Journaal. Deel 3, boek 6
(1866)–Anthony Duyck– Auteursrechtvrij
[pagina 186]
| |
Leger voor Den Bosch.[Den 1en Novembris]Den 1en Novembris was tamelick weder, dan regende altemet wat. Graef Willem tooch smorgens vrouch van Sijn Excie met de 13 vendelen Vriesen, 7 vendelen Schotten ende 6 vendelen Zeeuwen ende 14 vanen ruyteren onder den Drost van Zallant, du Bois, Clout ende Rijhoven met 4 halve canons ende amunitie daertoe behoirende met vivres ende anders, ende nam den wech over Gemunde naer Beerlicum ende Hinten. Sijn Excie vertooch met alle de reste naer Vucht, ging selfs logeren op thuys te Hem, den Graef van Solms op Outheerlaer, ende alle tvolck ende officieren in ende om het dorp. Sij begonnen noch denselven avont van beiden sijden te approcheren. Aende Vuchtse sijde was den viant starck te peert ende te voet uyt, schermutseerde lang, in twelcke een trompetter van Grobbedonck gevangen werde, maer naer dede Sijn Excie met de Walen daerop chargeren, om te beletten dat zij geen hinder en dede aende logerende soldaten. Dese dreven den viant terug naer de stadt toe ende saiseerde een groote cromte vanden dijck aende cooltuynen, daer sij snachts logeerden ende heur begroeven, ende approcheerde sulcx tot deur den slachboom op ontrent 80 roeden naer aende stadt, ende soudent noch vorder hebben connen doen, hadde Sijn Excie heur meer gravers willen bijsetten, dan den viant merckende, dat se niet vorder en quamen, hielt hem voor de poorte ende begonst daer op te werpen een halve mane. Aende Hintemerpoorte approcheerde Graef Willem oick, ende die vande stadt meynden daer mede een werck buyten te maecken, maer de onse vielen snachts te peert ende te voet daerop, dreven de werckers wech, sloegen eenige doot, joegen d’andere in de grachte ende cregen gevangen den lieutenant van Goris vander Meer ende eenige andere, ende approcheerden selfs heel naer. Op thuys te Nieuheerlaer lach mede eenich volck vanden viant, die accordeerden af te trecken, ende op dit eerste aencommen schoten die vande stadt van alle canten veel met groff geschut. T’Oistende werde aen Porquepic seer gearbeit omdat weder in defensie te brengen tegen de afspoelinge vande zee.
De Staten van Hollandt scheiden van daege van een met ordre vanden 26en weder bijeen te commen ende dan eyntelijck te resolveren op de petitie vanden raet voor de toecoemende jare. | |
[pagina 187]
| |
ruyteren van Herauguier in sijn logement, quetsten den lieutenant van Marquette ende noch eenige soldaeten. Sijn Excie liet de approchen verseeckeren, den viant arbeide seer aende Vuchtse poorte, om de halve mane daer te maecken, twelcke men te min conde beletten, omdat men geen geschut daer geplant en hadde. Sommigen waren van advys, dat men altoos een stuck ofte 2 soude planten in de crompte vanden dijck, maer omdat geen gabions gemaeckt, nochte swalpen, nochte balcken bij de hant waren, en wilde Sijn Excie geen geschut doen planten, vresende dattet gedemonteert soude werden, twelcke vele dochte een pernicieusen raet. Die vande stadt begonnen binnen alle ordre op heur defensie te stellen, lasten de burgeren bij de hant te hebben alle brantgereetschap, snachts uyt alle huysen licht vuyt te steecken ende voorts om aerde rontsomme aende muyren ende wallen te dragen tot verstijvinge van dien, doende Grobbendonck de soldaten meest buyten wercken. Resolveerden mede in de stadt aen te nemen 2 compagnien burgers tot versterckinghe van heur wachten. Sijn Excie vresende mettertijt gebreck van voeragie, sonderlings indien den viant in Brabant quame, beschreef een groote menichte van hoey uyte Langestraet, Bommelerweert, Tielerweert ende Masenwael. Desen dach werde een trompetter aen stadt gesonden om eenige gevangenen die daer saten. Grobbendonck was tevreden die los te laeten, mits latende gaen sijn trompetter. Naernoen ging Sijn Excie besien den wech naer t’clooster te Baseldonck ende Petler ende quam doen wederom, ende ging besichtigen den wech naer Vliemen. Den trompetter in stadt geweest seide, dat se daer gepubliceert hadden dat Oisteynde over was ende dat den Hertoge heur ten ontset quam om den burgeren in devotie te houden. Sijn Excie gaff last om af te werpen alle de bruggen over de Runne ende Dommele tot boven Boxtel toe, hoewel tselve noch niet terstont gedaen en werde. Snachts begonstet seer te regenen, doch men approcheerde op beyde sijden seer. Die vande stadt hadden een heeten alarme, soe verre dat se den trommel sloegen, sonder dat men weet waeromme. Desen dach sterff capiteyn Nouvelles van sieckte.
Die van Oisteynde hadden verscheyden malen over de oostgeule vuytgesonden om eenige gevangenen te crijgen ende tijdinge te hebben, dewijle sij tsedert den 20en Octobris voorleden geen tijdinge en hadden ontfangen om den contrarien wint, maer omtrent dese tijt uytseyndende eenigen wat diep in tlant, cregen een man van Brugge gevangen, dwelcke in stadt gebracht, seide dat Shertogenbosch belegert was ende dat Graef Frederick vanden Berge van daer was vertogen met sijn regement ende | |
[pagina 188]
| |
verscheyden compagnien van andere regementen om den Bosch te gaen secoureren, ende men verstont uyt ander quartieren in Brabant, dat den Ertshertoge al vanden 26en voorleden hadde beginnen op te ontbieden de garnisoenen van Namen, Luxemburch, Henegouwen ende Artois tot omtrent 8000 man, ende nu daerbij meinde te vougen 4000 man van voor Oisteynde om de stadt Shartogenbosch te secoureren. | |
[Den 3en Novembris]Den 3en Novembris was seer regenich vuyl weder. Sijn Excie sondt naer Heusden alle de querenmolens ende dede van daer commen noch 2 halve canons, daertoe hij convoy gesonden hadde, die snachts weder in tleger quamen. De schepen waren doen noch alles meest ontrent Hemert, die Sijn Excie ontboot, dat se naer Bochoven ende Crevecueur souden commen, ende overmits Sijn Excie sach, dat hem niet meer hinderlijck en soude wesen als hooch water, soe heeft hij gelast te doen stoppen tgat te Littoye ende tgat te Empel ende te openen de Diesse. Heeft voorts eenighe compagnien gesonden om een schantsken te maecken op de Petler ende aen tclooster te Baseldonck, oock tot Orthen. Heeft mede de quartieren doen beginnen te retrancheren, twelcke om tquade weder weinich vorderde. Heeft oock doen maecken een batterie op den Vuchtsen dijck aenden slachboom tot 4 stucken ende belast een ander te maken ten westen van dien in tvelt om op de poorte te schieten, maer men en const noch tgeschut niet planten om tgebreck van swalpen ende balcken. Die vande stadt begonnen te maecken ende aen te nemen de twee vendelen burgers, ende arbeiden seer van binnen om aerden aen haer muyren te brengen, schooten noch veel, maer meest met cleyne stucken, tsij bij gebrek van cruyt ofte anders. Sij joegen veel boeren in stadt gevlucht aende Hintemse sijde uyt met de magere beesten, maer hielen de vetten in stadt. Sijn Excie liet alle de boeren naer huys gaen ende verstont van heur dat Grobbendonck desen dach in de hant gequetst was. Snachts approcheerde men noch veel aen beyden sijden ende Graef Willem hadde aen sijne sijde desen dach doen planten 2 halve canons om te beletten, dat den viant daer niet en wrochte. Sijn Excie ontfing brieven van Oosteynde houdende dat metten lesten storm alle de rijswercken vlot ende batterie bij den viant ten oosten gemaeckt wech gedreven waren, ende dat die van de stadt veel anckers ende kabels hadden gevischt, ende dat aende stadt mede seer groote ende irreparable schade geschiet was, dat se oock te min conden repareren, omdat se geen materialen daertoe en hadden, die te Vlissingen in 22 schepen wel gereet lagen, maer om den contrarien wint daer niet binnen commen en conden. | |
[pagina 189]
| |
Den viant hebbende ten oosten van Oistende diverse gabions van nieus gestelt om achter te wercken is van daege daerop uytgevallen ende veel gabions omgehaelt, de cabels afgehackt ende commende met schermutsinge weder in.
Tot Oisteynde werde mede een verraet ontdect van een edelman genaemt Connisbey, daer gecommen met brieven van faveur vande Coninginne, ende omdat hij vanden viant quam, bij de heer Cicil naergeschreven was, dat men op hem letten soude, die ten lesten door een sergiant ontdeckt was de amunitie hadde willen in brant steecken. Dese hadde daer aengegeven om een attrap voor den viant te maecken, maer gesuspecteert werdende, omdat hij sijn brieven anders uytsondt als hem geboden was, ende dat hij tegent verbont op de wallen alomme was gegaen ende beclapt bij den voors. sergiant, werde met eenige andere gevangen ende ten lesten oock getortureert, dan men en tooch van hem niet besonders tot ander aenslaegen, hoewel op den dach als hij getortureert werde eenige Engelschen aenden viant overliepen. Hij was een tijt gevangen ende ten lesten werde sijn saecke soe versmoert, dat men daeraf niet meer en hoirde tot bedencken van velen. Den viant verstaen hebbende sijn vangen, hebben seer veel op de stadt doen schieten. | |
[Den 4en Novembris]Den 4en Novembris regende uytermate seer, daerom men geen volck in twerck conde crijgen noch totte schantskens, noch t’retrancheren van tquartier, twelcke de wercken veel retardeerden. Sijn Excie schreef naer Hollant om gelt ende om de gedeputeerden vande Staten in den leger te hebben, dewijle groot gebreck van gelde onder tcrijsvolck was, laste mede dat capiteyn Giselaer met 5 vendelen knechten, daertoe hij patenten uytsondt, soude commen tot Deuteren ende op t’reut om daer te schantsen. Den heere van Loockeren quam in tleger om dat te besien ende ging tsavonts naer Boxtel. Sijn Excie hadde mede gelast noch een schantsken te maecken tusschen Engelen ende den Bosch, om daer geschut te planten ende de halve mane voor de Vuchtse poorte van achteren in te beschieten, indien den viant die wilde houden, overmits sij de occasie siende, dat men daer noch geen geschut en plante, de begonnen halve mane met rijs ende aerde heel volmaeckt ende de brug vande stadt aen d’een sijde geblint hadden, twelcke wel hadde te beletten geweest, indien men eenich geschut tijdelijck hadde willen planten. Aande Hintemse sijde begonst Graef Willem altemet op de stadt te schieten, ende die vande stadt schoten veel wederom, daermede een Vries vendrech beide de beenen afgeschoten werde. Die van Creveceur quamen te Engelen ende | |
[pagina 190]
| |
begonnen daer te schantsen om de stadt al daermede te besluyten. Men en const aende Vuchtse sijde noch geen geschut planten, omdat men noch balcken, noch swalpen daertoe en hadde, maer men maeckte noch een derde batterie op den Vuchtsen dijck tot 2 stucken achter de eerste. In de stadt dede Grobbendonck noch een halve mane maecken voor de binnenpoorte van Vucht om de stadt daeruyt te beschermen, indien de buytenpoorte ende de halve mane aldaer geforceert mochten werden. Sij en lieten om tbeleg t’ clock slaen ende luijen niet achter, maer de geestelijcke liepen seer ter kercken om litanien ende anders te singen. Aen t’Hintemse einde werden drij burgers met een schoot doot geschoten. Snachts approcheerde men noch aende Vuchtse sijde van buyten met een grote linie tot op 80 passen naer aende halve mane. Voor de brug aende Hintemerpoorte souden se noch veel naerder gecommen hebben, hadde Graef Willem des willen lijden, die niet en begeerde dat men hem verhaesten maer seecker gaen soude.
