Journaal. Deel 2, boek 5
(1864)–Anthony Duyck– AuteursrechtvrijBelegeringe van St. Andries.Den 26en Marty was vochtich weder. Sijn Excie sont vrouch den Colonnel Huchtenbrouck met de Vriesen naer Alem met 2 veltstucken ende een halve canon om thuysken te Alem inne te nemen, daer eenigen vanden viant op lagen. Dese daer commende, deden den viant sommeren ende tgeschut thoinen, die terstont de plaetse als niet houbaer wesende | |||||||||||||
[pagina 553]
| |||||||||||||
overgaven, ende trocken daeraf met 20 mannen ende gingen naer de schantse toe. Hiernaer dede Sijn Excie alle sijn leger gaen naer St. Andries ende bij Alem logeren in schepen. Hij sont eenige compagnien tot Rossum om aldaer aenden dijck wacht te houden, dewijle mits de hoochte van twater daer weinich vrese was ende dat die vande schantse daer niet dan met schuyten en konden commen. Hij dede noch ten selven avont 300 man gaen op den Weert tusschen Maren ende de schantse, om daer de approchen te beginnen ende een batterie te maken ende op de schantse te mogen schieten, daerover den lieutenant van Quirijn de Blau gequetst werde.
De gecommitteerde Raden van Hollant desen dach naerder antwoordende op tversouck van die van Zeelant, verclaerden dat sij bereit waren metten gedeputeerden vande andere provincien in tgemeen ofte met die van Zeelant ende andere provincien die gereet souden wesen dadelijck te resolveren op de consenten bij Sijn Excie ende den Raet van State versocht sonder langer te wachten naer degeenen, die niet gereet en waren, opdat terstont mach werden gedelibereert op de gemeen defensie vande landen, ende sonderling van Hollant ende Zeelant, houdende voor seecker dat de consenten van Hollant ende Zeelant (bedragende bijnaest de 5/7 deelen van alle de consenten) gedragen wesende, sulcken gewicht sullen hebben bij de andere provincien; dat sij de haeren oick sullen spoedigen, sonder dat sij konnen verstaen dat op generale belofte van alle de middelen te willen emploijeren in plaetse vande consenten sulcke verseeckerde fundamenten konnen geleit worden, als der landen dienst is vereischende, gelijck van tbegin deser oirlogen altoos is bevonden, dat de landen niet met generale maer met speciale consenten sijn geregiert ende gedefendeert, ende daeromme hebben die van Hollant verclaert te vreden te wesen met die van Zeelant de consenten vanden voorleden ende lopende jare te bewilligen gelijck die versocht sijn so wel tot beleit vanden oirloge te lande als te water, ende begeeren als noch dat de gecommitteerden van Zeelant hem daerop rondelijck willen verclaren, omdat de quote in Hollant ende Westfrieslant niet met min beswaerlijcheyt gevonden en wort als in Zeelant, daer se heur boven de gemeine lasten met Zeelant noch beswaren met vercoopinge van renten ende anders, veel hooger als in Zeelant, daerom sij niet konnen bedencken wat bij goede bontgenoten meer soude konnen gedaen worden, als bij die van Hollant metter daet gedaen wort ende in alle occurentien in Zeelant gedaen hebben ende noch te doen geresolveert sijn, op hoipe dat die van Zeelant van gelijcken sullen doen ende niet | |||||||||||||
[pagina 554]
| |||||||||||||
gehengen dat bij die vande Almiraliteit ofte anderen yet gedaen worde dat tot voedinge van misverstanden mach strecken. Nopende de ses compagnien leggende binnen Oisteynde, daerop sullen die van Hollant gaerne helpen adviseren ten meesten dienste vande landen, waermede die van Zeelant oirlof namen om te vertrecken, heur anders bij monde alle goede toesegginge gedaen wesende. | |||||||||||||
[Den 27en Marty]Den 27en Marty was schoin weder. Twater wies so seer in de revieren ende in de Mase, dat Sijn Excie de begonnen approchen op de Weert voor Maren most doen verlaten, waerom hij terstont 3 batterien dede maken op den dijck van Maren, de twee recht boven de kercke ende de derde beneden de kercke, om daerinne geschut te mogen planten ende in de schantse naer de huysen ende rosmolen te mogen schieten, tot bewaringe van welcke stucken hij eenige compagnien knechten aen denselven dijck dede op de wacht gaen. Hij sondt een trompetter aende schantse om heur appoinctement aen te bieden, maer die vande schantse schoten naer hem, niet willende hem hoiren spreecken, daerom hij weder afkeerde. Ende omdat men advertentie creegh dat den viant eenich volck ontrent de Mase begonst te versamelen, sont Sijn Excie den Colonnel Gistelles met sijn regement naer Littoijen, om daer voorts deur te steecken den dijck, ende twater also in tlant van Brabant te laten loopen, op tgat te schantsen ende te logeren, om den viant daer te steuyten ende te beletten, dat niemant tgat wederom en stopten. Snachts dede Sijn Excie op den dijck bij Maren planten 12 stucken geschuts, te weten in elcke batterie vier om naer de schantse te schieten.
Die van sHertogenbosch heur bevindende in groote swaricheit, screven desen dach aenden ErtshertogeGa naar voetnoot+, dat heur leedt was dat heur saken so jammerlijck stonden, dat se tot noch toe aen hem niet en hadden konnen scriven dan van swaricheiden ende elenden, daerinne sij ende die vande meijerie waren, dat sij nu noch meer subjects hadden te clagen aen hem als heuren heere als oit te vooren, omdat sij naer so veel geledenen schaden vande mutinatien der soldaten noch hadden verlooren de schantse Crevecueur den 24en, ende dat den viant voorts was gevallen voor de groote schantse St. Andries met so veel schepen ende oirlochgereetschap, dat se niet en wisten wat van die plaetse soude vallen, te meer so den | |||||||||||||
[pagina 555]
| |||||||||||||
viant om tsecours te beletten vast deur stack de dijcken te Littoijen, twelcke van sulcker importantie is, dat indien den Ertshertoge daertegen niet promptelijck en voorsie hiernaer tsecours te doen, seer difficil sal vallen, onaengesien men seit dat die van binnen heur wel houden, hoewel sij hoopten dat den Ertshertoge volgende sijne brieven vanden 23en Marty daertegen so soude voorsien, dat den viant soude belet werden, waertoe ende om heur in tijts te voorsien tot resistencie sij hem bedanckten van gescreven te hebben; dat se hem souden adviseren van tgeene sij daertoe van noode mochten hebben, ende hebbende gedelibereert daerop met Grobbendonck, hadden gestelt de bijgaende lijste, versouckende dat se haest daeraf goede vrucht mochten vernemen, om daermede heur selven te beter te mogen beschermen, twelcke sij totten uytersten toe geresolveert waren te doen.
De Staten Generael hadden goet gevonden dat Sijn Excie eenen brief | |||||||||||||
[pagina 556]
| |||||||||||||
aenden Ertshertoge soude scrijven, in faveur vanden capiteyn van tschip uyt St. Thomé gecommen ende tot Sluys genomen ende daertoe seecker concept ontworpen, daernaer Sijn Excie aenden Ertshertoge screef, houdende dat dselve van sijn eigen crijsvolck apparentelijck genouch bericht was van tgoet quartier, dat hij met alle gevangenen te lande ofte met armade te water om oirloch aentedoen uytgesonden hadde gedaen, tsedert hem bij den Staten den crijgh te water ende de oirlogen van t’merendeel te lande waren opgeleit, ende die alles op redelijck rantsoen doen uytgaen, sonder dat yemant hem kan beclagen. Hoewel vanden beginne is gebruyckt geweest ende noch bij de Almiraliteiten gebruyckt wort, dat diegeenen, die gecregen worden op zeroverie van vischers ofte coopvaerders ende daerop steelsgewijse varende, volgende de placcaten worden gestraft, maer niet die uyt eenige armaden sijn gevangen geweest als in den jare 88 aen ettelijcke honderden van alle qualiteiten is gebleecken ende anno 98 aen een goet getal op Cales in Vranckrijck gesonden, die mede in sijnen handen gevallen waren, dat hij niet en twijffelde of den Ertshertoge soude gelijcke voet gebruycken tegen dengeenen die in sijn handen waren gecommen uyte armade van Staten, van ontrent 70 schepen den voorleden jare naer de custe van Spangien gesonden met canon ende macht om te water ende te lande oirloch te maken ende heur te wreecken vande proceduren voorgenomen tegen de schippers ende bootsgesellen, die in Spangien ende Portugael alle commoditeyt gebracht ende de tollen ende andere gerechticheyt betaelt hebbende sonder waerschouwinge aldaer bedriegelijck sijn aengehouden ende wredelijck getracteert. Doch verstaende dat den schippers ende tbootsvolck van een proviantschip vande voors: armade bij ongevalle voor tgat vander Sluys was gevallen in handen vande galeijen seer rouwelijck getracteert worden, sonder dat men die op redelijck rantsoen wilt vrij laten. Dat van gelijcken op deselve galeijen als slaven getracteert werden eenige schippers ende bootsgesellen als vooren in Spangien aengehouden, die aen dese sijde gelijcke ofte meerder rouwicheyt mochten causeren tegen dengeenen, die men alreede heeft ofte noch mach becommen, twelcke tegen de nature van Sijn Excie wesende, hij niet en meynde dat bij eenige Princen soude goet gevonden worden, so hadde hij desen aen hem gescreven om te versoucken dat dselve gevangenen beter mochten getracteert ende op een redelijck rantsoen gestelt worden, presenterende van gelijcken te doen.
De Staten Generael screven mede van desen dage wederom naer Cuelen, dat heur leedt was, dat heur tweede intercessie voor den predicant Jan | |||||||||||||
[pagina 557]
| |||||||||||||
Bourgeois ende anderen bij heur geen gront en vatte ende dat die van Cuelen in plaetse van heur als heure goede nabuyren daerinne te believen de sake ten hoochsten tegen de gevangenen opnamen, daer de Staten niet uyt curieusheit in de Ceulse regieringe, maer uyt medelijden tot heure religionsverwanten, dwelcke de Spaense tyrannie ende heur vaderlant hadden verlaten ende om heur gewisse vrij te wesen binnen Cuelen waeren gecommen daervooren intercedeerden, niet meinende dat men heur in so geringen sake niet en soude believen, dewijle sij dien van Cuelen in meerder alle faveur aengeboden hadden, sonderlings als die van Cuelen souden bedencken dat den ijver tot God die menschen hadde doen tsamen commen om Gods woort te hoiren, ende dattet een groot abuys is (voor den onpartijdigen) dat men tkiesen van ouderlingen ende diaconen om den armen te besorgen ende den siecken te troosten ende anders, als in de oude ende gereformeerde kercke altoos is gebruyckelijck, soude achten voor seditie ende te willen treden in t’ampt vande wereltlijcke overicheit, dewijle des verre een ander meininge heeft. Dat oick de intercessie vande Staten streckt tot onderhoudinge van goede neutraliteit ende vermijdinge van alle misverstanden, die anders uyt de sware proceduren tegen de gevangenen mochten rijsen, daerom sij noch derdemael intercederende versochten, dat die van Cuelen de continuatie van heur vruntschap wilden weerdiger achten, als anderen ten gevalle te gebruycken rigeur met verclaringe, dat sij de ontslaginge der gevangenen met danchaerheit sullen erkennen, ofte so sij des niet en willen doen, dat se dan heur de informatie vande saken willen toesenden om wider inconvenienten te voorcommen. De Staten hoipten met dese derde intercessie dselve gevangenen te garanderen als sij oick deden, maer naer lange ende verdrietige gevangenisse ende veel tormenten den gevangenen aengedaen. | |||||||||||||
[en 28en Marty]Den 28en Marty was schoin weder. Sijn Excie dede eenige schooten naer des viants fort schieten, daertegen die van tfort mede schoten; daernaer wilde hij een tambourijn naer de schantse senden, maer sij en lieten hem niet aencommen ende schoten wederom naer hem, waerover Sijn Excie wel 300 schoten op de huysen van tfort dede doen, om die metten rosmolen waert mogelijck te incommoderen, welcke schooten veel meer operatie deden dan Sijn Excie wel wiste, omdat se meest met een vallende cogel in de schantse quamen, deur dien de batterien so verre afstonden, ende men heeft naer verstaen dat bij aldien Sijn Excie in furie hadde laten voort schieten, dat hij dien dach bedurven soude hebben alle heur amunitie, rosmolen, cruyt ende anders dat tot behoudenisse vande plaetse van | |||||||||||||
[pagina 558]
| |||||||||||||
noode is, omdat geen plaetsen binnen in de schantse verseeckert ofte bewaert waren tegen tschieten vande sijde van Brabant, maer alleen tegen tschieten vanden Tielrewaert, so verre dat niemant in de schantse hadde mogen blijven, maer hadden heur alles in de contrescharpe moeten begeven, ende dat se apparentelijck noch dien dach souden hebben moeten beter coop geven, maer omdat Sijn Excie niet en wiste, dat tschieten so veel schade dede, liet hij daervan ophouden, waermede die van tfort tijt ende gelegentheyt cregen om heur rosmolen ende amunitiehuysen met eirde wallen tegen tschieten vande sijde van Brabant te wapenen ende heur selven middel te geven langer te konnen houden. Sijn Excie dede mede de kercke van Alem beschantsen ende eenige vande hoochste gelegen huysen van tdorp binnensdijcks om voor sijn persoin ende stalle met eenige heeren daer te logeren. Daer en tusschen werde twater in de Mase so seer hoich, dat alle de uyterlanden ende binnelanden onderliepen, so verre dat men niet dan de dijcken met de schantse en sach boven water leggen, daerom Sijn Excie alle tcrijsvolck noch most in schepen laten, te weten de regementen vanden Graef van Solms, Francois Vere, Horatio Vere, La Noue, Edmonde, Graef Ernst ende Huchtenbrouck, omdat hij naer de veroveringe van Crevecueur vast meer volcx bescreven ende tot hem doen commen hadde. De ruyteren van Bredae hadde hij terstont op sijn vertreck van Crevecueur wederom gesonden ende in de Bommelerweert laten commen ende tot Amelroy ende Wel logeren, de vanen van Graef Hendrick ende Conteler om wacht te houden. | |||||||||||||
[Den 29en Marty]Den 29en Marty was tamelijck weder. Sijn Excie liet altemet naer tfort schieten, ende die van tfort schooten wederom, in twelcke sij in een schip leggende recht beneden Maren quetsten 7 soldaten, waerom veel vande schepen wat lager afdreven, maer twater werde so hooch, dat men niet en wist waer mette schepen te blijven, omdat se rontsomme op tlant dreven, ende men daermede geen diep en wiste te houden dan tegen de schoordijcken. Dese tijt deur liepen seer deur tlant tijdingen van eenige fregaten ende cleine galeijen, die tot Duynkercken gemaeckt waren, ende dat den viant daermede vanden zeecant een aenslach wilde maken, tsij in Zeelant op tlant vander Goes ofte in Hollant op tlant van Voorne, ofte oick op Scheveling om een berovinge in den Hage te maken. Dit rumoer hadde nu eenigen tijt seer gecontinueert ende veroirsaeckt, dat Sijn Excie al voor sijn vertreck in deliberatie geleit hadde om den Hage te beschantsen ende te retrancheren, daerinne seer veel swaricheyt gevonden worde, maer de | |||||||||||||
[pagina 559]
| |||||||||||||
Staten Generael hoorende dat de tijdingen al meer continueerden, sonden een commissaris om van Bredae in den Hage te doen commen de vaen ruyteren vanden Prince van Espinoy, daer Wagemans over commandeerde met eea vendel knechten te voet, latende last om op t’eerste bevel noch een vaen ruyteren naer den Hage te doen commenGa naar voetnoot+. | |||||||||||||
[Den 30en Marty]Den 30en Marty was betrocken regenachtich weder. Sijn Excie siende dat nu alle tplatte lant van Brabant onder water stont van Os ende Geffen af tot voorbij den Bosch, Vlijmen ende Bochoven toe, ende dat daerom den viant tot hem niet en soude konnen commen, als over de dijcken, nam voor dselve alomme wel te vernagelen ende besetten, dede daeromme seer arbeiden aende begonnen fortificatie te Littoijen, dede mede weder opmaken tschansken vanden viant te Kessel, alles om de aencomtste te difficulteren, waerom hij oick liet besichtigen de kercke van Empel ende de gewanden ofte sluysen een half mijle boven Empel leggende om daermede te schantsen om so t’ontset tot dese schantse te beletten. Hij laste bij dage alle uyren 4 schoten op de schantse te schieten ende alle nachts t’elcker uyre een.
