden Ertshertoge hadde geschreven, dat hij begeerde dat dselve contentement aende gemutineerden soude maken te doen om den staet vande Nederlanden geen meerder afbreuck te doen; dat oick de Infante daertoe was gesint ende begeerde dat haer man daertoe aenden Raet ende Staten arbeiden soude, maer dat hij 'tselve vast tegenhielt, twelcke noch wel eenige verwerring soude mogen causeren.
In dese tijt liepen de advisen dat de Indische vlote met silver meest al in Spangien gearriveert was ende dat den Coning een seer groote partije wederom gesloeten hadde mette Genuesen tot secours vanden Ertshertoge tegen 400.000 croonen ter maent, ende dat d'selve in Spangien soe seer ende soe dapper equippeerde, dat scheen dat hij de equippage vanden jare 88 wilde te boven gaen ende excederen, tsij tegen dese landen ofte tegen Engelant. Item dat hij in de haven van Sluys wilde maecken een zeearmaede, alleen onder tbeleit vande Spinolaes, van 12 galeijen, 24 fregaten ende 10 groote oirlochschepen met 9000 man te voet, daerover den Ertshertoge geen gesach en soude hebben, welck geluyt die van Zeelant seer becommerde, omdat se in gestadige vrese van overvallinge soude sitten. | |
[Den 30en Decembris]Den 30en Decembris was tamelick weder. In den Hage quam een gedeputeerde als gesant vanden Grave van Emden om aende Staten Generael eenich versouck te doen met particuliere brieven vanden Graef oick aenden heere Oldenbarnevelt om hem te doen hebben favorable audientie ende spoedige resolutie, wesende nu veel verandert vande hooghe brieven, die hij voor den overgaen vande schantse van Lougerhorn hadde geschreven.
Noch quamen brieven vanden Churfurst van Coelen aende Staten Generael ende oick aenden heere Oldenbarnevelt om te doen ontslaen den Abt | |
[pagina 527]
| |
van St. Hubert, als neutrael ende een Lucx onderdaen, daerbij den Churfurst verhaelde, dat of wel questie om de plaetse van St. Hubert tusschen hem ende die van Lutsenburch was, dat nochtans de plaetse buyten dispute Luycx was, ende dat men hem daerom behoorde te relaxeren, ofte so de ruyteren daerom proces maecken wilden, dat se dan hem in den Hage wil doen brengen pendente lite. Den Churfurst hadde ten selven einde oick aen Sijn Excie geschreven, maer die schreef aende Staten, dat den Abt selfs bekende te compareren in de Staten van Lutsenburch, dat hem daerom vreemt dochte, dat men daerom noch soude disputeren, ende in allen gevalle dat de Staten niet en wilden decreteren, dat men hem in den Hage soude brengen, omdat sulcx bij der Staten ruyteren veel rumoers maken, ende vol bedenckelicheit wesen soude.
Desen dach creech den heere van Risoir, ritmeester, binnen Bredae kijffelijcke woorden tegen den capitein Andries Breder, aldaer doende t'ampt van sergiant major, omdat den major absent was, ende dat ten opsien van t'openen vande poorte om eenige ruyteren uyt ofte in te laten, ende vande woorden quamen sij ten laesten totte injurien ende voorts tot slaen ende vechten, in twelcke sij beyde gequetst werden, Risoir so, dat hij een uyre daernaer sterff ende capiteyn Andries sterff drie dagen daernaer, hoewel den meesten schult aen Risoir gegeven werde.
Tot Delft was op den naestlesten Decembris nominatie gedaen tot de nieuwe magistraet van burgemeesters ende schepenen, daeraf de electie bij den Hove van Hollant in absentie moste gedaen werden, ende omdat men op de laeste dachvaert gesien hadde de kittelooricheyt van die van Delft ten opsien van heure brouwers, werde daerop meest gelet om geen brouwers onder den burgemeesteren te brengen ofte te eligeren ende oick onder den schepens soe weinich als mogelick waere.
Ende hiermede liep ten einde dit jaer 1602, latende naer apparentie voor het toecoemende jaer veel meer beroerten ende machtiger dan noch in desen jare geweest waren, ende hoewel de Staten altoes belebbert bleven mettet beleg van Oisteinde, soe hadden se evenwel heur saecken mettet innenemen vande Grave seer verseeckert, ende die vanden viant veel vercrenckt, lovende den Heer Almachtich, dat hij henl. desen jare soe wel bewaert ende soe veel verseeckeringe verleent hadde.
FINIS. |