Desen nacht werden tot Antwerpen eenige schoten gedaen soe men vermoede tot een signael. | |
[Den 5en Novembris]Den 5en Novembris was beter weder. Sijn Excie dede vast wercken om sijn leger te retrancheren ende om de schantskens te maken so op de Petler, Baseldonck als anders. Hij sont een convoy naer Creveceur om van daer te halen swalpen ende balcken om geschut te mogen planten ende om met eenen te besichtigen de vaert vande Heeckhuyse Mase ende van Creveceur langes de Bossesloot, om te weten welcke vaert bequamer ende gereder was. Die vande stadt schoten seer met stucken ende musquetten, ende hadden desen dach al eens verlaten het retranchement voor de buytenpoorten, doch trocken snachts weder daerin. Sij stopten de Hintemsepoorte van binnen met aerde toe ende begonnen daer achter te schantsen. Sij brachten mede een schuyt vol tackbussen onder de brug aldaer ende staken die aen, daermede sij de brug meest afbranden, omdat de ketenen vande valbrug afgeschoten waeren. In stadt werden noch 3 burgers dootgeschooten, deden den meesten weer tegen ende op de trencheen aende Vuchtsepoorte, omdat daer noch geen geschut en stont, daerdeur onse musquettiers nergens en mochten schieten nochte heur ontdecken. Den capiteyn Salandre werde met een musquet in de borst geschoten, niet sonder pericule. Een boer commende vuyte stadt seide dat wel 20 personen daer dootgeschoten waren, ende dat onder de vrouwen een groote verslagentheyt was, ende dat den viant aende Vuchtsepoorte eenige huysen afbrack ende vullen wilde met aerde, twelcke men meinde te wesen | |
[pagina 191]
| |
het retranchement dat se voor de binnenpoorte bestonden te maecken.
Daernaer quam t’convoy van Creveceur wederom, seggende dat den wech derwerts seer quaet was ende dat tgereetste water om varen was van Creveceur langes de Bossesloot, mits twater vande Heeckhuyse Mase ongelegen ende verre omme was. Sij brachten met heur swalpen ende seiden dat aen Creveceur noch lagen twaelff heele canons, ende dat men daer noch wachte eenige stucken vander Goude ende Gorichem, daerom hij goetvont dat men hier noch 9 heele canons metten eersten halen soude ende de 3 voor Graef Willem laten blijven, ende dat men te nacht planten soude de 8 halve canons hier wesende. Den capiteyn Giselaer quam desen dach met 4½ compagnie te Deuteren, maer omdattet te laet was om daer te schantsen, tooch hij weder af naer Vlijmen. Sijn Excie schreef aen die van Sprang ende Loen, dat se herwerts seynden souden alle heure pleiten onder belofte van restitutie op peine dat men se prijs maken soude. Snachts werde aende Vuchtse sijde geplant de 8 halve canons, maer omdat de approchen so naer gebracht waren tot daer den dijck afgevaeren was ende geen spijse meer en was om voordere loopgraven te maecken, werden de resterende approchen aenbestedet te setten met schantskorven, elcken korve om 6 gulden, daeraf desen nacht gestelt werden 18 gabions, doch niet alles gevult. Anders bestondet snachts seer te stormen ende wat te regenen.
Omtrent dese tijt schreef Vere wederom om meer volcxs tot Oisteynde te hebben, twelcke bij velen seer bedenckelijck was, omdat Sijn Excie in Zeelant wsende gepresenteert hadde tgarnisoen te ververschen, dat hij hadde geweigert ende geschreven volcx genouch te hebben Ga naar voetnoot1. | |
[pagina 192]
| |
[Den 6en Novembris]Den 6en Novembris was tamelijck weder maer stormde seer. Heel vrouch werde voor de Vuchtsepoorte geschoten een van onse ingenieurs genaemt Mr Symon. Daernaer begonst men mette 8 halve canons te schieten op de catte op de poorte ende op de halve mane voor de stadt, waerom die van binnen de poorte toehielen ende scheenen te stoppen. Sijn Excie sondt den brugmeester ende commis vande treckpeerden vrouch naer Creveceur om van daer noch te halen eenige heele canons ende veltstucken met een deel schuppen ende spaden. Die vande stadt schooten altemet wederom, maer d’onsen schoten veel starcker, doch velen seer qualijck ende veel te cort. Anders werde aende Vuchtse sijde noch een vierde batterie gemaeckt in den dijck veel voorder als de anderen mede tot 2 stucken. Sijn Excie tooch naer Hinten om te sien hoe de saken daer stonden ende wat geschut daer meest van noode mocht wesen, ende bevont daer dat se heel naer aende grachte geapprocheert waren. Den capiteyn Giselaer quam met sijn volck op Deuteren, meinende daer de 3 schantskens te beginnen, maer omdat Mr. Symon den ingenieur geschoten was, dien last gegeven was, hoe hij die maken soude ende Sijn Excie naer t’ander quartier was, most hij wederom aftrecken naer Vlijmen om daer te logeren. Ons geschut schoot desen dach veel op de stadt, ende die van binnen deden soe weinich weers daertegen dattet scheen of sij moedeloes waren geweest, Sijn Excie vreesde meest voor twater ende laste daeromme, dat men alle de approchen opsetten soude met gabions, ende soe verhoogen dat de soldaten daerinne drooch mochten wesen. De besettinge van dese stadt was groot ende qualijcker te doen, omdat alle de lage landen ende wegen onder twater stonden, twelcke die vande stadt merckende, hadden den voorleden nacht 3 personen naer de Grave gesonden om van daer te hebben assistentie van volck. Den Gouverneur heeft uyt alle de 8 compagnien daer leggende genomen tusschen de 200 ende 300 mannen, daeraf de 100 pieckiers waren ende de reste musquettiers, dwelcke hij met 2 vande personen uyt dese stadt gecommen onder tbeleit van 3 capiteins gesonden heeft naer dese stadt. Sij tooghen tsavonts uyte Grave ontrent | |
[pagina 193]
| |
6 vuyren, marcheerden den heelen nacht ende namen den wech naer Heeswijck, ende van daer over eenige gebroocken landen naer Eickendonck, ende quamen soe smorgens hier in stadt ontrent 260 mannen over een wech die laech ende meest onder twater leit, commende van Dungen bij Eickendonck heene naer Sint Anthoinispoorte, sonder dat wij daeraf eenich gewach souden vernomen hebben, indien niet 2 soldaten vande anderen verdoilt gevangen waren geworden ende sulcx te kennen gaven. Desen nacht quamen noch uyt Brabant in stadt 3 soldaten, verseeckerende dat heur ontset marcheerde, ende dat de gemutineerden geconsenteert hadden heur daertoe te laeten gebruycken. Anders werde snachts noch geapprocheert ende aende Vuchtse sijde de geplante gabions met rijs gevult ende noch 10 daerbij gestelt, ende die vande stadt arbeiden evenseer aen heur halve mane, hebbende tijt. Graef Willem plante noch 2 stucken. Sijn Excie creegh tijdinghe van tvoors. verraet tot Oisteynde ende dat verscheyden personen daer gevangen waren den 3en deser. In Oistende cregen sij een gevangen vanden viant, die seide dat men heel Vlaenderen deur seide dat die van Oistende in groote armoede ende muterie waeren ende dat den Ertshertoge die haest hebben soude.