Den lesten Marty was stormich claddich weder, ende twater seer hooch, daerom Sijn Excie noch stille most leggen, advancerende alleen de begonnen wercken op de dijcken. Ende omdat weinich voeders in de Bommelerweert was te crijgen, sondt hij de ruyteren van Graef Hendrick ende Conteler weder naer garnisoen, ende de nieuwe compagnie Walen van capitein Gilson sondt hij in garnisoen tot Emmerick. | |||||||||||||
[pagina 560]
| |||||||||||||
Hauquincourt, die Sijn Excie naer den leger gevolcht was ende over eenige dagen van Grobbendonck op sijn cartel antwoorde ontfangen hadde, is ontrent dese tijt uyte landen vertoogen, willende so hij seide naer Bruessel gaen om daer beter sijn beroup tegen Grobbendonck te vervolgen. Maer niet lang naer sijn vertreck quam hier noch een ander Frans edelman van den huyse van Mongommery, dwelcke aen Grobbendonck schreef, dat hem leedt was, dat Haucquincourt hem in tberoep hadde geprevenieert, dewijle hij oick om dselve querelle hier gecommen was, daerom hij versocht dat Grobbendonck in tselve gevecht een adjonct wilde nemen ende hij soude hem bij Haucquincourt vougen. Hierop antwoorde Grobbendonck naer, dat hij bedacht was geweest tegen Haucquincourt in partije te vechten ende met dat gevecht te volstaen sonder yemants cartellen meer te accepteren, maer dewijle den Ertshertoge hem des expresselijck verboden hadde, en const hijt niet doen, excuseerde hem daerom ende verclaerde voortsaen geen cartellen meer te sullen ontfangen ende sondt daerbij over de copie vanden brief vanden Ertshertoge, daermede Mongommery mede vertooch. | |||||||||||||
[Den 3en Aprilis]Den 3en Aprilis stormde en vriesdet seer, twater was noch uytermaten hooch in de reviere in vougen dat de scheepen mettet crijsvolck meest naer Dryel mosten afsacken. Daerentusschen dede Sijn Excie sijn begonnen wercken seer voorderen, om den dijck alomme wel te besetten. Hij gaf mede last tot Empel de kerck te beschantsen, daer den dijck heel enge was, op d’een sijde hebbende de reviere ende op d’andere sijde tverdroncken lant, waerom dien pas te besetten heel advantagieus was, sonderlings omdat recht beneden de kercke een gat was, daer deur men met schuyten uijtet verdroncken lant const commen in de Mase. Om dselve redenen gaf hij oick last aende gewanden ofte sluysen boven Empel de vervallen Knolschantse wederom op te maken.
In tleger bij Sijn Excie quamen de gedeputeerden van Zeelant om daer noch te versoucken, dat ander volck binnen Oosteynde mocht geleit worden, ende dat de compagnien op heur repartitie staende, daeruyt getogen ende in Zeelant geleit mochten werden ende verthoinden heur alomme even verveert. Sijn Excie seide heur toe de compagnien metten eersten uyt Oisteynde naer Zeelant te sullen senden, ende sondt daertoe patenten aen andere compagnien om naer Oisteynde te gaen, waermede dselve gedeputeerden weder vertoogen.
Den Grave van Hohenloe was ontrent dese tijt int leger geweest ende | |||||||||||||
[pagina 561]
| |||||||||||||
hadde seer aengehouden dat Sijn Excie hem op Buyren eens wilde commen besoucken, twelcke Sijn Excie willende alles dissimuleren beloofde te doen. | |||||||||||||
[Den 4en Aprilis]Den 4en Aprilis was schoin vriesende weder. Sijn Excie ging naer Buyren, daer hij ende alle die van sijn hof heerlijck getracteert worden, maer quam op den avont weder in tleger.
In den Hage in Hollant was men noch al evenseer becommert ende bevreest voor de galeijen van Duynkercken, welcke vrese seer aengestout worde bij die van Zeelant om die van Hollant dselve te doen apprehenderen ende also beter te bewegen om naer haeren houck ofte naer Sluys tleger te brengen. Hierom hebben die vanden Hage op van dage wapenschou gedaen van heure schutterien, daer anders op den avont noch quam de compagnie voetknechten van captein Frederick van Nievelt om de wacht op thof te houden ende tegen den noot bij de hant te wesenGa naar voetnoot+.
Den Coning van Vranckrijck hadde verclaert dat hij desen jare waert mogelijck soude doen restitueren 200.000 cronen, te weeten elck vierendeel jaers 50.000 cronen, ende mits die van t’eerste vierendel jaers gereet waren, vertooch ontrent dese tijt naer Vranckrijck den commissaris Francois Doublet om dselve penningen te gaen halen. | |||||||||||||
[pagina 562]
| |||||||||||||
gebroocken soude wesen, ende daerom mogelijck sij binnen gebreck hebben, sondt hij van dage sijn trompetter aende schantse met twee brieven, d’een in Francois ende d’ander in Duyts om heur te verthoinen den soberen stant daerinne sij waren ende de cleine ofte onmogelijcke hoipe van ontset, ende te versoucken dat se daerom tijdelijck met hem wilden handelen, hij soude heur met billicke conditien ende verseeckeringe van betalinge bejegenen. Sij lieten den trompetter tot aen twater commen, vraechden wat hij begeerde, ende so hij seide brieven te hebben, riepen sij dat se geen brieven en wilden ontfangen, maer hadde hij mondelinge last, die mochte hij seggen. Hij antwoorde anders niet dan dat Sijn Excie de schantse begeerde te hebben ende daerop met haer te handelen. Sij riepen wederom het ware noch 8 ofte 10 dagen te vrouch, ende als hij trompetter ofte yemant anders weder naer heur soude commen, dat hij dan most commen vande sijde van Herwerden, want sij en souden voertsaen niemant meer hoiren vande sijde van Rossum. Sommigen hielden dit voor een goet teycken, omdat se nu voertsaen scheenen sprake te sullen houden in plaetse dat se te vooren altoos hadden geschooten ende niet willen spreecken. Desen dach quam in den Hage de vane ruyteren van Wagemans om op Strange wacht te houden. | |||||||||||||
[Den 7en Aprilis]Den 7en Aprilis was schoin weder. De tijdingen begonnen te loopen, dat den viant hem vast hier ende daer begonst te versamelen, alsof hij eenich ontset hadde willen doen, ende omdat sulcx onmogelijck scheen, indien mer Sijn Excie de dijcken wel dede besetten ende bewaren, beval hij de wercken te Littoijen ende te Kessel seer te voorderen, gelijck mede aende gewanden ende te Empel; ende omdat de schantsinge te Alem cleyn genomen was alleen op de hoochte van tkerckhof, dede Sijn Excie noch een ander trenchee maken om alle de huysen van Alem daerinne te besluyten ende bij noot sijn leger daer te mogen houden; dede voorts altemet op de schantse schieten, daertegen die van binnen wederom schooten. Hij dede mede een batterie te Rossum maken, wesende de 4e batterie, ontrent 200 roeden van tfort, ende laste met eenen den dijck boven Rossum (daer se vande Mase aende Wale loopt) aenden cop te scharperen ende met borstweringen op te setten. Hij dede oick maken een corps de guarde achter de kercke van Rossum bij forme van redoute, breet 6 ende lang 9 roeden Dede noch een gelijck corps de guarde achter den dijck maken ontrent 130 roeden boven de kercke aende Mase sijde, ende een gelijck corps de guarde wat cleynder in tbegrip op den dijck aende Wale sijde, tusschen welcke twee laeste corps de guarden | |||||||||||||
[pagina 563]
| |||||||||||||
recht op den cop vanden dijck dvoors. 4e batterie gemaeckt worde. Hij gaf oick last aen Gistelles om op morgen met eenige stucken geschuts te trecken naer thuys te Batenburch ende dat inne te nemen.
Desen dach cregen de Staten Generael een brief van Caron, houdende dat Verreicken in Engelant wonderlijck gefestoijeert wesende, doch niet beschoncken, wederom vertogen was, hebbende corte audientie gehadt bij de Coninginne, ende voor antwoort: Indien den Ertshertoge ende Infante voor heur selven ende voor den Coning wilden innewilligen niet te vermanen ofte insisteren in het toecommende tractaet van tstuck vande cautionaire steden, van tcontremanderen vande Engelse soldaten, die in de Yereenichde Nederlanden dienen ofte oick vande vrije traffycke op Antwerpen te doen effectueren voor de Engelsen ofte voor de Brabanders ende Vlamingen op Engelant, dat sij dan wel gewogen was in handelinge van vrede te treden ende anders niet, ende dat hem een maent tijts gegeven was om daerop naerder verclaringe vanden Ertshertoge ende Infante inne te brengen. Eenigen meynden dat tverleng aldus in dese handelinge viel om tijt te winnen ende te sien waertoe de saken souden loopen, behalven dat in allen gevalle die poincten niet dan seer voorderlijck en konden wesen voor de Vereenichde Nederlanden ende hoipten daerom altoos tbeste uyt dese handelinge, sonderlings so niemant van verstant en const begrijpen, waerom de Coninginne ofte oick den Coning van Vranckrijck souden naer den ondergang vande Vereenichde Nederlanden wenschen, die hemluyden ende heur landen niet dan ten hoochsten in gevaer en souden konnen brengen. | |||||||||||||
[Den 8en Aprilis]Den 8en Aprilis was cout weder met veel hagels. Den Colonnel Gistelles ging vrouch met 5 vendelen knechten naer Batenburch om des te investeren, ende dede noch 3 compagnien met 2 stucken geschuts volgen. Die van thuys geen middel van houden hebbende, gaven de plaetse over, mits uyt te mogen trecken naer de Graef, ende toogen daeraf ontrent 24 mannen. Gistelles leide op thuys de compagnie knechten van Swits, ende tooch wederom naer Littoijen. Snachts dede Sijn Excie 2 halve canons planten in de 4e batterie bij Rossum gemaeckt om op morgen daermede te schieten.