Metten storm van desen dage werde voor Texel aen lant gedreven een schip van Duynkercke, toecoemende den Gouverneur, daerop wel 80 mannen waren. Tschip strangde ende stiet aen stucken. Daer verdroncken ontrent 35 mannen; de reste metten capiteyn werde gevangen ende tsedert alles gehangen. Den capiteyn hiete Colart, ende verscheyden van tbootsvolck verclaerden alleer te sterven, dat den Grave van Arenberch selffs tot Duynkercke was geweest op heur afvaren ende heur belast hadden alle vischers ende anderen uyt dese landen wesende, die in heur handen souden vallen, over boort te werpen ofte hij soude heur selfs doen hangen. | |
[Den 7en Novembris]Den 7en Novembris was voornoen schoin weder, maer bestont naernoen seer te donderen ende te blixemen ende daernaer te regenen, ende regende den heelen nacht over. Ons geschut schoot veel op de stadt, hier ende daer op de defensien, maer van binnen werde soe seer weinich geschoten, dattet te verwonderen was. Sijn Excie was van meininge geweest desen nacht een aenval te doen op des viants halve mane, maer deur de 2 gevangenen bij hem gebracht verstaende dat volck in stadt gecommen was, vont hij niet goet sulcx te tenteren, maer te nemen den seeckersten wech ende met approchen daeraen te commen. Daerentusschen onderliet den viant niet aen sijn halve mane te wercken ende die te verdicken ende met | |
[pagina 194]
| |
palisaden te beslaen. Sijn Excie was mede in lang deliberatie of men dese stadt noch naerder soude konnen besluyten, mits men sach dat mettet beschantsen vande hoochten de stadt niet geslooten en konde werden, maer en vondt anders geen middel dan de ruyterwacht breder af te doen houden ende op den wech, daerover den viant in stadt was gecommen, 2 cleyne redouten te doen leggen. Ende omdat hij sach dat hij volck van doene hadde tot dese groote besettinge, beschreef hij noch 2 vendelen knechten uyt Nieumegen, 1 van Berck, een van Grol ende 1 van Brevoert, om mede in tleger te commen. Den capiteyn Gijselaer begonst op Deuteren ende t’reut te schantsen. Tegen den avont was eenige brant in stadt. Men approcheerde snachts weinich om den regens wille, soe dat mer eenige gabions geplant werden, ende begonsten ons volck aldus veele excusen te fileren, waeromme men weinich approcheerde, dan om den regen ende dan om t’lichte weders wille. Daerentusschen arbeide den viant seer aen sijne halve mane ende schoot veel met musquetten. Snachts werden bij t’reut in tvelt soe diep men konde 2 France canons geplant, tsavonts in tleger gebracht om de halve mane voor de poorte vande westsijde te beschieten, ende die van binnen dat merckende, planten in heur halve mane een stuck om daertegen wederom te schieten. D’approchen naerderden aende Hintemse sijde beter, daer se heel naer aende grachte quamen. | |
[Den 8en Novembris]Den 8en Novembris was schoin weder. Ons geschut begonst weder vrouch op de stadt te schieten, daer se eenige vrouwen quetsten, ende die vande stadt deden aende Vuchtse sijde met 5 stucken dapper uytschieten, daerom de canonniers op malckanderen begonsten te verhitten. Sijn Excie reedt naer Deuteren ende Petler om de wercken daer te besichtigen, was oick in de approchen aende Vuchtse sijde. Men sach van dage dat die vande stadt de brug aende Vuchtsepoorte meest afgewierpen hadden ende een deurgang daer onder gemaeckt om vrij vant schieten in de halve mane te commen. Sij bestonden mede buyten dselve halve mane een insnijdinge te maecken deur een capitein Jeronimo Nobile. Aende Hintemse sijde sneden sij inne den Rosmalentoorn om daeronder inne musquettiers tot incommodatie vande approchen te logeren. De dry leden vande stadt resolveerden meer volcx tot heur bescherminge in te nemen, ende cregen brieven vanden Hertoge dat Graef Frederick met macht ten ontsette quam. Men bemerckte mede dat twater seer afsackte deur de gaten te Creveceur in de Diesse gesneden, twelcke Sijn Excie goeden moet tot de approchen gaff. Hadden die mer bij de commandeurs van tcrijsvolck met sulcken ernst gevoordert geweest als die gelegentheyt vanden tijt wel vereischte, | |
[pagina 195]
| |
maer in ons leger waren vele nyeuwe commandeurs gestelt, niet ten besten in den crijch ervaren, nyet ijverich genouch, nochte hertich, dwelcke mede meer occasie sochten om pretexten te vinden waerom men weinich dede, als om eere te capteren, dat se wel deden. Nietemin men wasser inne ende moster soe mede deur. Om te verseeckeren den pas van Creveceur naer Hinten was een schantsken gemaeckt achter Orten, daer van dage 2 vendelen knechten geleit werden, ende op den wech van daer naer Rosmale was mede een retranchement gemaeckt op den houck daer den wech naer Caudewater keert, ende daer waren oock ingeleit 4 vendelen knechten; 4 andere vendelen waren in t’clooster te Eickendonck geleit om de wegen daer te besetten, ende te Caudewater lagen ruyteren. Deur dese besettinge van schantskens was Graef Willem én sijn quartier seer swack geworden van tvoetvolck. Sijn Excie creegh te Vucht noch 4 heele canons ende 2 halve slangen, daerom hij dese nacht dselve heele canons dede planten in plaetse vande 4 halve canons, nieu ende hem toecoemende, die hij hadde doen gieten om naer Meurs te senden ende bij gebreck van geschut op desen tocht mede genomen waren. Des nachts werde seer weinich aende Vuchtse sijde genaerdert omdattet licht was ende den viant veel schoot soe tcrijsvolck pretexeerden.
De wint was nu bij de 3 weecken tijts uyten noortwesten geweest met verscheyden stormen, waerom tot Oisteynde niet een schip hadde konnen arriveren, twelcke daer veel gebrecks gemaeckt hadde, soe dat niet te coop gevonden en werde dan broot ende caes ende geen vleis, boter, bier ofte wijn, dan brack cleyn bier daer gebrouwen, twelcke die van binnen drong t’magasijn aen te spreecken, ende en konden heur siecken niet quyt werden, soe dat verscheiden van coude ende ongemack storven. De zee hadde oick aende stadt veel schade gedaen, ende aende oude stadt, treckende naer t’oosten toe, verscheiden breschen gemaeckt ende wech genomen den arbeit van veel voorgaende jaeren, maer omdat den viant een partije volcx gesonden hadde naer den Bosch werde daerop van binnen weinich geacht ende niet alleen die breschen niet behoirlijck gerepareert ofte met pallisaden beslagen, maer selfs daerom nergens de wacht verswaert, so men meinde omdat meest alle de compagnien in stadt seer swack waren, ende sommigen niet over de 20 gesonde mannen, wesende oick de Engelschen deur armoede ende ongemack seer gesmolten, daerom bij velen geacht werden dat t’selve garnisoen nootelijck diende verandert, ende die vande stadt oick van meininge waren met ernst daerop aen te doen houden ende om geassisteert te wesen met vivres, brant ende amunitie. Den | |
[pagina 196]
| |
viant hebbende volmaeckt sijn gabionade aende catteie vande oude haven, ende daer t’einden aen op een vlot een batterie, hadde daerop geplant 2 stucken, mette welcke hij van dage begonst te schieten op de oude stadt ende tsavonts ten acht uyren begonst hij met gloijende cogels weder te schieten, doch sonder merckelijke schade te doen. Anders schickten de Staten alle behouften noch in abondantie naer Oisteynde toe om die plaetse te houden, dwelcke alles in Zeelandt over hoop bleef leggen om den contrarien wint. | |
[Den 9en Novembris]Den 9en Novembris was schoin weder. Men schoot veel hier ende daer op de stadt, ende die vande stadt schooten veel wederom, ende omdat Sijn Excie sach de groote swaricheyt die in t’approcheren viel, ende dat men soe weinich voorderde, liet hij eenige blinden maken vrij tegen de musquet om daermede te approcheren, dan en werden naer niet gebruyckt, omdat die van binnen terstont met heur geschut daerop souden geschooten hebben, dewijle de muyr ende walle vande stadt schuyns afloopende flancke gaf tegen den heelen Vuchtsen dijck aen; anders werden tquartier te Vucht meest beschantst ende volmaeckt, ende omdat de westsijde vanden Vuchtsen dijck respondeerde naer de heide van Cronvoort ende de galge vande stadt, dede Sijn Excie een trenchee trecken van sijn quartier af bewesten dien dijck tot aende approchen toe, om soe alle aencomtste daer heen te besetten. Den heeren Beveren ende Eissinga gedeputeerden uyten Raedt van State quamen in den leger bij Sijn Excie, die se wel geresolveert vonden tot dit beleg, indien hij mer bequaem weder mochte houden ende toogen tsavonts wederom naer Creveceur. Op den naernoen laste Sijn Excie, dat men te nacht beginnen soude mette sappe te gaen naer de halve mane voor de Vuchtse poorte, maer dat en geschiede mede niet, omdat tweder seer licht was, ende dat den viant met 7 ofte 8 man was vuytgevallen ende eenige gabions omgeruckt hadden ende sloegen een sentinelle doot, twelcke ten eersten al excuse genoech was om niet te doen ende den tijt te laten voorbijgaen. Men maeckte anders een oven aende eerste batterie vande 2 heele canons om met gloeijende cogels in stadt te schieten, ende men begonst snachts een 6e batterie in de approchen voor de Vuchtse poorte al tamelijck naer aende stadt, die men meynde te maecken op 8 stucken om op de poorte te schieten, maer dat werck ging lancksaem voort, ende alleer d’selve gemaeckt was, soe waeren soe veel approchen weder daerover gemaeckt met eenige verheven corps de guarden, dat d’selve naer gewoente meest onnut werde, alleer se volmaeckt was. Aende sijde vande Hinten quamen | |
[pagina 197]
| |
zij aende grachte recht tegen den houck van Hintemereynde aen, maer omdat die poorte verleit was naer des paustoorn toe, besloot Graef Willem deur den wech ter sijden uyt te doen graven om tot voor de poorte te commen, niet merckende dat hij beter de grachte soude konnen passeren aen t’Hintemereynde als voor de poorte, die meer flancke hadde. Hij dede anders een batterie maecken tot 6 stucken op 150 passen naer aende stadt, dwelcke wel geplaceert werde om goede operatie te doen, ende omdat soe wel die van Hinten als Vucht dagelicx van Creveceur heur behoeften moesten halen ende den wech lang ende periculeus was, werde van dage den Drost van Zallant met 4 vanen ruyteren doen logeren te Engelen om den passerende man te verseeckeren. Desen dach werde gedoopt des Palsgraven soine, genaemt Maurits Cristiaen.
Desen dach quamen tot Oisteynde inne 2 schepen met bier ende meer schepen op de rade met alderhande vivres ende amunitie, daerom die van binnen seer verblijt waren, hebbende in derthien weecken bijnaest geen scheepen in connen crijgen om de groote ende gestadige stormen. | |
[Den 10en Novembris]Den 10en Novembris was schoin weder. De heeren Bevere ende Eissinga gingen naer tquartier van Hinten om Graef Willem te begroeten ende te animeren van wegen de Staten tot dit beleg. Hij was swack van voetvolck ende seide terstont dat men hier niet soe seer en behoufde te letten op de voorderinge vande approchen als wel op een retraicte, indien den viant aenquame, allegerende daertoe veel redenen vande groote besettinge vande plaetse ende van tweinich volcx dat daertoe was, dwelcke d’selve heeren een groot bedencken in dese sake gaff. Sijn Excie dede besichtigen den wech ende landen achter den Petler, om te weten of men daer geschut soude konnen brengen ende met advantagie tegen de stadt planten.
In tleger quamen de heeren von Boxtel ende Loockeren om naer Boxtel eens te gaen (daer sij in lange jaren niet en waren geweest) ende de raetsheeren Brunings ende Weresteyn om met Sijn Excie te spreecken. Snachts waeckte aende Vuchtse sijde den Heere van Marquette, commandeur vande Walen, dwelcke weder eenigen vuytval vresende op de gabions die voor aende approchen stonden, sette daerachter eenige officiers gewapent ende alleen mette rappier in de handt. Ende soe den viant wederom met een man ofte twee uytquam om gabions af te trecken, dreven die den viant weder inne, dan evenwel en werde de sappe noch niet begonnen, maer maeckten de werckmeesters eerst een traverse om den uytval wat beter te beletten, ende omdat den viant vande stadt veel schoot ende quetste 7 soldaten ende 3 doot schoot. Aende seyde van Graef Willem | |
[pagina 198]
| |
arbeide men seer om langes de wech voor de poorte te commen, welcken wech hart ende alleen van puyn gemaeckt was, daerom de arbeiders veel moeyte deden om daer deur te commen, mits sij die met picken ende houwelen mosten breecken. De beschantsinge van sijn quartier werde seer swaer ende stijff om daer den viant te mogen steuyten.