De gemutineerden van Hamont waren so verre verdragen, dat se ontrent dese tijt van Hamont naer Diest toogen, daer men met heur naerder op heure betalinge soude handelen. | |||||||||||||
[pagina 564]
| |||||||||||||
so dapper schooten, dat se t’eene stuck demonteerden ende in de mont raeckten; anders dede Sijn Excie alomme seer wercken. Des avonts quam in tleger de heere Foock ende bracht met hem 64.000 £ uyt Hollant, daervan de 50.000 waren tot betalinge vande ongerepartieerde soldaten ende extraordinaris lasten. | |||||||||||||
[Den 10en Aprilis]Den 10en Aprilis hageldet seer, ende omdat de tijdingen meer ende meer liepen vande versamelinge vanden viant, ende dat hij ten ontsette wilde commen, dede Sijn Excie den tijt waernemen ende de wercken alomme voorderen, ende vresende of den viant wederom op Crevecueur mochte commen, dede hij saiseren een hoochte over de Diesse ontrent 150 roeden van tfort op den houck vanden dijck, ende laste dat men daer een redoute beginnen ende maken soude om te beletten dat den viant van over de Diesse geen approchen tegen tfort en soude mogen doen ende voor hem selven de gelegentheyt te houden om altoos bij noot sonder pericule sijn volck over de Diesse tegen Crevecueur aen te mogen logeren, twelcke hij de eenige behoudenisse vande plaetse achte te wesen. Hij beschreef voorts eenige ruyteren uyt Gelderlant naer den leger te commen om bij de hant te wesen, latende alsnoch de Brabantse in garnisoen. | |||||||||||||
[Den 11en Aprilis was tamelijck weder]Den 11en Aprilis was tamelijck weder. Sijn Excie dede noch de wercken alomme seer voorderen ende de redoute over Crevecueur beginnen, dede mede een trenchee met een flanxken opwerpen van t’redouteken aende gewanden langes tcolck heen naer de Mase toe, om die plaetse ende tselve gat wel te bewaren ende alle aencomtste van daer te beletten. Ende omdat tschansken aende Kercke te Empel enge ende cleyn soude vallen, omdat de plaetse daer so nau was, so dede hij oick afsteecken beneden tschansken een stuck hooch lants om daer te begrijpen ende te retrancheren een dergelijck quartier, om bij noot volck daerinne te mogen leggen. | |||||||||||||
[Den 12en Aprilis]Den 12en Aprilis was schoin cout weder. Sijn Excie creegh tijdinge dat den viant met 4 regementen knechten te Geldorp gecommen was ende een partije gelts bij hem hadde om binnen St. Andries te brengen, daerom hij te meer noch alle wercken dede verhaesten, hoewel genouch onmogelijck scheen dese schantse te ontsetten ofte gelt daerinne te brengen, mits tgansche lant van Brabant tusschen de Maesdijck van Os ende Geffen langes Neulant ende den Bosch tot achter Vlijmen ende Bochoven ende aende Heechuysse Mase toe in twater stont, hebbende geen binnewegen nochte landen die te gebruycken waren om ergens aen te mogen commen, ende dat de dijcken so wel beset ende geretrancheert waren, dat niet mogelijck en scheen daerover te sullen konnen commen. Twater in de | |||||||||||||
[pagina 565]
| |||||||||||||
reviere begonst allenskens te vallen, waerom Sijn Excie voernam metten eersten sijn leger (twelcke boven Driel in de schepen te veel over malcanderen lach) te scheiden ende naer Herwerden te senden de regementen van Graef Ernst, Edmonde ende Huchtenbrouck ende mogelijck oick de Switsers om de approchen van dier sijde te beginnen, ende hij meynde vande sijde van Rossum te doen approcheren bij de Engelsen, Francoisen ende Vriesen mettet regement van Solms. Tsavonts op tbegin vanden duyster ontstont een groot rumoer tusschen de Francoisen ende Vriesen, ter cause van 2 personen, die metten anderen gespeelt hadden, ende mogelijck malcanderen ongelijck doende daerover begonnen te vechten, bij wien terstont 8 ofte 10 Francoisen heur vande partije maeckten ende aende andere sijde eenige Vriesen, ende mits veele metten toeloop daerbij quamen ende van beiden sijden starck werden, begonsten sij malcanderen met rappieren, stocken ende steenen aen te vallen, daerdeur t’rumoer so groot werde, dat veelen arm begonnen te roupen ende heur lang geweer uyte schepen te halen, ende sprongen se van beide de partijen tegen wille ende dancke van heure officiers uyte schepen aen lant so dat schrickelijck om sien was. Onder de Vriesen was dat misverstant, dat bijnaest geen capiteinen uyte schepen aen lant quamen om heur volck te houden, maer bleven tscheepe om de reste van tvolck in de schepen te houden. Vande Francoisen ging den overste lieutenant Dommerville deur sonder hem bij tvolck te laten vinden. Den Graef van Solms quam ten lesten daer onder te peert ende dede met groot gevaer veel om heur te scheiden, gelijck mede deden de Fransse capiteinen Cormieres ende Brusse, die selfs verscheiden personen van huer natie quetsten, omdat se niet terugge en gingen. Brusse werde in de foule onder de voeten geloopen ende met een piecke in den hals gequetst. Cormieres creegh mede dry cleine quetsuren. Den Graef creegh verscheiden stocken ende steenen naer tlijf, doch brachten so veele te wege, dat se tvolck van malcanderen cregen, daerover Sijn Excie met sijn garde oick aencommende dselve voorts vanden anderen dede scheiden ende tscheepe gaen ende scharpelijck verbieden niet meer te vechten. Vande Francoisen was doot gebleven een edelman, page vanden Coning geweest, genaemt Rerac ende noch 10 gequetst, ende vande Vriesen 3 personen doot ende 6 ofte 7 gequetst. Naderhant op tfort informatie genomen wesende, en const men niet ontdecken dan dattet onverhoets toegecommen was, ende alleer de officiers dochten dattet so verre gaen soude, daertoe veel hadde geholpen dat se mette schepen so seer onder malcanderen lagen, daerom Sijn Excie besloot heur op morgen | |||||||||||||
[pagina 566]
| |||||||||||||
alles van malcanderen te leggen om gelijcke swaricheyt te voorcommen. Snachts deden die vande schantse een signael ofte vierteycken, daertegen ten Bosche 2 schoten gedaen werden, ende doen deden die vande schantse wederom twee schoten, twelcke men naer verstont te wesen, omdat seeckere vier soldaten, die se uytgesonden hadden om medicamenten ende chirurgijns te hebben weder ingecommen waren ende met gebracht hadden eenige medicamenten, maer geen chirurgijns, omdat niemant mede en hadde willen gaen. Den Ertshertoge schreef desen dach aende Coninginne van Engelant, dat hij haere brieven vanden 21en Marty met Edmonts ende Verreicken gesonden hadde ontfangen, dat om de courtoisien in beiden gebruyckt hij ende de Infante heur hielden in de Coninginne verbonden, dat sij wederom souden thoinen hoe seer sij geneicht sijn tottet geene haere Mat. soude behagen, ende nopende de principale sake, haddent vanden beginne daer voor gehouden, dat de seyndinge van Verreicken weinich vrucht soude baren, doch dat se heur mette begeerte vande Coninginne hadden geconformeert ende gemeint dattet mer soude geweest hebben om te openen de principale poincten, om de deliberatie ende resolutie daerop te laten totte bijeen comtste vande gedeputeerden, maer dat hij deur hare brieven ende tgeene Edmonts verhaelt hadde sach, dat de Coninginne meerder verclaringe begeerde alleer voorts totte handelinge te commen, twelcke hem docht in die sake buyten propooste te commen. Versocht daerom dat se te vrede wilde wesen alles te laten staen totte bijeencomtste, in dewelcke men malcanderen naerder sal konnen verstaen, met hoipe dat de saken daer tot contentement vande partijen sullen konnen geaccommodeert worden, verclarende dat van sijne sijde niet obstinatelijck en sal gedreven worden yet dat tegen reden is, omdat sijn intentie is alleen sinceerlijck ende rondelijck te handelen, om ter eeren Godes af te doen tgeene begonnen is, ende so hij meynde dat daeraf niet en soude vallen, dat hij dan geen gedeputeerden en soude willen senden, die hem meer schadelijck als prouffitelijck souden wesen, dat hij daerom met Edmonts gaerne beraemt hadde een seeckere tijt totte bijeencomtste vande gedeputeerden, maer dat Edmonts sulcx niet en hadde willen doen, dan onder de goede geliefte vande Coninginne, ende sulcx beraemt den 21en May stilo novo, om dan tot Bouloigne bijeen te commen, daertegen hij de sijnen gereet sal houden ende wachten op bescheit vande Coninginne, hoipende dat God de saken sal segenen tot ruste vande Cristenheit, hem ende de Infante recommanderende in haer goede gratie. | |||||||||||||
[pagina 567]
| |||||||||||||
[Den 13en Aprilis]Den 13en Aprilis was schoin weder. Men schoot altemet. Sijn Excie creegh tijdinge dat den viant voorseecker marcheerde so tscheen naer Ravesteyn, waerom hij niet goet en vont sijn approchen noch te beginnen, omdat dselve een groot deel van sijn leger verletten souden ende sonder oneere niet en souden konnen verlaten werden, daerom hij beter achte sijn leger fris ende bijeen te houden, ende noch eenige dagen te sien wat den viant van buyten soude willen doen, scheide nietemin de regimenten wat van malcanderen ende hielt se nog al in schepen bij Alem, doch vresende voor Crevecueur, sondt noch snachts derwerts de compagnien van Dirck de Jonge ende van Calf, om de redouten daer begonnen te beter op te maken. Hij dede voorts dapper alomme wercken. | |||||||||||||
[Den 14en Aprilis]Den 14en Aprilis was schoin weder. De tijdingen continueren noch al van t’marcheren vanden viant, waerom Sijn Excie mette gedeputeerden vanden Raet selfs de wercken naer Crevecueur toe ging besichtigen, ende commende aende gewanden, vondt hij de redoute daer noch weinich geadvanceert ende de trenchee naer de Mase toe noch naulijcx begonnen, daerinne hij gansch t’onvrede was, ende laste dat men in alle haest daeraen arbeiden soude, omdat hijt daer vast genouch achte als mer de wercken daer gemaeckt waren. Hij ging voorts naer Empel, daer tschantsken aende kercke tamelijck geadvanceert was, maer tquartier beneden de kercke was naulijcx begonnen. Boven de kercke aenden dijck lach een hoochte van een molewerf, die Sijn Excie achte bedenckelijck voor de wercken aldaer, omdat se op de kercke seer konde commanderen, achte daeromme noodich dselve te doen wech karren, maer so naer overlegginge geacht werde, dat minder costen soude die te beschantsen, werde geordonneert daeraf te maken een half bolwerk om voor flancke aende kercke te dienen, ende den dijck van daer totte schantse lang ontrent 46 roeden te scharperen ende met een borstweringe op te setten, daer men terstont mede aen dede vallen. Hij ging noch naer Crevecueur, daer hem de meeste nieuwe vergrotinge vanden viant niet aen en stont, daerom hij op de hoochte besuyden een bolwerck wilde doen beginnen bij forme van ravelijn so nochtans dat ment metter tijt soude konnen aentrecken ende de andere wercken daernaer approprieren. Hij hadde mede gaerne doen beginnen de twee bolwercken over de Diesse beraemt te maken, maer omdat se veel costen souden, liet hij des noch terugge. Hij dede de twee compagnien van de Jonge ende Calf gaen logeren aende redoute daer begonnen om die te beter ende te eer op te maken ende sulcx heur schepen in de Diesse opbrengen met t’oirlochschip vanden capitein Haerst | |||||||||||||
[pagina 568]
| |||||||||||||
om d’ander schepen te bewaren. Hij hadde gaerne de Diesse doen stoppen, omdat twater dapper daer uyt schoot, maer en hadde geen rijs bij de hant om des te doen, twelcke hij daerom dede ontbieden. Hij tooch voorts naer de Heechuysse Mase om die te besichtigen ende ging op lant tot aende kercke van Heechuys, dan en vont niet dat den viant van daer yet besonders soude konnen doen ende mitsdien onnoodich daer eenige wercken te beginnen, waernaer hij wederom naer tleger keerde, daer tsavonts bij hem quam den Graef van Hohenloe, die de Wale op was commen seilen tot bij Rossum toe, daer die vande schantse naer sijn jachte schietende dselve bijnaest geraeckt hadden. | |||||||||||||
[Den 15en Aprilis]Den 15en Aprilis regende den heelen dach uytermaten seer. Sijn Excie ging evenwel besichtigen alle de wercken te Maren, daer men de kercke begonst te beschantsen ende noch een redoute in tvelt maeckte ende te Kessel, daer men thuys beschantste ende de voorige schantse vanden viant opmaeckte ende in een swaer werck veranderde ende te Littoijen daer men de gansche beneden cante van tgat beschantste om tselve te bewaren ende open te houden.
Tot Alem quam een tambourijn vanden viant, willende naer Heusden om eenige gevangenen gaen ende so men vermoede om de gelegentheyt van ons leger te besien. Dese seide van heur volck tot Lieshout gescheiden te wesen ende dat se daer ontrent vergaderden ende noch wachten de regementen uyt Lutsenburch met de helft vande gemutineerden van Diest; dat se nog niet veel ruyteren bij heur en hadden, dat Louys de Velasco soude commanderen ende la Bourelotte als Mareschal wesen. Men verstont van andere oirden mede, dat den viant tot Lieshout gecommen was ende wel 6000 man te peert ende te voet bijeen hadde. Men schoot altemet naer de schantse, die des naernoens tot bravade in de halve mane aende Maessijde een scheepsvlagge lieten vliegen, wesende een princen vlagge, die den voorleden winter van een jachte de Wale afcommende bij heur genomen gekregen was. | |||||||||||||
[Den 16en Aprilis]Den 16en Aprilis was schoin weder. Sijn Excie was evenseer doende om de wercken alomme te doen voorderen, ende hoirende dat tot Kessel noch een binnenwech was, genaemt den Nollerwech, die mer gebruyckt werde om de thienden ende thoy innen te halen, dwelcke hooch ende vast was, daerover den viant soude konnen aencommen, ging hij dselve besichtigen ende bevont se te leggen beneden de schantse bij hem daer doen maken, doch opdat se daerover niet konnen commen nochte dan trachten over t’uyterlant tusschen de Mase ende Kessel deur te commen, laste hij eenige | |||||||||||||
[pagina 569]
| |||||||||||||
groote gaten daerinne te maken, om den wech die onder water lach incommodieuser te maken ende ordonneerde op t’uytcommen vanden wech een redoute te leggen bij forme van corps de guarde, laste noch een ander schantsken te maken tusschen daer ende Kessel ende noch twee andere schanskens tusschen denselven Nolderwech ende Maren om so dien pas ende alle andere overcomtste over tlant te stoppen. In sijn leger quamen de ruyteren van Onsta, Hamilthon, Vere ende Parcker, ende die van Smeltsing volchden mede, ontbooden om in de Bommelerweert wacht te houden, indien den viant naer Crevecueur ende de Heechuyse Mase mocht trachten te commen ende gingen daertoe logeren tot Wel ende Amelroye, daer men bij noot mede lichtelijck konde crijgen de vanen die te Heusden ende Tyel lagen. Die vande schantse schooten van dage veel ende dooden bij Rossum 4 mannen, ende een werd er tbeen afgeschoten. Twee Francoisen te peerde dienende quamen vanden viant over seggende, dat se op wech wesende om herwerts over te commen, gevallen waren in handen vanden Graef van Busquoy ende hem so wel hadden bereddet, dat hij se bij hem hadde gehouden ende elcx met een peert voorsien hadde, daermede sij nu overquamen, seiden dat daer vergaderden de regementen van Çapena, van Warenbon, van La Bourelotte, van Busquoy ende van Barlaymont, dat Velasco soude commanderen ende La Bourelotte Mareschal wesen; dat se noch meer volcx verwachten ende daer en tusschen heur te Lieshout ende daer ontrent hielden ende de advenuen naer dese sijde beschantsten, omdat se vrese hadden van overvallen te worden. | |||||||||||||
[Den 17en Aprilis]Den 17en Aprilis was schoin weder. Sijn Excie dede besteden t’opdelven vanden Nollerwech ende de redouten daer geordonneert, ende om bij Kessel meer volcx bij de hant te hebben so tot voorderinge vande wercken als bewaringe van dien, sondt hij tsavonts om daer te logeren t’regement vanden Colonnel Edmonde met last oick t’uyterlant vanden dijck van Kessel af totte Mase toe te beschantsen ende bewaren ende de Kesselse creecke ende andere wateren daer te bruggen, ende als die wercken opgemaeckt souden wesen, soude hij de andere regementen naer Herwerden senden om van die sijde de approchen te beginnen. Desen dach begonst men de Diesse te stoppen ende met rijs toe te sincken, om twater te beter in tlant te houden, daerom men eerst de schepen uyte Diesse weder in de Mase liet commen, wesende de redoute aldaer bijnaest in defensie. Snachts ten 10 uyren quamen twee Walen, daeraf den eenen een corporal was uyte schantse met een brief om naer den Bosch te gaen. Dese | |||||||||||||
[pagina 570]
| |||||||||||||
quamen swemmen over de Mase ende d’een was al overgecommen aenden uyterweert voor Maren ende sijfelde om den anderen te doen derwerts commen. De maetrosen van Frans den Duyf hoirden dit ende quamen naer hem toe, eenigen langes de Weert ende anderen in een cleyn schuytgen, daer en tuschen den anderen Wale noch in de reviere wesende werde bevangen van coude, ende en const niet meer swemmen, daerom hij om hulp riep ende bij tschuytgen naer gevaren wesende, werde half doot gevist. Sij waren beide in themde, hadden een pongiaert op den rugge ende een briefken in was beslooten. Die overgecommen was wilde hem te weer stellen daerdeur ende deur t’roupen vanden anderen rumoer gemaeckt werde, twelcke den alarme in de schantse maeckte. Men bracht se beide bij Sijn Excie noch snachts, die den brief opbrack ende las ende lang met heur alleen sprack. Sij seiden ende den brief hielt, dat se de schantse hielden voor God ende heur betalinge ende daerom begeerden daervan verseeckert te wesen ende te weten of sij ontset souden werden ofte niet, ende dese personen waren gelast te sien ende wel te letten wat hoipe ofte apparentie van ontset daer bij de hant mocht wesen om daernaer resolutie te nemen. Sij seiden noch niet gebrecks te hebben ende niet lievers te sullen sien, dan dat men se met gewelt aentaste, omdat se dan thoinen mochten dat se soldaten waren. Naer veel handelinge met Sijn Excie presenteerden sij heuren dienst om tleven te behouden, ende den corporal nam aen metten brief voorts te gaen naer den Bosch, om antwoort daerop te halen ende mede aen Sijn Excie te brengen, ende dat voor de verseeckertheit den anderen bij Sijn Excie soude blijven, die heur beide beloften van gelt ende advancement dede, indien sij die vande schantse tot handelen met Sijn Excie konde brengen. Den corporal was in dit stuck animeus, maer den anderen hielt hem meer achterwerts ende scheen te veinsen, doch liet hem geseggen als soude hij metten corporal dit stuck wel beleiden. Den corporal begeerde eenich gelt om onderwege te mogen geven om den wech te doen wijsen, daerop Sijn Excie hem dede geven 8 cronen, waermede hij al voer den dach weder wech gebracht werde naer Geffen, ende so in themde metten brief laten gaen naer den Bosch toe. | |||||||||||||
[Den 18en Aprilis]Den 18en Aprilis was schoin weder. Sijn Excie hoipende dat uyte handelinge van dese gevangenen wat soude volgen, heeft den Here Beveren naer den Hage gesonden om vande heeren Staten te verstaen, hoeveel gelts men bij noot dit volck soude mogen beloven ende of de penningen gereet souden wesen. Item om te verthoinen de menichte ende nootelijcheit | |||||||||||||
[pagina 571]
| |||||||||||||
vande wercken alhier ende daertoe mede de betalinge te voorderen. Anders arbeide men seer om den Nollerwech met groote gaten open te graven, twelcke te moeijelijcker was, omdat de wech onder water lach, in vougen dat men eerst cleine dammekens most maken, dan twater uytoosen ende so op te graven. Men arbeide mede seer aen alle de wercken te Kessel. Die vande schantse schoten seer naer Rossum, omdat se scheenen te sien, dat men daer een stuck in een ander affuyt sette ende daertoe daer treckpeerden mette affuyte hadden sien commen, maer en raeckten niemant. Desen avont werde ten Bosch eenige malen geschooten, twelcke men achte te wesen om t’innecommen vanden man mette brieven.
Anders verstont men dat den Ertshertoge aen die vanden Bosch gescreven hadden, dat hij Velasco sondt om de schantse St. Andries te ontsetten ende heure stadt te verseeckeren, ten einde die niet belegert en werde, nochte aenslagen daerop gemaeckt, daermede velen ten Bosch niet ten besten te vrede en waren. | |||||||||||||
[Den 19en Aprilis]Den 19en Aprilis was schoin weder. Men arbeide alomme even seer ende sonderlings te Kessel. Tusschen Empel ende de gewanden werde gevangen een timmerman, die van Empel naer Alem quam, met noch een ander die dootgeschoten werde. Tsavonts in de voornacht quam den corporal die ten Bosch geweest was weder in tleger ende bij Sijn Excie, wesende met een schuyt vanden Bosch gebracht tot dicht achter de kercke van Maten, ende hij quam tot aenden dijck sonder dat yemant hem gewaer werde ende hadde een brief van Don Luys de Velasco, houdende dat hij sijn volck vast versamelde ende voorseecker de schantse soude commen ontsetten, dat se daerom goet houden wilden, men soude heur alles vol op betalen. Sijn Excie instrueerde hem ende den anderen soldat om weder naer de schantse te gaen ende daer te seggen, dat niettegenstaende dien brief sij wel hadden gesien dat gansch geen hoipe nochte apparentie en was, dat se ontset souden worden, ende dat se sien souden met dien pretext tvolck vande schantse te induceren om met Sijn Excie te handelen. Voorts dede hij heur veel beloften van gelt ende advancement ende beloofde aenden corporal een compagnie voetknechten, indien hij goet officie dede, ende liet se daermede tsamen wederkeeren naer de schantse. Hij hadde gaerne gesien dat den corporal alleen ware wedergekeert ende daer geseit hadde dat sijn camarade in t’uytcommen ware gevangen geworden, omdat Sijn Excie den anderen soldat niet al wel en vertroude, maer den corporal begeerde hem eyntelijck mede te hebben, ende was so heet in tstuck, dat hij meynde, dat hij den soldaten sonder swaricheyt | |||||||||||||
[pagina 572]
| |||||||||||||
soude konnen diets maken, datter geen ontset en was, ende dat hij se tot handelen met Sijn Excie soude konnen brengen, ende indien sij des niet doen en wilden, so soude hij sien heur te persuaderen om den Gouverneur wederom te ontbieden, ende dat hij de last mocht crijgen hem te gaen halen, waernaer hij denselven in handen van Sijn Excie soude leveren. Op twech gaen seide hij, dat hij plat uyt seggen soude hier gevangen geweest te sijn ende dat Sijn Excie heur vrijelijck hadde laten voorts trecken om te sien de apparentie van ontset ende weder te mogen keeren, dat hij met Sijn Excie hadde gesproocken ende dat die gepresenteert hadde heur volop te betalen. Ende of wel Sijn Excie hem seide sulcx vol pericule te wesen, bleef hij even heftich, seggende verseeckert te wesen vande soldaten ende wel genouch gehoirt te hebben wat in alle corps de guarden ommeging, ende daerom begeerde hij oick dat Sijn Excie morgen voor den middach een trompetter aende schantse wilde senden, twelcke Sijn Excie mede te precipitant meynde te wesen, maer de hefticheit vanden man was te groot. Hij openbaerde aen Sijn Excie meest alle de gelegentheyt vande schantse ende waer se gemeynlijck heur boden uyt laten gaen, ende meynde de soldaten van binnen wel so veel te seggen, dat se wel sien souden datter geen hoipe van ontset en was, waermede sij van Sijn Excie scheiden, hebbende den soldat die hier gebleven was van denselve een pack clederen gecregen, omdat hij in themde was. Maer so se snachts in de schantse gecommen waren, hoirde men daer terstont een groot rumoer, twelcke een goede wijle lang duyrde ende ging so verre, dat eenigen riepen slae doot. | |||||||||||||
[Den 20en Aprilis]Den 20en Aprilis was schoin weder ende om voorts naer te commen tgeene mette voors. soldaten besloten was, liet Sijn Excie ontrent 8 uyren aen alle batterien verbieden meer naer tfort te schieten, ende sondt daernaer sijn trompetter vande sijde van Rossum naer de schantse met brieven, daerbij hij heur screef, dat Don Luys de Velasco 4 ofte 5000 man in Brabant hadde, dat geen apparentie en was dat dselve heur soude konnen ontsetten, dat hij oick hier alomme so wel begraven ende verseeckert was, dat niet mogelijck en was heur te ontsetten, dat se daerom op een ijdele hoipe bedrogen souden werden en ten lesten alle heur achterstellen quyt wesen. Dat de schantse verloren moste gaen ende dat men heur dan altoos wijten soude, dat se met heur alteratie t’verlies van dien hadden veroirsaeckt. Indien sij daerom wilden verseeckert wesen van heur betalinge, dat se wel souden doen met hem te handelen ende hij soude heur sulcke satisfactie ende contentement doen, als sij souden mogen begeren. | |||||||||||||
[pagina 573]
| |||||||||||||
Den trompetter commende aende schantse scheen vol apparentie, dat se souden willen handelen, omdat ten eersten alle de soldaten meest boven op de contrescharpe quamen staen, ende of wel sij hem buyten lieten blijven, seide nochtans den Sergiant Major tot hem, dat hij trompetter Sijn Excie wilde seggen, dat hij sijn beste totte sake doen sonde, ende vraechde wat tractement men den officiers hier soude doen. Eenige bootsgesellen tot hem uytcommende, seiden, dat sijt daer moede waren ende dat men in Hollant so goeden broot bieck als daer. Sij ontfingen tsamen de brieven, gingen binnen ende hielden lang gemeyn metten anderen, daerinne de resolutie so liep, dat se de schantse voor den Coning wilden houden.
Den corporal die heet in dit stuck was, wert verraden vanden anderen soldat, die met hem was geweest ende gevangen. Sij deden den trompetter buyten tracteren, ende gaven hem ten lesten een brief wederom aen Sijn Excie houdende, dat se hem seer bedanckten vande presentatie, dat hij heur niet schuldich en was, ende dat se hem niet te eischen en hadden. Dat den Coning, aen wien sij met eede waren verplicht heur schuldig was ende rijck genouch om heur te betalen. Dat se totten lesten toe de schantse voor hem wilden houdenGa naar voetnoot+. Neffens dese brieven gaven sij den trompetter wederom 5 cronen over den corporal gevonden (de reste apparentelijck wesende verteert) ende de clederen die Sijn Excie den anderen gegeven hadde. Naer tvertreck vanden trompet schoten sij verscheiden schooten binnen in tfort met musquetten als of sij yemant harquebuseerden ende daernaer rontsomme met heur geschut, daer deur men vermoede, dat se den corporal depescheerden, twelcke warachtich was, want sij lieten hem tsavonts doot met een quade schuyte afdrijven met een briefken dat hij daer also lach om St. Andries te hebben willen verraden, ende dat se hem naer Sijne Excie sonden om te ontfangen de compagnie hem belooft. In t’begin Sijn Excie siende dat se alles op de walle stonden so den trompetter eerst aenquam, hadde dselve so goede hoipe vande sake geschept, dat hij al naer gelt begonst te vragen, indien men met heur quame te handelen, dan naer den ontfang vanden voors. brief keerde hij | |||||||||||||
[pagina 574]
| |||||||||||||
hem weder om de wercken tot verseeckeringe van sijn leger te doen verhaesten. Ende omdat d’advertentien liepen dat Velasco t’ontset soude tenteren, tsij aende sijde van Littoijen ofte van beneden vande sijde van Bochoven, sondt hij naer Littoijen 2 veltstukken om die aldaer op tgat te gebruycken. Hij stelde oick ordre om 10 stucken met alle heuren toebehoiren gereet te hebben om in de Bommelerweert tegen over Bochoven ofte elders naer den noot te mogen gebruycken ende wilde theele quartier te Alem so doen beschantsen, dat alle tvolck, alle de schepen ende de schipbrug mochten bewaert blijven, ende was niet wel te vreden dat de wachten achter Alem ende Maren so slap waren, dat den viant alle nachten vanden Bosch met schuyten tot aen sijn quartier quam, sonder dat sij des vernamen, daerom hij selfs op morgen naer de Knolleschants gaen wilde om de gelegentheyt naerder te besichtigen, ende sonderlings vande sluyse van Alem tegenover Driel, daer tlant hooch leit ende een diepe kille heeft om van den Bosch met schuyten aen te commen, daerom hij noch desen avont daer een compagnie ruyteren dede waken. | |||||||||||||
[Den 21en Aprilis]Den 21en Aprilis was tamelijck weder ende begonst tsavonts wat te waijen. Sijn Excie ging vrouch naer de Knolleschantse ende dede aende Alemse sluyse eenige jachten over den dijck trecken, daermede hij de diepte ofte kille deur voer tot bij St. Annenkerck toe, ende de gelegentheyt bemerckende, als dat men daerdeur met pleiten van den Bosch bequamelijck soude mogen aencommen, dede op deselve sluyse een redoute afsteecken tot bewaringe van dien pas. Hij ging tot aende Knolleschantse ende vont onderwege in tslick veel voetstappen als van volck daer geweest. Hij keerde cort wederom ende ging voorts naer Littoijen mede de gelegentheit noch besichtigen, tooch oick te lande inne tot tot ontrent Os toe. Tot Littoijen was tbegonnen schansken cleyn, omdat den dijck over beiden sijden in twater lach, daerom hij niet en vertroude de veltstucken daer te laten. Hij verstont dat den viant met 3 ofte 4000 man te voet ende 7 vanen ruyteren was commen logeren te Erp ende Vechel aende Aade leggende ende dat se daer heur stille hielden ende verseeckerden. Hij en onderliet niet alle plaetsen evenseer te besichtigen, begaen ende bepeilen om alomme wel verseeckert te wesen. Hij sondt des avonts opwaerts het regement van Graef Ernst om te gaen logeren bij Edmonde te Kessel, blijvende tvolck altoos in de schepen bij gebreck van stroy, ende omdat t’Alemse velt so naer de sluyse als Maren groot ende breet was ende alles droogh lach, dede hij daer een vaen ruyteren op de wacht trecken. Den Grave van Hohenloe wesende wat bij drancke, wilde een | |||||||||||||
[pagina 575]
| |||||||||||||
carriere loopen met sijn peert tegen den capiteyn Brock op den dijck tusschen Maren ende Kessel, in twelcke sijn peert struyckelde ende met hem vanden dijck afviel met groot pericule van sijn persoin, dan en werde niet dan aen t’aengesicht wat gequetst ende in de borst wat geperst. Snachts deden die van de schantse een viersignael ende schooten 5 schooten. | |||||||||||||
[Den 22en Aprilis]Den 22en Aprilis was schoin weder. Men begonste op de Alemse sluyse een redoute te maken om die plaetse te bewaren, ende aende Drielse sijde daer tegenover werde een verheven batterie gemaeckt, om alle tvelt op beiden sijden vande sluyse te flanckeren. Men verstont tsavonts dat la Bourelotte met eenich volck op de been was geweest, om deur tbrouck van Hees naer Os te commen, maer dat tbrouck noch te nat was ende daerom wederom hadde moeten keeren, hoewel men eerst seide dat hij tot Os was gecommen. Den Graef van Hohenloe vertooch van dage naer Buyren, om hem daer met gemack te doen cureren vande quetsinge op gisteren gekregen.