Desen dach creegh Sijn Excie eenige geintercipieerde brieven vanden Raet van State te Bruessel aenden magistraet vanden Bosch ende vanden marquys van Havres aen Grobbendonck. Den Raet schreef dat se heuren heere wilden getrou blijven ende betrachten den eedt die se hem hadden gedaen, ende heur niet laten verleiden met schoone persuasien om van heuren heere af te vallen als die van Groeningen ende Berck hadden gedaen, maer dat se wilden volharden ende heur verseeckert houden, dat men se met een levendich secours soude konnen ontsetten. Havres schreef aen Grobbendonck, dat hij nu thoinen soude de couragie ende affectie tot sijn heere, die men altoes geacht heeft in hem te wesen, dat hij de plaetse wilde beschermen ende houden ende hem verseeckeren dat men hem soude connen ontsetten. Uyt dese brieven sach men wel dat se van meininge waren yet voor dese stadt te doen, twelcke den tijt sal leeren. Die vande stadt branden desen dach voorts aff de brug aende Hintemerpoorte, te weten tgeene vanden lesten brant geheel gebleven was, ende om te ontgaen de schrick die de dooden onder de borgerie maeckte, verboden dat men geen dootbaren en soude mogen stellen voor de huysen daer een doode was. Tot heur liep over een canonier uyten leger, die sij terstont op heure stucken stelden ende naer veel quaets met schieten dede.
Met den springvloet van dese volle mane quamen in Oisteynde wel 80 schepen met alderhande eedtware ende amunitie van oirloge, seilende de oistgeule inne ende commende tot binnen de grachte vande stadt sonder eenige schade te lijden, want off den viant wel een batterie op deselve oostgeule hadde gemaeckt, soe en was doch daer noch geen geschut gestelt, tsij uyt vrese van overvallen te werden ofte van tgeschut niet te konnen gebruycken om een contre batterie wille tot 6 stucken bij Vere in stadt gemaeckt, ende dat hij alle de contrescharpen soe met schantskorven hadde beset, dat met schieten op de walle weinich voordels was te nemen. Anders maeckte dat werck een groote becommeringe in de stadt, mits sij bevreesden dat tgat, twelcke men besloten was ten noortoosten te maken, niet dan met groot pericule van wechspoelen soude konnen geopent werden. | |
[pagina 199]
| |
ruyteren van bij Hinten op om dselve te besetten, maer bevonden dat den viant op Heeswijck geweecken was. Daer en tusschen quam te Hinten den brant in tquartier van Clout ende verbrande sijn heele quartier. Vanden viant van buyten liep tijdinge dat hij in Brabant vergaderde, dat Busquoy daer bij was ende dat se naer Boxtel wilden commen, waerom Sijn Excie last gaff aen Stakenbrouck om op morgen naer Boxtel te gaen, ende van daer wederom te convoyeren de Heeren van Boxtel ende Loockeren, ende met eenen tgarnisoen van thuys daer te lichten ende in twederkeeren aff te breecken alle de bruggen van Boxtel aff ende soe neerwerts aen tot bij Vucht toe over de Dommele ofte Runne leggende.
Desen dach werde tot Hinte noch gebracht 6 heele canons, ende denselven nacht in de nieu batterie aldaer geplant. Anders approcheerden sij daer noch al naer de poorte toe. Die van binnen dat syende quamen met een schuyte deur de Heeckel bij den paustoorn uyt ende wierpen eenich volck op tlant nyet wijt vande approchen, dewelcke de arbeiders aldaer, omdat den schiltwacht niet wel toe en sach, overliepen ende sloegender wel 14 doot, daeronder een conducteur vande wercken, genaemt Charles de la Fonteine, ende dreven de reste in twater; maer onse wacht des gewaer werdende, viel soe dapper op heur aen, dat velen de schuyt nyet weder crijgen en konden, maer in de grachte moesten springen. Anders siende die vande stadt dat men heur daer seer naerderde, soncken 2 stucken bij den pausthoorn om op de approchen te schieten. Aende Vuchtse sijde werde ten laesten de sappe begonnen, doch met cleine voortgang naer gewoente, tsij dat de faute was in de werckmeesters ofte in tvolck, die in dese coude nachten geen lust hadden te wercken. | |
[Den 12en Novembris]Den 12en Novembris begonstet seer te vriesen, twelcke ons geen cleyn bedencken en gaff van swaricheyt in desen aenslach, indien den vorst continueerde. Stakenbrouck reedt met 3 vanen ruyteren ende een deel timmerluyden vrouch naer Boxtel, van waer de Heeren van Boxtel ende Loockeren mettet garnisoen van thuys quamen naer den teger toe, ende daernaer bestont Stakenbrouck alle de bruggen alomme af te breecken, doende de jockpalen totte gront toe uytwiggen ende trecken.
Graef Willem dede vrouch seer schieten op de defensien vande stadt ende sonderlings om te verletten de 2 gesoncken stucken, die hij ten laesten dede swijgen. Aende Vuchtse sijde ging de sappe slappelijck voort, ende Sijn Excie verstaende dat Graef Willem tot op de grachte gecommen was, ging selffs naer Hinten om snachts daer te blijven ende te adviseren hoe men daer best in de grachte soude mogen wercken. Stakenbrouck | |
[pagina 200]
| |
tsavonts wederom in tleger commende bracht daer 10 gevangenen soldaten van Helmont bij Boxtel gecregen. Snachts hoorde men drie schooten te Graeff schieten, so men vermoede tot een signael van tuytcommen van seeckere 2 boden, desen avont vuytgesonden. De approchen aende Vuchtse sijde ging tamelijck voort, omdat die vande stadt weinich schooten ende mer een man dooden. Te Hinten was men delibererende hoe men best deur de grachte soude connen commen, daerinne de gaelderie de seeckerste wech scheen, maer omdattet lopende water was werde gevreest dat t’selve belet soude doen, tsij in t’wechdringen van twerck ofte in t’steygeren van twater, doch werde evenwel ten lesten doenlijck geacht een gaelderie te maecken onder de jocken vande brugge heen ende d’selve in t’midden onder deur eenige openinge te geven om twater te doen schieten.
Den Graef van Egmondt dus lange in den Hage geweest, meynde te vertrecken naer Engelandt, maer alle sijne crediteurs maeckten soe veel moeiten met arresten ende anders op sijn persoin ende goederen, dat hij niet wechcommen en konde, maer noch blijven moste.
Desen dach sondt den Heere Vere den Colonnel vander Noot uyt Oisteynde met last om aen Sijn Excie ende de Staten Generael te rapporteren de gelegentheyt van Oisteynde ende dat t’crijsvolck aldaer deur sieckte ende quetsure soe was geswackt, dat se geen 2000 weerbaer mannen starck en waeren, dat hij dese verswackinge wel lang gesien hadde, maer hem altoos verlaten hadde opt secours dat hij meinde uyt Engelant t’elcken promptelijck te konnen gecrijgen, dan aengesien den inval vande Spangiaerden in Irlant dat nu hadde verandert, moste hij hem naer de Staten vougen ende heur doen aenseggen, tensij sij prompte ordre stelden omme alle t’garnisoen te verversen ende veranderen ende in stadt sonden 3000 weerbaer mannen niet in namen maer in der daet dat de stadt ging verliesen, dat hij wel wiste hoe qualijck tselve henluyden nu soude commen, terwijle Sijn Excie voor den Bosch lach, doch dat evenwel den noot daer ende soe groot was, dat se spoedige resolutie vereischte ende geen vuytstel en conde lijden, omdat den viant dagelicx voordel op heur creegh dat niet weder aff te nemen en was. De heere Meynaertss. in de stadt geweest, schreeff omtrent dese tijt mede, dat t’crijsvolck daer seer naeckt ende arm was sonder hosen, schounen ende clederen, oick seer swack sonder couragie ende de hooffden de plaetse moede; dat hij hem verwonderde dat den viant sijn werk op de oostgeule soe naer aen stadt soude konnen maecken daert binnen de scheut vande musquet was, ende niet | |
[pagina 201]
| |
alleen de geule mette batterie daer gemaekt, conden seer incommoderen maer veel schade aende stadt doen, twelcke in t’eerste wel te beletten waere geweest, maer nu te laet is; dat twerck aende cattaye vande westgeul mede genouch volmaeckt was tot een batterie van 2 stucken ende achte t’openen van t’nieuwe gat deur de oude stadt ten noorden vol pericule; oock dat tgarnisoen moste verandert werden ende goet courageus crijsvolck daarin gebracht, ofte dattet aldaer qualijck affloopen soude. Dit uytseinden van vander Noot causeerde bij veelen een selsam bedencken, als off Vere hierdoor wilde breecken t’voornemen van Sijn Excie ofte nu niet soe wel gesint en was totte defensie vande plaetse als voorheen, ofte waerom hij vander Noot een commandeur ende colonel liever uytsondt als eenich ander officier van minder qualiteyt, te meer so hij met hem liet uytgaen de capiteinen Rollé, Grenu, Bronchorst ende van Dijck Ga naar voetnoot1. | |
[pagina 202]
| |
[Den 13en Novembris]Den 13en Novembris vroost noch seer, ende hoewel het op den avont wat begonst te regenen, soe droech evenwel den vorst deur ende scheen te willen continueren. In tleger te Vucht was dryemael brant ende branden veel hutten ende eenige huysen af, omdat de soldaten mits de coude alomme veel viers maeckten ende bij versuym den brant in heur hutten cregen. Tsavonts quam Sijn Excie wederom te Vucht, daer hij tijdinge creech dat omtrent 1800 man te voet vanden viant deur Diest gepasseert waren, ende deur Vilvoorden 11 vanen ruyteren starck 500 peerden, ende Graef Frederick te Overpeelt was met noch ontrent 3000 man van verscheyden trouppen ende nieu gelicht volck. Snachts schoot men veel met gloeijende cogels in stadt, doch sonder brant te maken. Men approcheerde vast mette sappe aende Vuchtse sijde, ende aende Hintemse sijde begonst men een corps de garde op de grachte te maken om besijden dien in de gracht te mogen gaen ende de gaelderie te beginnen. In de stadt storten onder een vack muyrs doot 13 burgers daeraen werckende, ende een vrou werde daer dootgeschoten, ende sij ordonneerden dat elcx in sijn huysen gereet moste hebben eenige ketels om de gloijende cogels daerin te rollen eer d’selve brant quamen te maecken. Voor Oistende quam den brant in de schantse van Albertus ende in des Ertshertogen logement ende brande af so haestelijk dat men de meublen niet bergen en conde. | |
[Den 14en Novembris]Den 14en Novembris vroost weder aen. Vrouch quam een soldaet bij Sijn Excie seggen, dat den viant te Overpeelt was ende naer Hees ende Liemde soude commen, dat se geen geschut bij heur hadden, maer dat men onder heur seide dat tgeschut van Maestricht soude commen. Sijn Excie hadde al op t’eerste geluyt dat vanden viant quam buyten tquartier te Vucht eenige redouten doen beginnen om tquartier beter te bevrijden, maer soe hij nu dese tijdinge creech, laste hij noch meer redouten te maecken, ende die met een trenchee aen malcanderen te trecken om daer achter te mogen vechten. Die vande stadt verloren mer twee personen geschooten, cregen tijdinge in van ontset, ende siende de sappe aende Vuchtse sijde al vast naerderen, schooten van daege met veel stucken daerop, schooten enige daerinne doot, twelcke twerck wat retardeerde, maer de anderen weder moet nemende, gingen evenwel voort. Aende sijde van Graef Willem werde de gaelderie aenbestedet te maken deur de grachte binnen 8 dagen voor 2200 gulden, ende snachts gingen de approchen tamelijck wel voort, maer den roup, die soe seer vanden viant was geweest bestondt daerinne, dat tot Helmont gecommen waren 1000 mannen van t’regement van Achicourt als uyte garnisonen van Hulst ende de | |
[pagina 203]
| |
schantsen daer ontrent ende van ontrent Antwerpen onder tbeleit van Blijleven, Lieutenant Colonnel vanden selven Achicourt om te trachten in dese stadt te commen, die des avonts van daer uyttogen beleit ende geconvoijeert bij de gemutineerde ruyteren tot voorbij Dungen toe, ende namen soe den wech voorbij t’clooster te Eyckendonck, gelijck de voorgaende gedaen hadden om in stadt te commen. Op dien wech lagen twee cleyne redouten elcx van omtrent 30 mannen beset. Den ritmeester vander Wel hebbende tijdinge hiervan gecregen deur een ruyter, ende dat se naer Dungen quamen, ging tsavonts te 9 uyren Graef Willem daeraf verwittigen, dwelcke terstont ordre stelde in sijn quartier om de wachten te verswaren, maer vergat op den voors. wech te voorsien ofte meer volcx in de redouten te senden, waerdeur den viant min belets vont, ende quam omtrent 3 uyren des morgens aende redouten, ende sondt daertegen een parthije volcx als of hij de redouten wilde afloopen, waermede die van binnen verlet wesende, tooch hij voorbij, beleit bij Michel vander Starre ende noch een persoin uyte stadt, ende quam soe meest deur naer stadt toe. De ruyteren van Artur een stuck weegs van daer op de wacht wesende, quamen daernaer toe ende chargeerden de lesten, daeraf eenige soldaten uyte redouten gevallen gevangen cregen 2 lieutenanten ende ontrent 30 soldaten, weinich wert er dootgeslaegen. Men vernam naer dat van dese trouppe in de stadt gecommen waren tusschen de 8 ende 900 mannen, veelen totten halse toe deur twater gepasseert eer se aen Sint Anthonis poorte conden commen, doch dien nacht liep onder ons de tijdinge dat wel de helft van heur terugge gedreven waeren. De ruyteren die heur geconvoijeert hadden, keerden wederom soe haest sij heur aen tleger gebracht hadden. Voor Ostende heeft den viant desen ende eenige volgende daegen seer geschoten ende insonderheyt den 16en snachts op veele schepen die uytliepen ende veele schaden leeden.