Tot Groningen verliepen de saken seer tsedert het innenemen van dien, omdat die vande stadt ende lantschap seiden geen middel te hebben om so groote achterstellen te betalen, ende in tloopende te mogen continueren ende even hart bleven disputerende op de quote van elcx, ende hoeveel de stadt ofte hoeveel tlant daerinne dragen mosten. De Gedeputeerden vande Staten die daer waren ende de wapenen in handen hadden gingen met een auctoriteit deur van te willen de restanten betaelt hebben ende deden daerom groote uytscrivingen over tplatte lant, die se met soldaten executeerden, onvermindert heure questie op de quote. Sij hadden die vande stadt eenige malen versocht om uyt heur burgeren te willen doen opbrengen een goede partije vande selve restanten, dan waren in plaetse van gelde altoos bejegent met swaricheiden bij den raet ende gemeinte voorgeslagen, daerom sij mede voornamen feitelijck daertegen te procederen, ende om tselve met min gevaers te doen, deden eerst alle de burgeren ontwapenen ende daemaer heur mede dreigen met executie. Die vanden magistraet riepen altoos, dat men heur quote eerst soude verdeilen ende termineren, ende dat se dan alle mogelijck devoir souden doen, maer de gedeputeerden dreven daertegens, dat se betalinge begeerden dien onvermindert, ende wilden daeromme rontuyt hebben, dat die vande stadt souden aen tbetalen vallen ende sulcke middelen in stadt opsetten ende brengen, daeruyt vervallen konden werden de betalinge vande restanten ende loopende lasten van der oirloge, twelcke de burgerie plat uyt niet en wilde, consenteren, niettegenstaende de magistraet veel dede om heur daertoe te | |||||||||||||
[pagina 576]
| |||||||||||||
persuaderen, overmits eenigen scheenen de burgerie daertegens te stijven, daer onder de voornaemsten werden geacht te wesen den afgegaen burgermeester Alting, den Raet Joost van Cleef ende de Sindicus Jan Houflin, daerom de gedeputeerden dselve ontbooden ende heur aenseiden last vande Staten Generael te hebben om heur naer den Hage te senden, ende vraechden heur of sij uyt heur selven derwerts wilden gaen, ofte dat men se daer brachte. Sij namen aen selfs te gaen ende vertrocken naer den Hage. Tvertreck van desen besette den burgeren veel, so verre dat de magistraet meynde, indien de gedeputeerden vande Staten noch eene hevige intercessie totte sake wilden doen, dat de burgeren heur tot reden souden vougen. Maer de gedeputeerden ende voornementlijck de heere Junius, bleven obstinaet, seggende genouch versocht ende geremonstreert te hebben, ende dat tegen de reputatie vande Staten soude wesen meer versoucken te doen ende daerom bleven de saken daer meer verbittert als geaccomodeert ende in poincte om alle saken met gewelt te moeten drijven. Ende omdat voor de staet vande landen onverdragelijck scheen, dat men in Groningen altoos so swaren garnisoen soude houden, hadden den ingenieur Rijswijck daer gesonden om te sien of mogelijck ware daer een vast retranchement van eirde bij forme van casteel te maken, om also de schantse met cleine macht te besetten ende de stadt in devotie te houden, daerop den ingenieur mette gedeputeerden daernaer wederom screven de gelegentheit tot sulcx wel te wesen ende beraemt ende afgesteecken te hebben een retranchement met 5 bolwercken voor de oosterpoorte, daeraf sij een plante sonden ende dat se achten dat men tselve met 50.000 ofte 60.000 gulden soude konnen maken. Op dit heur advys werde goet gevonden dit retranchement bij der hant te doen nemen, ende dien volgende werde begonnen te maken, twelcke naderhant bevonden sal worden al seer schrickelijck veel meer te costen, hoewel sommige meynden dat men alle die costen soude hebben konnen leedich staen, mits accommoderende alleen metten burgeren de sake die apparentelijck t’minste vande voors. achterstellen sullen moeten betalen, dan de vehementie vande gedeputeerden droech dit also wech tot een seer schadelijck exempel ende consequentie in onse sake, die altoos meest geclaecht hebbende dat den Coning van Spangien deser landen vrijheyt mettet leggen van castelen hadde verdruckt, nu selfs castelen gingen maken tot een sonderling opspraecke vanden viant, die daeruyt soucken sal occasie om der Staten regieringe mede te mogen callumnieren. | |||||||||||||
[pagina 577]
| |||||||||||||
de wercken alomme dapper te verhaesten ende ging daerom noch selfs naer Littoijen, twelcke den apparentsten pas voor den viant scheen te wesen om aen te commen, ende omdat tusschen Littoijen ende Lit veel velts drooch lach, dede hij naer Lit trecken de compagnien ruyteren van Onsta ende Panier (uyt Thiel doen commen) om daer te logeren ende wacht te houden, die desen nacht eenige peerden tot Os toesonden om te vernemen wat den viant maeckte. Die vande schantse staken van dage alle heure vendelen op de wallen, tsij om te braveren ofte dattet sondach was. Tsavonts quam bij sijn Excie de heere Sidnei, Gouverneur van Vlissingen, om tleger te besichtigen. | |||||||||||||
[Den 24en Aprilis]Den 24en Aprilis was schoin weder. Sijn Excie ging mette de heere Sidnei wederom naer Littoijen, om daer plaetse te maken om eenich geschut te stellen tot afkeeringe vanden viant, indien hij mocht trachten daer deur te booren, daertoe hij mits de cleynheit vande plaetse geen metalen geschut en dorste wagen, maer laste twee ijseren gotelingen daer te brengen ende te stellen voor aen tgat, daer hij tot sulcx de wal wat hadde doen esplaneren. De ruyteren te nacht naer Os geweest, denuncieerden hem dat den viant noch te Vechel ende Erp stille lach, ende dat se wel op wech waren geweest om naer Os te commen, maer wedergekeert waren. Ende omdat hem niet en dochte, dat men bij noot den viant te recht te Littoijen soude konnen steuyten, indien hij met gewelt aendronge, liet hij te meer de wercken te Kessel verhaesten, die groot, breet ende menichfuldich waren, omdat daer wel 400 roeden advenue was, meest over hart ende drooch lant, nu twater bestont te vallen, op de welcke men staet most maken den viant te keeren ende thooft te bieden, ende daerom dede hij tegenover Kessel op de Mase in tquartier vande Schotten een cleyn schantsken maken ende over de uyterlanden met trencheen trecken tot Kessel toe ende vougen aen tgroote werck aldaer op den dijck naer Lit gemaeckt, hebbende voor een groote starcke poincte ende daer achter een proper schantsken beslooten om in deselve poincte te commanderen. Van tschansken af werde weder een groote trenchee getogen naer thuys te Kessel toe ende voorsien met een degelijcke batterie. Thuys te Kessel werde binnen sijn grachten mede beschantst ende van daer wederom met een trenchee getrocken naer een cleyn schantsken toe, gemaeckt tusschen den Nollerwech ende Kessel, ende van daer een ander trenchee getogen naer de Nollerwech met last metten eersten de trencheen oick te trecken totte kercke van Maren toe, die mede beschantst was. Op thuys te Kessel werde mede geordonneert een batterie te maken ende daertoe | |||||||||||||
[pagina 578]
| |||||||||||||
werden snachts eenich geschut in ponten derwerts gevoert, om daer ende in de voors. poincte gebruyckt te werden ende de 5 resterende compagnien van Huchtenbrouck, mits de anderen te Crevecueur, te Empel ende op de Knolschantse lagen, werden mede derwerts gesonden. | |||||||||||||
[Den 25en Aprilis]Den 25en Aprilis was schoin weder. Bij Sijn Excie quam een vanden viant over, seggen, dat heur leger noch te Vechel ende Erp lach, dat La Bourelotte op wech was geweest om te besichtigen, hoe men best dese schantse soude konnen ontsetten, ende siende dat hij om twater nergens deur en konde, was wedergekeert ende nu vertogen naer Bruessel, ende dat men in heur leger seide dat onmogelijck was dese plaetse te ontsetten. De Heere Sidnei vertoogh vrouch naer Nieumegen om daer ende op de Voorne alle de wercken mede eens te besichtigen. | |||||||||||||
[Den 26en Aprilis]Den 26en Aprilis was schoin weder. Men arbeide noch seer aende wercken van buyten om die in volle defensie te brengen, te meer omdat twater so laech viel, dat men nu de approchen wel soude konnen beginnen, om aen dewelcke te mogen vallen Sijn Excie gaerne gesien hadde, dat de bnytenwercken al waren gemaeckt geweest. De heere Sidnei quam desen avont weder in tleger, ende in de Bommelerweert quam mede de compagnie van Smeltsing, die eenige dagen meer als de anderen getardeert hadde. Tot Bommel sterf van hertsweere ende sieckte den capitein Swam, seer gedepiteert dat den Generael Vere hem sonder merckelijcke redenen, so hij meynde, gecasseert hadde, dewijle hij alleen begeert hadde sijn afreeckentnge te hebben ende dat hij tegen tverbot van Vere uyten Hage vertoogen ende sijn compagnie in den leger vervolcht hadde. Sijn Excie ontfing ontrent dese tijt een brief vanden Almiral Nassau, daerinne lach een cleyn briefken hem uyt Brabant gesonden, geteyckent B. S. innehoudende dat sonder twijffel een groot verraet op eenige quartieren van Zeelant gedreven worde, daerop den Almiral versocht, dat Sijn Excie wilde doen letten eer de sake in Zeelant ruchtmaer werde ende meer verslagentheit mocht causeren onder de gemeenten. | |||||||||||||
[Den 28en Aprilis]Den 28en Aprilis was stormich ende regenich weder. Vrouch quam een man van Os bij Sijn Excie seggen, dat den viant noch tot Vechel ende Erp lach, omdat hij over tbrouck van Hees niet en konde commen. Dese meynde indien twater voorts viel alst begonst te doen, dat tbrouck in twee dagen drooch genouch wesen soude om te gebruycken, ende dat den viant uytgaf dan naer de Mase te willen commen. Sijn Excie ging naer de Alemse sluyse, Knolschantse, Empel ende Crevecueur om de wercken te besichtigen ende die te doen verhaesten, ende vresende voor aencomtste | |||||||||||||
[pagina 579]
| |||||||||||||
vanden viant, laste tot Kessel in de schantsen 8 stucken te planten so op de poincte als de trencheen aan thuys ende in de schanskens naer de Nollerwech ende Maren toe, te weten 2 stucken in de poincte, 1 op Kessel, 1 op de Nollerwech in de Vriesche schantse, 2 in de Switser schantse ende twee in de France schantse om so alle de advenuen rontsomme te flanckeren, laste mede te Littoijen te planten 2 gotelingen. Tot Crevecueur commende verstont hij, dat wederom 2 soldaten uyt St. Andries ten Bosch gecommen waren ende den wech genomen hadden over de Wale deur de Betuë ende so deur Masenwale ontcommen, dat den dach van tsecours heur belooft op gisteren uyt was, ende dat se gecommen waren om voorder naer heur secours te vernemen. Hierom hesloot Sijn Excie die vande schantse op morgen wederom met brieven te doen aensoucken.
Ontrent dese tijt quam uyt Vranckrijck wederom den commissaris Doublet mede brengen 50.000 cronen over den eersten termijn van t’rembourssement desen jare te doen, maer mits het altemael nieu Frans gelt was ende van goeden gewichte, so dede den ambassadeur tselve eerst altemael verslaen in hierlantse rijcxdaelders, om also 4000 ofte 5000 gulden daerop te winnen. | |||||||||||||
[Den 28en Aprilis]Den 28en Aprilis was schoin weder. De Heere Sidnei vertooch vrouch wederom naer Vlissingen ende Sijn Excie sondt een tromslager aende schantse met 2 brieven, een in Wals ende d’ander in Duyts, daerbij hij heur aenscreef, dewijle den dach van heur belooft ontset overstreecken was, dat sij wel sagen dat geen ontset heur helpen en konde, nochte commen soude, ende so se daerom nu noch gesint waren met hem te handelen, dat hij se goet contentement op heur betalinge soude doen volgens tgeene sij met hem souden konnen accorderen, daertoe sij yemant uytsenden mochten met vermaninge dat se op heur stuck mosten letten ende tijdelijck handelen, ofte en souden ten lesten niet met allen crijgen. Den tambourijn aen tfort commende, liepen wederom veele van heur volck op de contrescharpe. Sij lieten den tambourijn buyten goede chiere maken, ende ontfingen de brieven, brachten die binnen, hielden lang gemeyn, ende naer den middach gaven sij hem 2 brieven, houdende dat Sijn Excie met bedroch ommeging om heml. te verleiden ende te persuaderen datter geen ontset voorhanden en ware, daer sij ter contrarie wel wisten ende verseeckert varen, dattet ontset naerbij was, ende dat se eersdaechs hoipten de Spaense trommelen ende trompetten te hoiren. Hierop nam Sijn Excie deliberatie ende vont goet den tromslager nochmael aende schantse te senden met brieven, dat hij met geen bedroch omme en ging, maer hemluyden de waerheit | |||||||||||||
[pagina 580]
| |||||||||||||
verclaerde ende so yemant begeerde buyten te commen, dat hij heur sulcx soude thoinen ende met oogen laten sien, ofte so se yemant uytsenden wilden om met hem te handelen ende te accorderen, dat hij wel tevreden was t’accoort so te maken, dat sij daernaer een bequamen tijt souden hebben om in des viants leger te gaen ende naer heur ontset te vernemen ende tselve te solliciteren, ende so het binnen den gestelden tijt heur konde ontsetten soude t’accoort afwesen, ende indien niet, souden hem de schantse op de gestelde conditien overgeven. Op t’aencommen vanden tambourijn liepen veele wederom op de contrescharpe, maer werden doen afgaen. Sij ontfingen de brieven ende gaven voor antwoort, dat se veel waeren ende daerom op die poincten niet haestich en souden konnen delibereren, dat den tambourijn wederom mocht gaen, dat se daerop naerder souden beraetslagen ende met een tromslager morgen ofte overmorgen antwoort laten weten. Terwijle van desen dede Sijn Excie te Littoijen de 2 gotelingen planten ende noch eenige groote stucken in de poinde ende aen thuys te Kessel. De tijdinge quam in tleger, dat den viant van Vechel ende Erp opgetogen was, maer men en wiste noch niet waerheen, twelcke den tromslager de laeste reise die van St. Andries mede hadde geseit, die tselve niet en wilden geloven, hoewel eenigen meynden dat se mogelijck tvoorder antwoorden daeromme uytstelden, om daeraf eerst verseeckert te wesen. Daernaer schoten sij eenige maelen met geschut uyte contrescharpe, daerom men merckte dat se oick geschut daer gebracht hadden. Sijn Excie dede te Maren noch verscheiden wercken maken, so om de schantkens alles tot aende kercke vast te sluyten, als om de wercken vande kercke wederom totten dijck toe te sluyten. Snachts vierden die vande schantse lang ende schooten ten lesten 5 schooten soe men vermoede om signael te doen, maer die van Shertogenbosch en schooten niet weder. Daer waren vande sijde van Rossum eenige Engelsen gegaen naer de grachte vande schantse om die te besichtigen, dan mits sij bij heur niet en hadden als sijdgeweer ende sij over de grachte vonden verscheiden sentinellen vanden viant, mosten sij wederom afkeeren.
Desen dach waren de Staten Generael vande andere sijde tot Bruessel bij malcanderen vergadert, om te letten op de defensie van heure landen ende de middelen daertoe noodich, alwaer den Ertshertoge dede proponeren, dat de Staten de vergaderinge seer hadden begeert uyt affectie tot tgemeen beste, twelcke heur scheen te verlopen. Dat haer hoicheiden tsedert heur comtste niet lievers en hadden gesien ende dat se die al lange souden doen bijeencommen hebben, indien de ceremonien ende reisen | |||||||||||||
[pagina 581]
| |||||||||||||
van huldinge heur niet en hadden belet gehadt, twelcke voor moste gaen om tvolck te contenteren ende te voldoen tgeene op de laeste vergaderinge belooft was voor tvertreck vanden Ertshertoge. Dat se alles genouch wisten waerom sij daer gecommen waren, te weten om remedie totte swaricheit bij te brengen op tgeene heur aengescreven was, daerop haer hoicheiden eer begeerden te verstaen wat de Staten als de beste kennisse vanden staet vande landen hebbende, heur souden willen daerinne voorslaen, als dat sij selfs den Staten yet souden van nieus proponeren anders dan dat se hier sijn om met den Staten te leven ende te sterven ende alles doen dat goedertieren Princen betaemt, op hoipe dat de Staten weder doen sullen wat goede subjecten schuldich sijn. Dat de Staten voorts willen considereren den staet vande landen, die anders is als sij gaerne sien ende dat heur leedt is, dat de Staten so seer beswaert sijn, twelcke sij heur noch lichter noch swaerder willen maken, nochte heur wanhoipe ofte idele scheppingen inbeelden, dat de difficulteiten veel sijn ende dat men moet sweten ende arbeiden om die te overwinnen; dat se noch duysent middelen hebben om den staet te conserveren ende in beter termen te brengen, ende daertoe machts genouch hebben, indien sij heur mer willen helpen met tgeene sij sijn ende sij hebben. Dat tprincipael subject vande vergaderinge is, dewijle men so veele clachten ende swaricheit overal siet ende de desordren, die dese harde lange oirlogen maken, dat elcx sich disponere om haere hoocheiden te raden ende voor te slaen de middelen die se bequaemste achten tot redressement vanden staet ende de eenicheyt van dien ten gemeen beste vande landen in wat manieren dattet is. Dat haere hoicheiden blij sullen wesen daerinne der Staten wijsen raet te gebruycken als niet souckende dan wel te doen als sij metter daet sullen bethoinen. Dat men daerom moet resolveren of totte pays of totte oirlogen, hoewel de pays beter passen soude als sij alles ende heur princen, als uyter natuyre daertoe inclinerende, noch meer sijn begeerende om de landen in rusten te regieren so daer middel toe is, dat men die wilt proponeren dat de princen des geerne sullen hoiren ende verstaen ende ontfangen die geenen, die verleit sijn om dselve weder aen tligchaem te vougen, daeraf sij tot heur groot ongeluck ende vande andere landen op aenritsen van eenigen gesepareert sijn, met sulcke obstinatie, dat tot noch toe geene redenen, presentatien ofte middelen ter werelt hebben mogen helpen om heur te doen wedercommen. Ende so tselve noch niet en soude willen vallen, hoewel men noch arbeit, so moet men hen disponeren totte oirlogen, daertoe sij veel advantagien hadden, omdat God segent de | |||||||||||||
[pagina 582]
| |||||||||||||
rechtveerdichste partije als de heure is, dat se stercker waren als de andere landen; dat se dat groote steunsel vande monarchie van Spangien hadden ende behulp vande tresoren van Indien, die den Coning liberalijck ten behouve van sijn eenige suster heur princesse gebruyckte. Dattet nochtans niet al van daer en conste commen, maer dat se oick heur selven mosten helpen om uyte miserien te commen ende daerom hier geroupen waren om te adviseren totte middelen daertoe noodich, totdat se tot een pays mochten commen. Dat se 200.000 cronen ter maent uyt Spangien cregen, dat de reste totte oirlogen noodich uyte landen most gevonden worden, dat se mochten adviseren waertoe sij liest de middelen van Spangien ende vande landen sullen willen emploijeren om goede ordre te houden, tlant te verlichten ende de clachten te doen cesseren, dat se ordre mosten stellen op d’promte betalinge van heur crijsvolck ende om de frontieren te fortifieren die in soberen staet waren, dat reden is dat elcx van tsijne leeft, dat de Princen in dese landen daertoe geen ander patrimonie en hebben dan de domeinen, daeraf de voorsaten heeren van dese landen weleer hadden geleeft, maer tsedert dese landen aen Spangien waren gecommen, waren de Princen so machtich geweest, ende hadden so veel goederen gehadt, dat se niet meer gelet en hadden om heur onderhout uyt dese landen te halen, maer de domeinen van dien liberalijck verset ende belast hadden in heur oirlogen tot bescherminge deser landen gevoert, so dattet incommen naulijcx bedracht de renten, die daerop staen. Dat se daerop mede mosten letten ende dat se gehouden waren selfs te dragen de schulden om haerentwille gemaeckt ende sulcx de domeinen daeraf te vrijen; dat de princen middelen om te leven mochten hebben, sonder heur gemeenten te beswaren, twelcke in corte jaren sal konnen geschieden mette middelen, of bij den Staten te ramen ofte bij haere hoicheiden voor te slaen, ende begeren daer en tusschen dat men heur middelen verleene om te leven. Indien alle tselve mach voldaen worden, sal men tcrijsvolck in discipline mogen houden, de desordren weren ende de clachten voorcommen, die daegelijcx tot leedtwesen van haere hoocheiden ende allen goeden commen. Dat se daerop tsamen wilden beraetslagen ende met ordre procederen als kinderen van een lichaem, ende konnen se niet accorderen sullen haer hocheiden heur doen openen de middelen, di sij bedacht hebben dat gevonden ende in treyn gebracht konnen worden om tsamenderhant desen staet, die so florissant plach te wesen te beschermen ende hanthaven. De Staten waren dapper becommert in desen grooten voorslach ende sonderling van tbevrijen der domeinen ende bleven | |||||||||||||
[pagina 583]
| |||||||||||||
daerom noch lange bijeen, sonder yet eyntelijcx daerop te resolveren, dan alleen op eenige provisionele middelen totter oirlogen, ende van dese sijde hoopte men dat tselve bij veelen een dapper bedencken soude maken. | |||||||||||||
[Den 29en Aprilis was windich weder]Den 29en Aprilis was windich weder. Sijn Excie creegh seeckere tijdinge dat den viant vertoogen was naer Aste ende Someren ende bij hem doen commen hadden alle de ruyteren met 2 vendelen knechten uyte Graef ende eenige ruyteren uyten Bosch, ende vermoede daerom dat den viant wel naer Wachtendonck mocht trachten (e commen. Smiddachs quam in tleger bij Sijn Excie den heere van Chastillon, Almiral van Guienne, d’outste van dien huyse, om dese landen te besien ende den crijgh wat te hanteren, mogelijck ter begeerte van die vande religie om schier ofte morgen steunsel aen hen te hebben. Hij was een jongman van 16 ofte 17 jaren, tamelijck lang van persone, van blijden gelate, ende cousijn germain van Graef Hendrick, broeder van Sijn Excie. Sijn Excie dede noch evenseer aende buytenwercken arbeiden, om dselve op te maken ende dan de approchen te mogen beginnen, anders liet hij desen dach meest van schieten ophouden om te sien wat die vande schantse op sijn brieven souden doen.
De Staten Generael hadden vanden lesten Maerte aende Coninginne van Engelant gescreven om, waert mogelijck de handelinge van pays te beletten, ofte ten minsten dat daerinne niet mocht getracteert worden dat tot prejudicie van dese landen mocht strecken, ende hadden ten selven fyne mede aen Caron gescreven. Van dage ontfingen sij brieven van Caron vanden 22en Aprilis, houdende dat hij heur brieven den 15en hadde ontfangen; dat hij de brieven niet en hadde overantwoort dan op den 21en so den Secretaris Edmonts wederom gecommen was den 19en. Dat hij de Coninginne gevonden hadde van goeden moet, mits alle den raet meest vertogen was op den termdach naer Londen, dat se der Staten brief goedertierenlijck ontfing ende met attentie las, ende commende tot het poincte daer verhaelt werde van de forcen die den Coning ter zee ende te lande soude houden, herlas sij dat poinct ende seide wel verseeckert te wesen dat hij nu geen forcen ter zee en hielt, omdat se in alle havenen van Spangien onlangs gesonden hadde, die nergens geen forcen noch toerustinge en hadden bevonden, dan van 8 schepen om de caracken uyt Oost Indien te halen, daeraf sij noch onseecker waren, mits de Engelsen niet en hadden gerust, ende dat der Staten vloote ontdaen was. Naerdat se den brief geheel gelesen hadde seide sij dat Edmonts weder gecommen was ende dat men haer seer presseerde tottet senden van gedeputeerden | |||||||||||||
[pagina 584]
| |||||||||||||