De Staten Generael maeckten staet om waert mogelijck Oisteynde te conserveren, voorderden seer de consenten ende om die soe hooch te doen dragen, dat se noch 6000 man van nieus mochten lichten tegen den toecoemende jare, om so tleger van Oisteynde te lichten ofte eenich ander wichtich exploict bij de hant te nemen, daerinne sij verhoopten dat de victorie van s’Hartogenbosch, indien sij die bequaemen, heur seer voorderen soude. | |
[pagina 204]
| |
alle de ruyteren van sijn quartier die op de wacht niet en waren, ende marcheren 12 vendelen voetknechten naer Dongen toe, meinende den ontlopenen te crijgen, ende doen doot slaen, maer wijdt ende sijdt rijdende, en vonden niet dan 7 ofte 8 jongens ende een man ofte 2, die t’niet ontlopen waren, maer die niet en hadden konnen volgen, ende bemerckte doe ende hoirde oick vande gevangenen dat se alles mosten ingecommen wesen, omdat niemant terugge en was gekeert, ende consequentelijck dattet een groote faute was, dat men die plaetse niet beter en hadde beset op t’eerste advertissement, dewijle die vande stadt nu starck sullende wesen beswaerlijck sullen aen heur wallen laten commen ende met dit volck maken sullen dat elcx even opiniatre sal wesen om niet gesuspecteert te werden. Commende Sijn Excie te Dungen vont een grooten houffslach van peerden ende de trac van tvoetvolck die hij volchde totte redouten voors., ende bevondt dat se gemarcheert waren over een rechte effen wech naer de stadt toe, daerinne hij den heelen dach seer becommert was, ende om denselven pas beter te doen sluyten. Snachts begonst men te Hinten tgat aende grachte deur te snijden, daer men mette gaelderie soude innegaen ende aende Vuchtse sijde hadde den viant buyten de grachte vande halve mane noch deurgesneden den dijck ende twater daerdeur laten loopen, aen welck gat desen nacht de sappe gebracht werde. | |
[Den 16en Novembris]Den 16en Novembris wast noch schoen weder. Een Italiaen quam over, dwelcke seide dat de trouppe te nacht naer de stadt gemarcheert niet veel over de 800 mannen en was geweest (hoewel men tsedert verstaen heeft dat over de 800 ingecommen waren) ende dat se bij heur hadden wel 2000 peerden, twelcke mede niet wel gelooft en werde. Sijn Excie was meest doende om op alle de advenuen wel te voorsien ende sijn redouten ende andere buytenwercken te doen verhaesten. Die vande stadt vielen vuyt op den wech van Deuteren, naemen daer eenige eetwaren naer den leger commende, oick twee cleyne stucxkens met 2 tonnen cruyts ende wel 30 tonnen biers. In stadt werde gequetst een Italiaens capiteyn Frco More genaemt. Snachts quamen in de stadt noch 3 capiteynen daerwerts gesonden, ende van buyten werde tgat in den dijck aende Vuchtse sijde gevult ende de sappe gebracht tot deur den slachboom aldaer, ende aende Hintemse sijde werde een bint vande gaelderie geset, dwelcke qualijck begonnen was midden deur de jocken vande brug, omdat die op 3 palen stonden ende niet alomme even wijt en waren.
Desen dach quamen in den Hage de brieven vanden Heere Vere ende van Meinaerts. voors., die geen cleine verslaegentheyt en maeckten. | |
[pagina 205]
| |
[Den 17en Novembris]Den 17en Novembris vroost uytermaten seer, waerom Sijn Excie beginnende te apprehenderen de swaricheyt, die hem den vorst in de toevoert van sijn vinres soude mogen maecken, seer gestoort was, dat de approchen niet beter voort en gingen ende aldus getraineert werden. Nietemin omdat den viant snachts aende Vuchterpoort weinich schoot, mits sij heur geschut van daer wech getogen hadden, ging de sappe daer wat beter voort. De gaelderie te Hinten scheen mede wel te avanceren, ende die vande stadt dat siende, soncken een stuck heel laech in de muyr om daermede op de gaelderie te schieten. Anders ontfing Sijn Excie brieven uyt Zeelant vanden heere vander Noot, hem excuserende op sijn sieckte, dat hij noch bij Sijn Excie niet en was gecommen, ende schreef hem in t’corte sijn last, daermede hij uyte stadt Oisteynde gecommen was als boven verhaelt is, versouckende dat de veranderinge van tgarnisoen metten eerste mochte geschieden.
De Grave van Egmondt sijn schuldenaers met aenwijsinge op sijn goederen ter neder gestelt hebbende ende vande Staten met een nieu subsidie van gelde geassisteert wesende, is vuyten Hage vertogen om naer Engelant te gaen. | |
[Den 18en Novembris]Den 18en Novembris wast soe seer gevroesen dat geene wagens meer deur commen konden naer Creveceur, tot dat Sijn Excie t’ijs met gewelt dede breecken, twelcke geen cleyn bedencken in dat beleg en gaff. Aende Vuchtse sijde was den viant seer stille, maer op naernoen ten 4 uyren hegonsten sij uyter stadt met 9 stucken op de approchen te schieten, ende vielen daernaer met ontrent 60 man uyt, cregen een sappeur gevangen, quetsten ende dooden eenige anderen ende oick soldaten, omdat de soldaten die in t’corps de garde daer ontrent waren, mits de groote vercleumtheyt vande coude geen goet devoir en deden, maer de anderen vande wacht aencommende, werden sij weder terug gedreven. In stadt werde een canonier dootgeschoten. Aende sijde van Hintem begonst den viant vrouch met sijn gesoncken geschut op de gaelderie te schieten, ende maeckten dat niemant daerinne wercken en konde, waerom Graef Willem in haeste een batterie dede maken besijden de gaelderie om in de grachte te mogen schieten ende meynden snachts 2 canons daerinne te doen planten, maer in t’aenbrengen viel d’een in een gat, daer men den heelen nacht genouch mede te doen hadde om die uyt te trecken, soedat de stucken ongeplant bleven. Anders was te Hinten in tquartier desen dach eens ende des nachts tweemael brant, soedat veel hutten ende eenige huysen daer verbranden. Sijn Excie was van meininge een aenval te doen doen op de | |
[pagina 206]
| |
halve mane voor de Vuchtse poorte, maer omdattet dien nacht de wacht was vanden heere van Kessel, een nieu gesmeet Colonnel, die hij tstuck niet wel en vertroude, werde de sappe al willens wat geretardeert om sijn wacht te doen overgaen.
Snachts quam in de stadt over t’ijs den capiteyn Bervoets met noch een capiteyn om daer te handelen op de forme hoe men de stadt best soude mogen ontsetten. | |
[Den 19en Novembris]Den 19en Novembris vroost noch vuytermaten seer, soedat men alomme over t’ijs liep, twelcke geen cleine becommeringe en gaff, soe omdattet den wech opende om van alle canten in stadt te konnen commen soe dickmaels als sij souden willen op dese lange nachten, als omdat den wech emde toevoert vande vivres alle dagen meer benaut werde, soe verre, dat men van dage op moste doen bijten om naer Creveceur, daer alle de schepen lagen, te mogen commen, dan omdat de vorst soe vrouch int jaer quam, hoipte men altoos dat se nyet continueren en soude. Aende Vuchtse sijde dede men de sappe met twee armen van een scheyden ende daeraen seer arbeyden om aende halve mane te commen, daerop Sijn Excie beraemde morgen vrouch een aenval te doen doen bij de capiteynen Calvart ende Anthoine Mahu, elcx met 60 mannen, omdat hij niet veel volcx en dorste hasarderen, dewijle sijn leger swack was, ende daertoe laste hij te nacht in de naeste ofte 6e batterie te planten 2 heele, 2 halve ende 2 France canons om den aenval daermede te seconderen. Dese stucken werden snachts ingebracht, maer daer wesende en werde niet geraden gevonden die te ontdecken, omdat de batterie niet geacht en werde genouch gewapent ende bewaert te wesen. Anders brande snachts een huys te Vucht, daer veel officiers vande compagnien van Hohenloe, Solms, Tijmpel ende Wingaerden innelagen, ende noch een huys, daer een deel ruyteren van Sijn Excie lagen, daeraf velen sadelen ende pistolen in den brant lieten. Aende Hintemse sijde brande desen dach t’halve clooster te Eyckendonck ende snachts werden in de batterie op de grachte aldaer geplant 2 heele canons om de gaelderie te defenderen ende favoriseren.
T’Oisteynde werde de gabionade op de oostgeule soe naer gebracht, dat men bestondt te vresen, dat se dat gat daermede geheel t’ongebruyck maecken souden. Dit werck gelijck meer anderen werde met lange rijs ende groote bosschen aen een gehecht, soe starck tsamen gevlochten met steenen daerin, dattet sincken ende tegen de cracht van twater staen conde. Echter quamen desen dach noch 5 schepen binnen Ostende met groot pericule. | |
[pagina 207]
| |
[Den 20en Novembris]Den 20en Novembris vroost noch seer. Sijn Excie ging vrouch naer de approchen op den Vuchtsen dijck om den aenval te doen doen, twelcke voor dach gedaen werde bij den capiteyn Calvaert van d’een sijde ende capiteyn Mahu aen d’andere sijde, maer ging seer lamelijck toe, ende de halve mane was oick soe hart ende glad om op te climmen, dat niet dan 4 ofte 5 personen daerop en quamen. Mahu werde gequetst alleer aende halve mane te commen. Calvaert quam soe hooch, dat hij met een pistole overschoot, ende de reste en conde niet opcommen. Den viant was starck in de halve mane ende keerde de onsen terstont aff, die daernaer weder afftogen, hebbende verloren een Frans edelman de l’Essart genaemt met 3 soldaten, ende Mahu, den Lieutenant van Calvaert, een Frans sergiant ende anderen gequetst, daerom Sijn Excie de sappe liet voortsgaen om soe aende walle te commen ende die te mogen doen mineren. Anders werde desen dach aende Vuchtse sijde weinich geschooten, maer dapper aende Hintemse sijde om tgesoncken stuck te doen swijgen, daermede in stadt dootgeschoten werde 2 Spangiaerden. Desen nacht ging den capiteyn Bervoets weder over t’ijs uyter stadt om t’ontset te doen verhaesten met ordre hoe ende waer men best aen soude mogen commen. In den leger gingen de approchen tamelijck voort ende den brant quam weder in t’clooster te Eickendonck, daermede de reste van t’clooster afbrande.
Die Staten wel merckende tgevaer van tbeleg voor den Bosch, mits de continuatie vande vorst, ende achtende dat de reputatie van tlant daeran hing, beraemden alle tbootsvolck dat affgedanckt soude werden in dienste te continueren ende te doen wapenen uytet magasijn, om die naer tleger te schicken ende opt ijs te gebruycken, achtende dselve daertoe seer bequaem, twelcke naer om t’veranderen van resolutie vanden leger naergelaten werde. | |
[Den 21en]Den 21en vroost noch vuytermaten seer in vougen dat men met seer groote becommeringe den toevoer van Creveceur creegh, daertoe men alle dagen twater van Deuteren af tot Vlijmen toe moste opbijten, twelcke seer veel bedencken in dat beleg bij de hoofden begonst te maken, te meer soe men tijdinge creegh dat voorseecker den viant hem tot Peer versamelde om dese plaetse te ontsetten, ende dat Graef Frederick niet alleen en handelde mette gemutineerden om dien tocht te helpen doen, maer oick ontboden hadde alle de ruyteren uytet overquartier Gelder ende soe veel voetvolcx als sij daer uyte garnisoenen derven mochten. Uyten leger werde altemet in ruine naer de huysen vande stadt ende de groote kercke geschoten. Anders gingen de approchen al voorts, ende mits de twe armen vande sappe gecommen waren tot aende grachte vande halve | |
[pagina 208]
| |
mane werden d’selve aenbestedet elcx voor 400 gulden om met een gaelderie te brengen tot aende walle om de halve mane te mineren, daertoe de mineurs van dage wel ten propooste in tleger quamen. De aennemers van dese gaelderien deden desen nacht weinich om eenige cleine vuytvallen ende geluyt bij den viant gemaeckt. Aende Hintemse sijde bevonden sij desen dach dat se de gaelderie qualijck aengeslaegen hadden, omdat se verscheyden palen vande jocken vonden, die nu recht tegen heur werck aenquamen, daerom aldaer ontbooden werde den timmerman Mr. Ulke ende anderen die mede verstant van gaelderien te maken hadden, ende met derselver advys werde goetgevonden dat men tvoorgaende werck verlaten soude ende de gaelderien van nyeus beginnen ter sijden de jocken om recht vuyt te mogen wercken, waeraen de reste vanden dach ende de nacht aldaer gearbeit werde. | |
[Den 22en Novembris]Den 22en Novembris vroost seer, twelcke hoe langer hoe meer becommeringe maeckte. Graef Willem siende dat alle tgene tot noch toe aende gaelderie aen sijn sijde gearbeit was meest te vergeefs was, ende dat thervallen van dien lang aen soude loopen alleer over de grachte te commen; item dat hij swack van volck in sijn quartier was, ende dat alle de wateren ende moerassen soe toe gevroesen waren, dat se alomme te peert ende te voet overdroegen in vougen dat niet alleen te bevresen was, dat hij voortsaen qualijck toevoer van vivres soude konnen krijgen, maer oick dat den viant soude mogen aencommen ende hem afsnijden van tquartier van Sijn Excie ende alsoe in de uyterste extremiteyt brengen, ofte ten minsten dat den viant soe veel volcxs in stadt soude konnen werpen, dat men daerop nyet en soude connen voorderen, maer met dit beleg de naestgelegen landen meer schade als voordeel soude doen, mits sij dan alderhande starcke aenslaegen uit dese stadt soude hebben te wachten, is van dage bij Sijn Excie gecommen, heeft denselven alle de voors. swaricheiden gemoveert ende sonderlings dat geen apparentie en was, dat men noch in langhe aen de stadts wallen soude konnen commen ende dat daerentusschen den vorst tleger in alderhande swaricheyt soude konnen brengen. Sijn Excie hadde alle de swaricheiden seer wel geapprehendeert ende sonderlings beginnen te pondereren tsedert hij verstaen hadde de versamelinge vanden viant, dan hoipende dattet wederom beginnen soude te doeijen, omdattet noch soe vrouch in tjaer was, en wilde hij tottet opbreecken vanden leger, daerop Graef Willem seer aendrong, niet verstaen, maer seide den tijt noch te willen innesien ende wat contenantie den viant soude willen houden. De swaricheden vanden leger werden seer vermeerdert deur de cleine couragie vant crijsvolck, die op de wacht van | |
[pagina 209]
| |
coude vercleumt wesende, geen lust en hadden om te vechten nochte om te wercken, daerdeur des naernoens aende Vuchtse sijde bijquam, dat 6 ofte 7 man vanden viant met een resolutie uytcommende, niet alleen de werckers vande gaelderie ende sappe verdreven, maer oick opte vlucht brachten een corps de garde van 40 mannen vande Duytsen daerbij leggende, hoewel d’selve den moet hervattende ende bij anderen gesecondeert terstondt den viant weder afdreven, die met heur gevangen in de stadt brachten een Engelsman. Sijn Excie was daerom soe gestoort, dat hij eenige wilde doen hangen, maer de officiers (mogelijck alsoe schuldich als de soldaten) excuseerden tstuck op de groote coude ende meinden voortsaen beter toe te doen sien. Desen dach vertogen uyten leger de Raetsheeren Brunings ende Weresteyn, ende in tleger werde uyt Hollant gebracht 25.000 £ totte extraordinaris lasten ende 23.000 £ tot betaelinge vande Engelschen ende ongerepartieerden tot laste van Hollant gedestineert. De Gecommitteerde vanden Raet van State merckende dat tspel soude willen qualijck affloopen, bleven leggen op Creveceur sonder oit in tleger gelogeert te hebben ofte heur daer te vertrouwen. | |
[Den 23en Novembris]Den 23en Novembris vroost noch uytermaten seer. Die vande stadt waren tamelijck stille tot op den naernoen, ende doen vielen sij wel met 100 man aende Vuchtse sijde uyt, meinende de saken daer te vinden als gisteren, maer daer was beter ordre gestelt, soe dat niemant uytet corps de guarde opweeck maer staen bleven ende heur resisteerden, daerom sij seer haestich wederom mosten wijcken naer heur halve mane, latende 2 ofte 3 doden vande heuren leggen, ende niet hebbende gedaen als een sappeur doot te slaen ende cregen een mineur gevangen, die heur adverteerde, dat men daer gereetschap maeckte om te mineren. Geduyrende desen uytval werde dapper van beiden sijden geschoten, waerdeur eenighe vande vuytgevallene van heur eigen geschut gequetst werden, Snachts arbeide men tamelijck aende sappe ende gaelderien aldaer, ende men hoorde den viant ettelijcke malen groot rumoer maken, maer hij en quam niet uyt. Desen dach quam bij Sijn Excie een ruyter, seggende metten viant een stuck weechs gemarcheert te hebben, ende dat den 18en verscheiden trouppen gecommen waren van Loven op Diest, ende dat hij den viant daer hadde gelaten; dat een partije te Peer lach, ende dat se onder heur seiden dat se den Ertshertoge verwachten, die selffs bij heur commen soude. Tselve werde van andere oirden mede geconfirmeert, dat den Ertshertoge van Oisteynde afgecommen was ende selffs bij de trouppen soude commen tot dit ontset, hoewel des onwarachtich was. Aende zijde van | |
[pagina 210]
| |
Hinten hadde den viant weder een stuck gesoncken recht tegen de gaelderie aen, ende schoot daermede soe seer, dat hij alle twerck ontramponeerde, waerom Sijn Excie den contrerolleur vande wercken derwerts sondt om de gaelderie van nieus te doen besteden, schootvrij tegen de canon, dan Graef Willem en stonden alle die saken niet aen ende bleeff evenseer aendrijvende dat men met beter redenen tleger soude opbreecken als langer houden, daerom hij op morgen weder bij Sijn Excie wilde commen, hebbende doen versoucken de gecommitteerden vanden raedt daer mede te commen.