totte handelinge, nietemin naerdien sij Edmonts gelast hadde te verclaren, dat se geen gedeputeerden en const senden ten ware den Ertshertoge eerst resilieerde vande dry poincten bij Verreicken voorgehouden rakende den staet ende landen vande Staten (te weten t’overgeven vande cautionare steden aenden viant, tverbot van trafficke van haere subjecten met der Staten landen ende dat die den Staten niet en souden mogen dienen ende sulcx om met haer in alliantie defensive ende offensive te commen) hadde den Ertshertoge hem daervan geexcuseert, seggende, dat noit gehoirt nochte gebruyckt en hadde geweest, dat men van te vooren conditien soude stipuleren, daertoe alleen de tsamencomminge van gesanten diende, dat se hoipten dat men den Coning van Spangien so veel cleinicheit ende disreputatie niet en soude willen doen van daerop te willen insisteren, dat anders den Ertshertoge alles soude doen wat hem in dien mogelijck ware om de Coninginne contentement te doen ende om een vrede te treffen, dewijle anders de handelinge heur tot groote prejudicie soude strecken, indien sij met ongedaen werck mosten scheiden, omdat tselve heur gemeente soude descouragieren ende doen despereren, des de Coninginne niet en hadde te wachten, dat sij daerom nu wetende de intentie vande Coninginne heur daertoe so naer souden accommoderen als mogelijck ware. Dat den Ertshertoge bij sijne brieven de Coninginne seer beleefdelijck versochte totte communicatie vanden vrede, ende dat men haer niet en soude proponeren yet dat tot hare oneere, schade ofte ongelijck van haer subjecten mochte strecken. Dat de Coninginne hem noch geseit hadde van Edmonts verstaen te hebben, dat men tot Bruessel op deselve dry poincten seide, dat indien sij de cautionaire steden wilde houden, dat se immers soude beloven die aende Staten niet te sullen restitueren, dat se immers nopende de negotiatie soude verbieden ende niet toelaten dat der Staten onderdanen onder couleur vande haren op Spangien souden handelen, maer dat de goederen also betrapt geconfisqueert souden mogen werden. Dat de Coninginne heml. heure havenen soude helpen openen om op Engelant te mogen trafficqueren; dat de Coninginne daerop seide, dat men nopende de twee eerste poincten wel conste bedencken of sij tselve soude willen ofte begeren te doen als t’contraire belooft hebbende. Dat nopende de havenen Edmonts hadde geseit, dat daertoe cleine apparentie was, omdat de Engelsen op deselve havenen niet en souden durven traffyckeren, daer schepen van oirloge buyten ende binnen souden wesen, ende om de smale traffycke tot Duynkercken te doen niet en souden willen vallen in de costen vande cooplieden daer te doen convoijeren; dat tot | |||||||||||||
[pagina 585]
| |||||||||||||
Sluys om der galeijen willen altoos mede wacht soude wesen ende dat de traffycke daermede cleyn soude vallen ende periculeus, dat niemant daerom daer soude willen wesen, gelijck mede heur niet adventureren tot Antwerpen om de periculen die daer dickwils vallen deur de muterie vande Spangiaerden op den castele leggende. Dat de Coninginne scheen aengenaem te wesen, dat Edmonts dese objectien hadde gedaen ende dat se hem voor loos ende wijs hielt ende daerom hem lang in Vranckrijck gebruyckt hadde. Dat de Coninginne seide, dat men daeruyt sien konde in wat poinct die saken stonden; dat de Staten op de Coninginne wel mochten vertrouwen ende dat se so resolutelijck daerinne geresolveert was, dat se om al dat in de werelt was egeen saecke en soude willen beginnen, die haer tot onvruntschap ende misvertrouwen metten Staten mochte brengen; dat sij nimmermeer beginnen soude den Staten ongelijck te doen; dat se op den Staten seer vertroude ende geloofde tgeene sij haer screven ende daerom den Ertshertoge ende Infante hadde ontboden niet te willen nu tegencommen tgeene sij in de aencomtste aen haer crone hadde geswooren, te weten, dat se soude onderhouden alle alliantien bij haer voorsaten metten nabuyr, coningen, princen ende heeren gemaeckt; dat de crone van Engelant veel alliantien hadde gemaackt met de Graven van Hollant ende Zeelant, eer dselve onder Burgundien quamen met meer andere propoosten, die se met affectie scheen te spreecken. Dat hij, Caron, gevraecht hadde of sij haer gesanten soude senden ende dat se daerop hadde geantwoort met Edmons mer eens gesproocken te hebben ende daerop meerder te moeten delibereren, maer dat se hem t’meerder progres sal doen verstaen, ende dat hij den Staten verseeckeren soude, dat se op haer mochten staen, als op een rotse die heur niet en soude begeven, ende doen hij van haer scheide, seide si noch modice fidei quare dubitasti, ende bevalt hem wel te onthouden als wetende wat sij daermede meynde. Hij screef anders dat de nieuwe forcen van Engelant nochte oic Dogwra noch niet in Irlant waren, maer op scheepen wachten. Dat scheen dat den Graef van Turon van Dogwras dessein om in tnoortquartier te landen moste weten, overmits hij in de provincie van Munster alle de heeren ende edeluyden hebbende doen sweeren van nieus de catholijcke relegie getrou te blijven, vertogen was in tnoortquartier ende daer verscheiden plaetsen dede fortifieren. Dat den Graef van Orimond hem hadde gevolcht, meinende hem wat te slaen maer niet gedaen. Dat den Graef van Essex in sijn huys noch evenseer bewaert bleef. De Staten waren in dese tijdinge, ende sonderlings in de verseeckeringe, die de | |||||||||||||
[pagina 586]
| |||||||||||||
Coninginne heur vande vredehandelinge dede doen, seer verblijt, hoipende dat die saken noch ten besten souden loopen, ende beraemden metten eersten hierop een brief van dancksegginge te scrijven. | |||||||||||||
[Den lesten Aprilis]Den lesten Aprilis was schoin weder. Sijn Excie dede voor desen dach met macht noch arbeiden aende buytenwercken, om verseeckert te wesen of den viant wat soude willen doen, ende sondt daer en tusschen den tambourijn aen tfort om heur antwoorde te halen, dan so sij hem niet en wilden hoiren spreecken, maer mette hant afwesen ende niet en lieten aencommen, besloot Sijn Excie metten eersten de approchen te doen beginnen, daertoe hij van dage bij de ingenieurs de velden vande sijden van Rossum ende Herwerden dede besichtigen, ende laste daerom aen Gistelles tegen morgen avont 8 vendelen van sijn regement te Kessel te senden ende selfs voor 3 ofte 4 dagen met de andere dry noch te Littoijen te blijven, ende daernaer den capiteyn Foeuilleau daer laten met 10 mannen uyt elcke compagnie van sijn regement, die hij voor tvertreck vande anderen daeruyt soude lichten om tschantsken te bewaren ende dat d’andere 3 vendelen mede souden vertrecken. Snachts sondt hij de ingenieurs wederom op de voors. velden om die te besichtigen ende te gaen totte grachten toe, waert mogelijck, twelcke vande Rossumse sijde geschiede, maer aende Herwerdense sijde niet, omdat den viant daer te veel sentinellen hadde. | |||||||||||||
[Den eersten May]Den eersten May was stormich regenich weder. In tleger quam de heere Oldenbarnevelt om de wercken van dien te besichtigen ende te helpen voorts drijven, dat men de approchen mocht beginnen, ende hij bracht met hem uyt Hollant 60.000 £ tot vervallinge vande extraordinaris lasten vanden leger, daertoe die van Hollant seer gesolliciteert waren, omdat seer groot gebreck van gelde in tleger was ende wel voor 50.000 £ aen wercken al gemaeckt, daerop noch mer 18.000 £ betaelt waren. Sijn Excie nam voor de approchen t’avont te beginnen ende dat met een groot getal van volck om de eerste approchen so naer te setten als mogelijck ware, dewile weinich uytvals was te bevresen, ordonneerde daerom tot gravers om de approchen te maken 900 mannen, te weten 360 aende sijde van Rossum uyte Engelsen ende Vriesen ende de reste aende sijde van Herwerden uyte regementen van La Noue, Graef Ernst, Edmonde, Huchtebrouck, Gistelles ende de Switsers, welck getal so groot was, dat hij noit voor eenige plaetsen met gelijck getal van gravers geapprocheert hadde. Hij ordonneerde mede ontrent 1200 mannen om op beiden sijden in de wapenen te houden tot bescherminge vande gravers. Des naernoens sondt Gistelles | |||||||||||||
[pagina 587]
| |||||||||||||
8 van sijne vendelen te Kessel, hebbende uyt elcx 10 man te Littoijen doen blijven, daerbij hij noch selfs bleef. Sijn Excie dede de gemaeckte schanskens tegen de aencomtste van buyten met ordinaris wachten alomme besetten, ende sondt sulcx in de schantse te Kessel de compagnie van Castricom, die van Buth in de muggeschantse ende op thuys te Kessel, die van Cotwis in de Vriesche schantse aenden Nollerwech, die van Weincum in de Switsers schantse bet naer Maren, die van Hamet in de France schantse bij Maren ende die van Hans Meijer om te besetten tschansken aenden Molenberch ten suytwesten van Maren ende de redoute op de Alemse sluys. Tsavonts ging men aende approchen, daerinne de gravers dat voordel hadden, dattet seer quaet ende regenich weder was, ende die van binnen consequentelijck te minder op heur geweer ende wachten pasten. Die vande sijde van Rossum eer se begonnen, deden verscheiden sentinellen op tvelt voeren, daerinne een sergeant ende 4 soldaten bij den viant overvallen ende gevangen genomen werden ende naer tfort gevoert, ende daermede weeck den viant daer van tvelt. Dit maeckte eenich retardement, maer weder andere sentinellen uytgevoert wesende, begonst men evenwel de approchen, die men ten eersten sette met een linie naer de Wale, ende met een ander treckende naer de Mase tot op 20 roeden naer aende grachte ofte Lorrevaert, die daer buyten de contrescharpe leit, twelcke sij daerom te beter hadden te doen, omdat se een vasten rugge hadden aende sijde van Rossum, die al lang te vooren beschantst was, ende daer desen nacht noch 4 heele canons geplant waren, niet wijt vande 2 halve canons daer staende om dese approchen beter te defenderen. Die van binnen schooten weinich ende quetsten daerom aen die sijde mer 2 personen. Aende sijde van Herwerden en hadden de gravers geenen rug so naer, daerom sij oick so naer niet en konden approcheren, maer beraemden heur vast te maken ontrent 160 roeden van tfort op de Mase ende Wale, ende om tselve met meerder verseeckertheit te doen, was Graef Ernst selfs den heelen nacht bij tcrijsvolck doende een linie beginnen om tlant vande Wale totte Mase af te snijden. Sij hadden aen die sijde buyten veel sentinellen perdue, die metten eersten alle de gravers ende arbeiders verveert maeckten ende op de vlucht brachten, maer Graef Ernst mettet crijsvolck hielt se staende ende dede de approchen verseeckeren sonder dat daer yemant gequetst werde, mits tweder quaet ende sij noch verre afwaren.
Ontrent dese tijt schreef de Coninginne van Engelant aenden Ertshertoge, dat se sijne brieven vanden 12en deur Edmonts, hadde ontfangen ende hem ende de Infante bedanckte vande genegentheit die sij verclaerden | |||||||||||||
[pagina 588]
| |||||||||||||
te hebben om een vaste eenicheit te maken tusschen haer ende de crone van Spangien met heure Staten, begerende dat se wilden geloven dat sij van haere sijde gelijcke dispositie hadde. Dat sij meynde dat heure laeste propositien daerop sij verclaringe begeert hadde alleer in tractaet te commen omdat se extreme ende onmogelijck waren, niet en waren buyten reden ende maniere van tracteren, dewijle sulcke niet en konnen bij gedeputeerden gedebatteert werden, maer dat de rechte wech is in so sware saeken om goede voortgang te nemen, dat vooreerst de partijen malcanderen wel verstaen op de principale poincten sonder fondement te nemen op eenige imaginatien, die de gestaltenisse der saken niet en kan lijden ende die meer dienen om partijen te verbitteren als te verdragen, thoinende daerbij haere sinceriteit, dat se heur heeft willen doen verstaen, dat haere eere ende goet in deselve poincten so verre geinteresseert is, dat se heur daerop niet en wilt lange verletten ofte onderhouden, dewijle tselve doch niet en kan geschieden, ende dat sij begeert getrouwelijck te achtervolgen tgeene anders geaccordeert sal werden, ende die getrouwicheit aenden anderen so wel als aen haer selven te thoinen, vertrouwende dat men een vaste ongeveynsde vruntschap niet anders en kan bouwen als op de reden ende consideratie van beider partijen interesten. Nochtans om te thoinen dat se haer verseeckerde vande beloften vanden Ertshertoge, dat op de vergaderinge alle poincten geaccommodeert souden worden naer reden ende elcx eere, so beloofde sij haer gedeputeerden naer Boulongie te senden tegen den 24en May toecommende, hoipende dat God op alles een goede uytcomtste sal verleenen. | |||||||||||||
[Den 2en May]Den 2en May was noch regenich ende windich weder, bij dage werden de approchen te nacht begonnen, voorts verseeckert, verdickt ende pertinenter opgemaeckt, daerop die vande schantse veel schoten, ende onder dien schoten 2 Engelsen tot Rossum aenden dijck elcx een been af, ende om de approchen te Herwerden met beter ordre te doen, laste sijn Excie dat Graef Ernst, de Francoisen ende Huchtenbrouck langes de Wale ende de regementen van Edmonde, Gistelles en dede Switsers langes de Mase aencommen ende approcheren souden, ende dat aen elcke sijde alle nachts een Colonnel ofte Lieutenant Colonnel soude in persoin waken, daertoe hij voorts alle de Switsers dede naer Kessel gaen logeren, ende wederkeeren bij Huchtenbrouck de compagnien van Calf ende Dirck de Jonge, hebbende de redoute bij Crevecueur doen besetten uyt Bommel, te meer omdat de Diesse gestopt wesende ende nu heel toegemaeckt, twater daer ontrent veel dede rijsen. Snachts approcheerde men wederom, in dewelcke | |||||||||||||
[pagina 589]
| |||||||||||||
die van Rossum weinich arbeiden ende in effecte mer voorts uyt toogen de linie vande Wale naer de Mase ende een ander weder togen naer de Wale met weinich voorderinge ende die se oick niet half en volmaeckten, omdat die vande schantse uytermaten seer veel schoten, daermede sij daer doden 2 Vriesen ende quetsten noch 5 Vriesen ende 7 Engelschen, daerom sij tvolck niet wel in den arbeit en hadden konnen houden. Aende Herwerdense sijde approcheerde men een goet stuck weeghs, ende quamen tot ontrent 100 roeden naer aen tfort ende ontrent 70 naer aende halve maenen ofte ravelijnen daer buyten leggende, daer anders weinich vande heuren gequetst worden, omdat se noch tamelijck verre af waren. Desen dach waren eenige ruyteren uyt Heusden naer des viants leger gereden, twelcke noch tot Someren ende Aste lach, ende rencontreerden eenige voeragiers, daeraf sij eenigen gevangen cregen met 3 ruyteren ende terstont daer naer quamen daer mede een groote partije ruyteren van Bredae, die mede op de voeragiers vielen ende cregen so tsamen wel 60 voeragie peerden ende vervolchden de anderen tot aenden leger toe. Uyte gevangen ruyteren verstont men dat se te peert ende te voet starck waren ontrent 6000 mannen, te weten de regementen van Don Carlos Columna, Caspar Çapena, Graef van Busquoy, La Bourelotte, Don Alfonso d’Avelos ende een trouppe Duytsen, ende t’regement vande Bourguignons lach tot Helmont, de ruyteren stonden alles onder tcommandement van Don Jeronimo de Monroy ende waren van hem, vanden Graef van Solms, Miguel de Telles, Guliermo Verdugo, Gagliego, Don Frco de Guevarra ende Juan Cesate met 50 peerden van Grobbendonck, ende dat se van Erp ende Vechel vertogen waren, omdat se geen raet tottet ontset en sagen ende een ongeluck bevreesden, deur dien sij gehoirt hadden dat tot Bredae 10 vanen ruyteren lagen.