Ontrent dese tijt waren tot Rotterdam gebracht 48 Duynkerckers gekregen in een schip bij capiteyn Moy Lambert, die alles opgehangen werden vuytgeseyt eenige jongens die te cleyn geacht werden om te hangen. | |
[Den 24en Novembris]Den 24en Novembris vroost noch uytermaten seer. Graef Willem quam heel vrouch bij Sijn Excie noch remonstreren dvoors. swaricheiden, die hij seide dat alle daegen vermeerderden, daer doch geen apparentie en was dat men aen d’een ofte aen d’andere sijden in lange noch aende walle soude konnen commen ende drong daerom evenseer aen tottet breecken vanden leger. Sijn Excie hadde altoos verhoipt veranderinge van weder mette nieuwe mane, maer siende dat desen dach tegen de nieuwe mane geen veranderinge en viel, ende meer ende meer hoirende vande vergaderinge vanden viant, daer men seide dat den Ertshertoge selffs bij was, oick hoirende dattet ijs heel starck bestont te gaen in de revieren, soe dat apperentie gaff dattet soude mogen commen te steecken, ende dat dan alle de landen alomme bloot soude leggen ende schrick van inval crijgen, dat hem oick geen toevoert meer soude konnen gedaen werden ende in allen gevalle dat hij niet en soude konnen beletten of den viant soude in stadt altoos connen commen ende dan middel vinden om sijn leger te separeren; dat hij oick niet en sach hoe voortsaen sijn geschut te sullen konnen affbrengen, ende dat tegen alle dien geen raet en was als den viant tegen te trecken ende te slaen, ofte tleger in tijts te breecken eer den viant meer volcx in stadt wierp, heeft ten laesten besloten tleger te breecken ende op morgen alle tgeschut uyt Graef Willems quartier te doen brengen naer Creveceur ende tselve daertoe te nacht vande stadt te doen affhalen, dat dan Graef Willem overmorgen met sijn heele leger te Vucht soude commen, om dan tsamen naer Heusden af te trecken, ende stelde sulcx ordre dat alle de treckpeerden noch van avont naer Hinten gebracht werden. Dese resolutie werde aldus bij Sijn Excie genomen, terwijle die van Hollant, die heur desen brock niet geern en hadden laten ontsitten, | |
[pagina 211]
| |
doende waren om 3000 bootsgesellen, commende vande oirlochschepen, die men afdanckte, in dienste te houden ende naer den leger te doen gaen als voorseit is, ende voorts in de steden noch deden aennemen 2000 mannen om in de garnisoen te werpen ende den soldaten daertegen in tleger te doen gaen, ende om te voorsien opt stuck vanden toevoert van vivres ordre gegeven hadden om aen te nemen 1000 sleden om den toevoer te doen, daermede sij gemeint hadden alle de swaricheiden te connen remedieren; ende hoewel Sijn Excie ten delen desen wiste, vont hij evenwel goet om de andere redenen liever den tijt te wijcken als fortune van meerder swaricheyt te loopen, doch altoes met de reserve soe het quame te doeijen voor tvertreck, dat hij dan blijven ende niet opbreecken en soude, ende daerom liet hij evenseer tegen de halve mane wercken om de gaelderien daer te maecken ende aende mine te mogen commen. Tsavonts werde alle tgeschut te Hinten vande stadt afgehaelt, ende te Vucht was dien dach in tquartier van Dort drijmael brant, ende noch eens op de Petler. Grobbendonck, Gouverneur binnen de stadt, wandelende metten raetsheer Bardoul op de walle, werden desen dach beyde gequetst, ende en konde niet anders oirdelen off ten geschiede heur van sijn eigen volck, die onverdachtelijck schooten. T’Oistende schoot den viant desen dach so veel ende so seer als oyt te vooren, ende die van binnen en swegen niet. | |
[Den 25en Novembris]Den 25en Novembris vroost noch seer. Te Hinten was men doende om tgeschut aff te brengen naer Engelen daer de ponten lagen, ende op naernoen dede Sijn Excie de heele Diesse bijten van Engelen aff tot Creveceur toe, daermede de ponten snachts aen Creveceur quamen. Anders werde uytet quartier van Graef Willem, ende oick van Vucht seer veel amunitie ende bagagie naer Creveceur gebracht om op tvertreck min verladen te wesen. De gaelderien aende Vuchtse sijde werden desen dach aende walle gebracht, waerom Sijn Excie noch desen nacht de mine in de halve mane dede beginnen, ende evenwel op den avont van daer af halen 4 canons om mede te moegen doen wech brengen. Snachts brande alle t’Schotse quartier te Hinten, in vougen dat Graef Willem selffs sijn logement most ruymen, vresende voor den brant, hoewel tselve noch beschut werde. Vanden viant quamen alle uyren meer tijdingen dat hij naer Eyndhoven toe scheen te commen, so men seide met 3000 peerden, 5000 man te voet ende 2000 nieu gelicht volck, daeraf Sijn Excie anders geen vrese en hadde, dan dat se soe veel volcx in de stadt souden werpen, dat se dselve souden vermeesteren ende dat hij daermede alle sijne frontieren in meerder gevaer van surprinse soude brengen. | |
[pagina 212]
| |
[Den 26en Novembris]Den 26en Novembris vroost noch uytermaten seer. Sijn Excie dede de 4 affgehaelde canons met veel amunitie ende bagagie naer Creveceur brengen, daertoe men t’ijs moste breecken tot Vlijmen toe, wesende den wech soe quaet te rijden, dat wel 40 wagens onder wege braecken, ende onder dien veele met cogels geladen, die in de wech bleven staen, doch naer affgebracht werden met eenige boerenwagens van Vlijmen. Ende omdat den wech soe seer quaet om gebruycken was, ende Sijn Excie sach dat niet mogelijck en was alle de amunitie af te brengen, heeft hij last gegeven alle de cordewagens, palisaden tot 50.000, delen, swalpen, balcken, horde ende andere houtwercke mette schuppen, spaden, bijlen ende anders, dat men niet en soude konnen affbrengen, te branden, over welcke materialen desen helen dach ende volgende nacht bijnaest gebrant werde, behalven dat noch veel cogels in slooten gewierpen worden, die men mede niet en conste affbrengen. Die vande stadt siende de groote becommertheyt vanden wech van Creveceur vielen over t’ijs met eenich volck uyt, sloegen een voerman doot, maer werden terstont soe gevolcht bij eenighe onse ruyteren, dat se afwijcken mosten. Sijn Excie was den heelen dach meest doende om ordre op tvertreck vanden leger te stellen, ende vresende dat de overcomtste te Worcum seer periculeus soude vallen, vont goet dat Graef Willem naer Vucht niet commen en soude, maer desen dach noch blijven leggen, ende morgen vrouch met alle sijn trouppen opbreecken ende gaen naer Creveceur, daer hij een brug van eindelinge ponten liet maecken om bequamelijck over te commen. Oick liet sijn Excie de bruggen over de Ade ende Dommele gemaeckt opbreecken om de schuyten naer Creveceur te doen brengen, dede snachts mede afhalen alle tgeschut aende Vuchtse sijde, daermede hij dien dach noch veel hadde doen schieten ende tselve gereet maken op blockwagens om aff te brengen, ende voorts lasten morgen vrouch te vertrecken naer Heusden, doch liet evenwel de mine voortsgaen, ende op den avont de kelder maken ende daerinne leggen 2000 ℔ cruyts om morgen vrouch voor tvertreck de halve mane te doen springen ende heur te thoinen dat hij meester daeraf ware als hij wilde. Desen dach creegh hij wederom tijdinge dat den Ertshertoghe selve bij de troupen was, ende gisteren te Diest was geweest, ende dat se van Mechelen eenich geschut te water hadden willen brengen naer Diest, maer mits den vorst niet hadden konnen doen, ende sulcx tselve weder te lande hadden moeten doen brengen, ende soe voortshalen, twelcke hen wat getardeert hadde. Dit werde soe vast geseit, dat Sijn Excie tselve gelooffde, hoewel onwarachtich was dat den Ertshertoge bij de trouppen was. | |
[pagina 213]
| |
In de stadt storven van heur quetsure den raedsheer Bardoul ende den capiteyn More ende cregen inne brieven vanden Ertshertoghe, houdende van heur ontset ende dat hij tot betalinge van heur crijsvolck sont 12.000 £.
Desen dach quamen de Staten van Hollant bij een om te resolveren op de consenten voor den toecoemende jare, ende de middelen van d’selve te vinden, ende op tstuck van justitie als tmaecken van een president ende raden tot vorderinge van dien. In tstuck van consenteren van alle de petitien vanden Raede van State en werde naer gewoente geen swaricheyt gemaeckt, maer op de middelen om dselve consenten te vinden, viel alle de swaricheyt, daeraf alleenlijck ingewillicht werde alle de middelen in treyn wesende. Behalven truytergelt ende schougelt werde noch ingewillicht over de steden ende platten landen 600.000 £ te vinden bij quotisatie. Op den impost vande innecoemende goederen en conste niet eyntelijck geresolveert werden om trefuys dat die van Zeelant deden van dat middel mede inne te willigen. Daer was noch voorgeslagen een ordre om alle huysgesinnen voor een jaer te schatten in den impost vant sout, al advenant de menschen ende coebeesten die se souden hebben, maer dat en werde oick niet afgedaen, gelijck mede niet van 24 st op elcke tonne biers ten tappe uyte tresorien vande steden ende veel andere middelen. Op tstuck vande justitie, noempden sij 9 personen om daeruyt te kiesen 3 raden in den provincialen hove, maer op de presidentschappen en werde niet gedaen, omdat die van Zeelant niet en quamen. Anders aldaer clachte gedaen wesende, dat soe in Hollant als anders seer groote menichte van schellingen geslagen werden, die intrinsijck een vierde paert vande weerde verloren ende anders een groote menichte van quaet gelt ging, ende dat men meinden dat bij alle de munten in de Vereenichde Nederlanden wel geslagen waren voor de 500.000 £ aen schellingen, werde daer goet gevonden dat men bij placcaet verbieden soude alle schellingen buyten Hollant ende WestVrieslant gemaeckt met alle cleinder gelt mede, ende dat men mede verbieden soude den gecontrefeiten Philipsdaelder van Spangien, ende den silveren gulden van 28 st. van Vrieslant. Den muntmeester van Hollant werde mede gehoirt op tstuck vande schellingen, die bekende ettelicke hondert duysent ponden in schellingen verandert te hebben, hoewel sijn last mer en was geweest van 60.000 £, dan omdat sulcx bij eenigen toegestaen was om te favoriseren den ambassadeur van Vranckrijck, die ginder silver gelt dede opwisselen ende hier in schellingen verslaen om den 25en penning daerop te prouffyteren, werde des alles seer slechtelijck geglist ende de dachvaert scheide den 20en Decembris. | |
[pagina 214]
| |
[Den 25en Novembris]Den 27en Novembris vroost uytermaten seer. Vrouch dede Sijn Excie eenige valsche aenloopen op de halve mane voor de Vuchtse poorte doen, maer men merckte terstont dat den viant meest daeruyt was, doch omdat tvertreck geschiede, dede men evenwel de mine springen, die de heele halve mane opsloech ende bleeff soe leggen sonder dat yemant van buyten ofte van binnen daerinne quam, tot dat de wacht alomme aftooch ende de stadt verliet. Mettet kriecken vanden dach togen de legers van beiden sijden vande stadt op. Graef Willem ging met de Vriesen ende Schotten ende de ruyteren naer Creveceur, ende passeerden daer de Msese, lastende tvolck alles te gaen naer Bommel om daer te passeren, ende hij quam selffs op den avont tot Heusden om bij Sijn Excie te wesen. In t’optrecken branden de soldaten alle heure hutten, daerdeur eenige huysen mede in brant quamen. Oick quam den brant bij ongeval in de kercke. Tot Orten werde de kercke mede verbrant sonder dat men wiste ofte bij ongeval ofte moetwille geschiede. Tregement vande Zeeuwen quam heel vrouch naer Vucht, daer Sijn Excie mede optooch mel alle den leger naer de heide, doende een deel ruyteren met Graef Lodewijck houden voor de Vuchtse poorte tegen t’uytcommen van die van binnen, tot dat alle tleger wech was, dwelcke doen mede volchde. Hij hadde Giselaer gelast op Deuteren te blijven tot dat Graef Lodewijck mette ruyteren te Vlijmen soude commen, maer omdat die vande stadt met 2 partijen al aen sijn schansken waren geweest, ende scheenen met meerder macht te willen commen, tooch hij ontrent de middach uyt, ende nam den wech naer Vliemen, ende soe, ende om de voors. redenen, brack theele leger voor den Bosch op, daert nu 26 dagen gelegen ende seer veel wercken gemaeckt hadde Ga naar voetnoot1. Die vande stadt schooten seer op den aftocht naer de wacht in de approchen, doch met weinich vruchts. Tleger tooch alsoe alles tot op de heide, daer Sijn Excie die in slachordre brachte ende hielt, tot dat sijn cariage meest voorheen naer Heusden ware, ende datter niemant meer en volchde, ende tooch doen mettet crijsvolck langes den Cuycksenhouck heen mede naer Heusden ende scheyden heur aldus. Alle de Brabantsche ruyteren reden naer Bredae ende de regementen vaa Zeelant, vande Walen ende van Dort togen metten Heere van Tijmpel naer de Langestraete; de reste van tvoetvolck tooch mei Sijn Excie naer Heusden, | |
[pagina 215]
| |
ende voorts terstont deur naer Woudrechem. De resterende overrijnse ruyteren togen met Graeff Lodewijck achter den Cuycksenhouck omme naer Vlijemen ende Creveceur toe, om in de Bommelerweert te commen, ende Sijn Excie bleeff dien dach selffs tot Heusden, van waer hij sondt naer Woudrechem om te weten wat middel daer was om over de Wale te commen, daerinne groote swaricheyt was, om de menichte vant tijs dat in de reviere dreeff.
Ende alsoe liep ongeluckelijck aff dese belegeringe vanden Bosch, omdat d’selve naer veeler oirdeel te laet int jaer voorgenomen was, maer dat men dubbel over daertoe tijt gehadt hadde ende versuympt tot grote schade vanden staet vande landen op soe loosen pretext als verhaelt is; want indien men de plaetse terstont naer de veroveringe van Rijnberck aengetast hadde, doen tgarnisoen t’Oosteinde noch versch ende starck was, ende eer de legers daer soe swaer geretrancheert waeren, soude den viant dese stadt ofte Oisteinde hebben moeten abandonneren, maer nu men dit soe laet bij de hant nam, conden de beleggers van Oisteynde nu wel beschantst wesende, volck tot dit secours derven, ende aende andere sijde claechden die van Oisteynde ten waere men henl. secoureerde ende ververschte van volck, dat se verlooren gingen, ende men en conde heur niet ververschen tleger te velde blijvende, soe dat dit opbreecken voor de saecke van Oisteynde noch goet dede. Eenige van Sijn Excie volck lieten te Vucht geschreven non ducis obsesseae servavit moenia Silvae Alberti gladius, frigida sed glacies.
Desen dach quamen t’Oistende in twee schepen met visch met groot gevaer. | |
[Den 28en Novembris]Den 28en Novembris vroost noch vuytermaten seer. Sijn Excie vertooch met alle sijn treyn voornoen van Heusden naer Worcum om daer selffs opt veer te wesen ende te sien hoe hij best soude connen overcommen, ende dede alle de wagens ende treckpeerden mede derwerts volgen, maer daer commende was t’ijs beginnen te steecken, soe dat hij daer beclemt werde ende niet overcommen en konde. Vele vande ruyteren op gisteren naer Creveceur gereden en hadde mede niet konnen overcommen, omdat t’ijs de pontbrug gebroocken hadde, die daerom van dage naer Hemert quamen, ende daer de Mase passeerden Ga naar voetnoot1, maer wesende in Bommelerweert | |
[pagina 216]
| |
mosten alles daer blijven, omdat geen middel ter werelt en was om over de Wale te commen. Desen dach schoten die van Oostende seer ter eeren van Elisabet Coninginne van Engelant, ende die van tleger niet min ter eeren van Ertshertoginne Elisabeth. | |
[Den 29en Novembris]Den 29en Novembris vroost noch uytermaten seer, waerom Sijn Excie tot Worcum niet wel overcommen conde. Nietemin tegen den middach liepen eenige schippers met plancken over t’ijs, ende beleit hebbende de quaetste passen met plancken, liep een groote menichte van volck te voet over tijs om naer Gorinchem te commen, ende des naernoens ontrent 3 uyren ging Syn Excie met sijn heele hoff mede over, ende quam tsavonts tot Gorinchem. Alle de ruyteren mosten noch in de Bommelerweert blijven ende alle de wagens ende treckpeerden tot Woudrichem. Tleger vanden viant willende nu den braven maecken, dewijle Sijn Excie vertogen was, is desen avont gecommen tot Oirschot, starck ontrent 8000 man te peert ende te voet onder tbeleit van Graef Frederick vanden Berge, dwelcke met eenige ruyteren vooruyt rijdende, desen avont binnen Shartogenbosch quam. Eenige boeren van Vlijmen dit hoirende, ende niet wel wetende wat er gaens was, quamen tsavonts voor de poorte van Heusden roupen dat den Ertshertoge binnen den Bosch was gecommen, ende dat theele leger te Boxtel lach ende naer de Langestraete wilde commen, daerom den Gouverneur van Heusden terstont 5 schoten dede doen, ende vieren op den toorn om de naeste garnisoenen te waerschouwen op haer hoede te wesen. Hij schreeff aen Graef Lodewijck in de Bommelerweert dat se voor heur moste sien, ende adverteerde hieraff Sijn Excie. Ontrent dese tijt regeerde t’Oistende een scharpe sieckte, daeraf de menschen in eenen dach gesont ende doot waeren.
Desen dach sterff in den Hage den President vanden Hogen Rade Johan van Banchem, een seer geleert ende expert man. | |
[Den 30en Novembris]Den 30en Novembris vriestet noch seer. Tot Heusden quamen verscheiden persoenen uyten Bosch ende vuyt des viants leger. Die vanden Bosch seiden dat Graef Frederick gisteren daer binnen gecommen was sonder ander volck als van sijn huys, ende dat de burgeren in stadt geduyrende tbeleg seer verschrickt waren geweest, in vougen dat niet en scheen dat se lange tegen gehouden souden hebben, indien sij geen volck van buyten ingekregen hadden, dat se in de twee reisen over de 1300 man in stadt hadden gekregen, ende dat se seer verblijt waren geweest doen tbeleg opbrack. Die uytet leger quamen seiden dat tleger starck was te peert ende te voet ontrent 8000 man; dat se gisteren tot Oirschot waren gecommen, | |
[pagina 217]
| |
ende uytgaven dat se van dage commen soude tot Tilburch ende Hilvarenbeeck, dat Graef Frederick alleen over heur commandeerde, ende dat se seiden te sullen gaen naer Creveceur om de schepen daer aen brant te steecken. Hieraf adverteerde den Gouverneur van Heusden Sijn Excie ende die van Creveceur, maer die van Creveceur sulcx mede gehoort hebbende stelde van dage ordre om alle de grachten open te bijten ende de schepen sulcx in haer grachten te leggen, dat men daer buyten omme mochte bijten om de aencomptste te beter te beletten. Desen dach was t’ijs soe vast gesteecken voor Woudrechem, dat men daer overbracht ende dede marcheren alle de wagenen ende treckpeerden met eenige ruyteren die tot Woudrichem waren. Sijn Excie verstaende dat den viant soe naer was, ende niet wetende wat hij soude mogen willen aengrijpen, dede contremanderen ende in de Tielereweert blijven alle tvolck tot Bommel overgetogen ende weder naer Gorichem keeren verscheiden compagnien naer Hollant gesonden, stelde mede ordre om de Lingen tot Asperen toe ende de Wale van Gorichem af tot Dordrecht toe te bijten ende besloot selffs tot Gorichem te blijven tot dat de vorst soude cesseren ofte den viant wechtrecken. Hij dede naerder besetten de Muggeschantse in tlant van Altena, daer hij verstont maer 17 mannen in te wesen, ende dede alomme tegen den inval ten besten versien.
Omtrent dese tijt verstont men dat in Engelant tparlament van Staten vergadert was geweest op de saecke van IrIant ende op de comtste vande Spangiaerden aldaer onder tbeleit vanden Mestro del Campo Don Juan de Laquila, die ingenomen hadde de stadt ende haven van Quinsale, ende voor op de haven een fort beginnen te maecken, ende dat se tot dien crijgh ende om de Spangiaerden uyt Irlant te verdrijven ende de landen vande crone van Engelant te mogen beschermen, geconsenteert ende ingewillicht hadden vier schattingen ende acht vijfthienen, soe sij dat noemen, te betaelen in 3½ jaeren ende die geestimeert waren wel te beloopen 1.100.000 £ steerlings ofte elff milionen gulden boven alle ordinaris schattingen, wesende soe groote somme dat noit Coning van Engelant gelijck consent van sijn onderdanen hadde konnen verkrijgen. Tot dit consenteren hielp veel de groote affectie die elcx tot de Coninginne droech, ende de apprehensie die elcx hadde dat den Spangiart heur deur Irlant soude trachten in meerder oirlogen te brengen, sonderlings soe d’voors. don Juan de Laquila bij open patente hadde uytgegeven dat de Coninginne geen recht tot dat, nochte andere haere landen en hadde als daervan bij verscheiden pausen (dit tot sulcx de macht gegeven is) gepriveert wesende | |
[pagina 218]
| |
ende heur onderdanen van heur subjectie ontsloegen, ende dat hij bij den Paus ende Coning van Spangien daer gesonden was om den Catholijcken in de vridom vande Roomsche religie te beschermen tegen de tyrannie vande Engelsen, vermanende daerom alle de onderdanen van Irlant heur tot hem te begeven, ende dreigende mette doot dengeenen diet met de Engelsen souden houden, volgende tplaccaet hiervooren geinsereert. Oick hielp mede tot dese resolutie dat de Engelsen in een rencontre d’overhant tegen een deel nieu Spangiaerden hadden gehadt, daerom veelen meynden, dat men mer een starck leger daer behoufde te senden om de Spangiaerden teffens te verdrijven. De Staten hadden mits dit groote consent vercregen afdoeninge van eenige monopolesche neringe, van dat niemant stijfsel, sout, asijn ende diergelijcke en soude mogen maecken als met consent van eenighe die Conincklijcke octroijen daertoe hadden. Indien de oirlogen daer te degen willen wackeren, dat mocht ons hier te landen oick verlichtinge geven, omdat den Spangiaert dan alle sijn macht derwerts soude mogen commen te bekeeren. |
|