De Staten van Vrieslant hadden in de voorleden maent lang vergadert geweest op de inwillinge vande consenten, ende bemerckende dat se voorts so swaer werden, dat niet mogelijck en was die meer te vervallen uytet floreengelt over de platte landen, vonden de leden van Ostergoe, Westergoe ende de seven Wolden noodich tot subsidie vande floreengelden inne te willigen de gemeene middelen op 6 specien van wijn, bier, asijn, brandewijn, sout ende smout ende die van wegen de gemeine lantschap te doen verpachten, dan overmits de steden nu eenige jaren lang dese middelen in de steden hadden geheven tot furnissement van heur twaelfde deel in de quote ende lasten vande provincie ende afgeschaft het corporgelt, daeruyt tselve twaelfde deel over de huysen vande steden te vooren was gevonden geweest ende sij nu dese middelen consenterende, tselve | |||||||||||||
[pagina 590]
| |||||||||||||
corporgelt weder op souden moeten stellen, so en hebben dselve daertoe niet willen verstaen nochte des consenteren, ende naerdat dese questie lang gedisputeert was, sijn ten lesten de volmachten gescheiden, blijvende die van de dry Goon daerbij, dat men dselve 6 middelen openbaerlijck voor de lantschap soude verpachten, ende indien die van Lieuwaerden des tegenstonden, dat dan heur gedeputeerden souden vertrecken ende heur collegie leggen in eenige stadt, die de middelen niet tegenstont. De Gedeputeerde Staten naer tscheiden vanden lantdach sloegen de billetten terstont rontsomme aen, maer die werden bij de magislraet van Lieuwaerden terstont afgetogen, ende siende dat die van Lieuwaerden met geen redenen om de verpachtinge te gedogen en konden beweecht worden, hebben de gedeputeerden van Ostergoe ende Westergoe sulcx heur principalen verwitticht ende daerop bevel ontvangen dat se tcollegie in een ander plaetse souden leggen, waerop Haye Roussel, Johan Hottinga, Wijarda, Echo Andries, gedeputeerden met den Secretaris Echo Isebrandi op van dage vertogen van Lieuwaerden naer Franicker mettet segel ende de boucken, ende hebben mette magistraet aldaer gehandelt omt collegie daer te mogen leggen, op hoipe dat die vande seven Wolden, die de voors. middelen mede ingewillicht hadden, souden volgen, maer de gedeputeerden vande steden des siende, hebben die vande seven Wolden aen heur getoogen ende geinduceert tot Lieuwaerden te blijven, sulcx dat daer deur een apparente scheuringe in de regieringe van Vrieslant te bevresen is.
Desen dach schreef den Ertshertoge antwoort aen Sijn Excie nopende de gevangenen vande reys van St Thomé, te weten dat den overleden coning altoos, ende hij tsedert sijn comtste in dese landen (om aen heur gesepareerde subjecten ende allen anderen te thoinen, hoeseer sij tot sachtmoedicheyt geinclineert sijn) buyten coustumen gebruyckt tegen onderdanen, die de wapenen tegen heuren heere dragen, toegelaten hadden tegen de gevangenen deser landen tselve recht, als of sij te doen hadden tegen eenen rechten viant ende niet subject aen heur, ende dien volgende tselve gracelijck laten rançonneren, jae eenigen laten ontslaen sonder yet te geven, op hoipe van daermede meer bij haer te gewinnen, dan met rigeur vande oude rechten, ende so menichmael als men op dese sijde dselve wech heeft gevolcht tegen sijne ofte des Conings onderdanen, heeft hij tselve gehouden voor aengenaem om sulcx te verschulden, omdat die courtosien selfs onder vianden te prijsen sijn, dat se niet souden te clagen hebben gehadt over tquaede tractement aen heur schippers hier te landen ofte in Spangien gedaen, indien sij niet gebruyckt en hadden ende continueerden | |||||||||||||
[pagina 591]
| |||||||||||||
de wreedtheit tegen tscheepsvolck in sijn dienste wesende, op zee gevangen, dselve doende met groote trouppen ende coelen bloede ophangen als piraten, schelmen ende dieven sonder aenschou op de commissien, die se van hem hadden, ende dat se in sijn soldie waren, om te water tegen sijn vianden te oirlogen, tsij in vlooten ofte met schepen apart, naerdat se des seeckerlijcste souden konnen doen, dien doch tgetal ofte grootheit vande schepen niet en behoirt te maken van arger conditie als alle ander crijsvolck ofte die te doen achten (als men met onrecht doet) voor piraten ofte rovers waerinne van der Staten sijde sulcken exces was gedaen, dat men selfs niet en hadde gespaert den geenen, die heur overgegeven hadden op belofte van goeden crijgh te genieten, nochte oick die geenen, die onlangs gevangen waren in neutrale landen van sijn vrunden ende geconfedereerden, Immers dat se so verre waren gecommen, dat se selfs den doden op de schepen gebleven bij den levende hadden doen ophangen, daeromme sij niet vreemt en behoiren te vinden, dat van sijne sijde tot sijn leetwesen ende om te reprimeren die groote wreedtheit geordonneert is het tractement daeraf Sijn Excie scrijft, niet wesende so wreedt als tgeene men tegen sijn volck gebruyckt, daerop hij achte, dat men toecommende regard soude nemen, om daerinne te remedieren. Hieruyt sach men claerlijck dattet hem sonderlings stack, om oick te water een quartier te doen gebruycken, opdat hij also mettertijt meerder macht mocht ter zee crijgen ende daer beter meester werden. | |||||||||||||
[Den 3en May]Den 3en May was eerst tamelijck maer regenich weder. Sijn Excie souckende alleen tijt te winnen, sondt vrouch sijn tromslager aende schantse om heur noch te sommeren met brieven ende te presenteren met heur op hunne betalinge te verdragen, dewijle sij nu sagen, dat men heur ernstelijck meynde, ende konden weten dat heur ontset vertogen was. Op t’aencommen vanden tromslager liepen sij veel op de walle, haelden sijn brieven over ende versochten stilstant van wapenen ende wercken, om vrijelijck te mogen delibereren. Sijn Excie wesende selfs in de approchen, consenteerde des ende dede seggen, dat men daertoe naer Herwerden soude senden, maer dewijle den ommegang groot ende lang viel, mochten sij selfs uyte schantse dien van Herwerden aenroupen, indien sij oick daer stilstant begeerden, twelcke sij also deden ende waren so onverdacht op heur stuck, dat se verscheiden personen lieten tot op de grachten commen, ende dselve wel besien. Sij hielden tsamen gemeyn tot op den naernoen ende sonden doen brieven weder uyt, daerbij sij versochten stilstant van 14 dagen ende consent om middelertijt te mogen senden aenden Ertshertoge | |||||||||||||
[pagina 592]
| |||||||||||||
om secours, volgens tgeene Sijn Excie heur op den 28en Aprilis gepresenteert hadde. Hierop deliberatie genomen, schreef Sijn Excie wederom, dat se sijn brieven qualijck verstaen hadden ende dat hij heur geen tijt om ontset te verwachten en hadde gepresenteert, dan mits eerst met hem op de overleveringe vande plaetse ende heur betalinge verdragen wesende, doch dat tsedert de saken waren verloopen, dewijle bij heur nu tot bijnaest op de grachten geapprocheert was ende den viant heur ten ontsette gecommen, daertoe geen raet siende, vertogen was, dat se daerom dadelijck mosten delibereren of sij met hem wilden handelen op heur betalinge ofte niet, ende of sij gesint waren van elcke natie daertoe een competent getal te committeren ende bij hem te senden, om malcanderen bij monde te spreecken, also men meer in 3 ofte 4 uyren soude konnen handelen bij monde als in vele dagen met scrijven over ende weder; dat se heur desen avont noch daerop mosten verclaren, omdat hij niet en dachte den toecommende nacht te verliesen ende sijn werck te verachteren, maer voorts approcheren wilde, ende sondt tselve tegen 6 uyren naer de schantse. Sij ontfingen de brieven ende hielden daerop gemeyn ende versochten naer stilstant van schieten ende wercken voor desen nacht, omdat se so veel hoofden waren ende daerom niet so haest resolveren konden, maer beloofden op morgen vrouch eyntelijck antwoort te verclaren. Hier en tusschen was de nacht gecommen, daer deur die van buyten begonnen te wercken ende die van binnen te schieten, maer Sijn Excie naer consenterende stilstant, werde van wercken opgehouden.
Ontrent dese tijt screven de Staten Generael aende Coninginne, dat haere affectie ende weldaden aende Nederlanden bewesen, om dselve tot noch toe te conserveren tegen den Spangiaerden ende heure adherenten, vianden vande religie ende usurpateurs van alle rijcken ende landen heur deden geloven, dat sij naer haere wijsheyt noch geen accoort metten Coning van Spangien ofte den Ertshertoge en soude willen maken, aengesien dselve so machtich te water ende te landen gewapent sullen blijven, immers dat se sal letten op alle tgeene dienen mach tot bewaringe van hare persone ende landen tegen so onverdragelijcke vianden, dwelcke estimeren tvioleren van heuren eedt ende contracten met personen van andere religie aengegaen voor wercken van verdienste. Dat haer oick believen sal aende Nederlanden (die haer dienaers sijn ende altoos om haer lang leven ende goede prosperiteit bidden) te continueren haer faveur ende affectie ende nimmermeer in tractaet yet toe te laten dat der selven staet soude mogen crencken ofte haer beschermenisse verhinderen, gelijck sij dickmaels | |||||||||||||
[pagina 593]
| |||||||||||||
sijn verseeckert geweest deur last van haer ende noch nieulijcx deur heuren agent Caron, daeraf sij haer bedanckten, ende baden dat sij wel soude willen overleggen, boe men met sulcke bedriegelijcke vianden, die altoos gewapent blijven, soude mogen handelen, daerbij bewaert soude konnen blijven haer persone, landen ende luyden ende dese landen in geenen deelen vercort ofte vermindert vande goede affectie van haer ende d’Engelse natie tot desen staet. Dit screven de Staten om waert mogelijck noch eenich belet in de handelinge te doen ofte ten minsten de Coninginne naerder op heuren staet te doen letten. | |||||||||||||
[Den 4en May]Den 4en May was schoin weder. Sijn Excie sondt vrouch naer de schantse sijn tambourijn ende met hem den capitein van der Aa met last heur antwoort af te voorderen ende te vermanen dat se wel voor haer souden sien wat se deden, aengesien heur ontset vertogen was, ende indien sij de sake langer lieten verloopen, dat Sijn Excie heur niet eenen penning en soude geven ende dattet oick onverstant was te eischen 14 dagen stilstant, daer Sijn Excie heur nu in minder tijt met gewelt tot overgeven const dwingen, ende daerom gansch geen tijt en wilde vergunnen, maer so se yet doen wilden, mosten sij stracx gedeputeerden uytsenden. Sij en wilden van der Aa niet dan overluyde hoiren spreecken, omdat se malcanderen niet en vertrouden. Eyntelijck ontrent den middach verclaerden sij dat se 2 ostagiers souden uytsenden ende dat se begeerden dat Sijn Excie 2 persoinen wilde committeren, om aende schantse te commen ende met heur daer te handelen. Sijn Excie committeerde hiertoe den Colonnel Huchtenbrouck ende capitein van der Aa, om aende schantse te gaen ende ging selfs met meest alle de heeren in de approchen, om te beter de sake te voorderen. Sij sonden over 2 officiers onder heur commanderende, die se over de grachten deden brengen, maer en wilden niet toelaeten dat se vande grachte afgingen ofte dat yemant met heur sprack, uyt vrese dat men se corrumperen ofte particuliere beloften doen soude. Sij en lieten oick den Colonnel ende capitein niet voorder commen als op de contrescharpe, daer verscheiden personen met heur handelden ende spraken, meestal overluyde ende gaende veel anderen af ende aen. Sij stonden altoos seer op heure betalinge, ende om tijt te hebben om ontset te verwachten; sij meynden dat heure betalinge veel bedragen soude ende begeerden, indien eenigen in dienste wilden blijven, dat men daeraf heele compagnien soude moeten maken ende uyten heuren capiteinen ende officiers daerover stellen; sij lieten ten lesten den tijt van t’ontset vallen tot op 8 dagen. Dit duyrde lang ende op alle swaricheiden quam Huchtenbrouck | |||||||||||||
[pagina 594]
| |||||||||||||
ofte van der Aa over om Sijn Excie rapport te doen, die meest stack tegen den tijt van t’ontset te wachten, ende begeerde dat se heure pretensien begrooten souden om dan daerop te bieden. Naer lang handelen (in twelcke sij altemet met malcanderen eens droncken) lieten sij den heelen tijt van t’ontset glissen ende bleven alleenlijck staen op heur betalinge ende om compagnien geheel mette officiers uyten heuren te hebben, vande geenen die souden willen blijven dienen ende op de begrotinge van heur t’achterheit seiden tselven so haest niet te konnen doen, maer dat se morgen naernoen daervan pertinenten staet souden maken ende overleveren. Sij seiden dat de 4 vendelen vanden Marckgraef niet besonden ten achteren en waren, maer alleenlijck bij heml. gebleven, om mede de contributie te genieten, die men daerom een gratuiteit soude mogen doen, ende meynden dat men dit fort niet en soude konnen crijgen van heur dan mits wel betalende ende versochten daerop voorder stilstant. Sijn Excie dede heur seggen dat hij tstilstant consenteerde, mits dat sij heur wachten mosten van eenige schooten met geschut ofte musquetten te schieten, ofte hij soude terstont doen voorts wercken ende approcheren, ende nopende tgelt, dat se wilden eischen, dat se heur dien aengaeude so in reden mosten vinden dat de somme so groot niet en werde, dat men met een derde ofte de helft van dien de schantse met gewelt mochte winnen, daerop sij seiden te sullen letten, ende daermede scheide dit eerste parlament, in twelcke Sijn Excie heur mede hadde doen seggen, indien eenigen waren, die geen gelt en wilden ontfangen, dat hij die, indien sij des begeerden, tot binnen Diest toe doen convoijeren soude om bij de andere gemutineerden te commen. Sijn Excie was wel gesint een goede somme gelts aen desen te wagen, eensdeels om tijt te winnen, anderdeels omdat de plaetse tamelijck vast was, so dat men wel 70.000 ofte 80.000 £ soude moeten te coste leggen aen schieten ende graven alleer die te crijgen, boven tverlies van volck ende de pericule van eenich opwater, behalven dat men nu van alle dit volck ende heur amunitie noch dienste soude konnen trecken in een saison dat den viant aldermeest belemmert is ende meynde daerom wanneer het ten uytersten om 150.000 £ te doen was, dat men de sake niet en soude behoiren af te slaen. Desen dach sonden die vande provincie van Utrecht in tleger tottet extraordinaris 10.000 £. Snachts was alomme stilstant. Die vanden Bosch geen schieten hoirende, ende mogelijck vresende datter gaende was, vierden snachts seer ende schooten 5 schooten, die vande schantse en schoten niet wederom.
Ontrent dese tijt verstont men dat de Coninginne gecommitteert hadde | |||||||||||||
[pagina 595]
| |||||||||||||
om naer Boulongie te gaen totte handelinge metten Ertshertoge te doen Doctor Harbart, Mr. Robert Beale (die de principaelste last hadde) Sr. Herry Nevels haer ambassadeur in Vranckrijck ende den Secretaris Edmonts, ende dat se in laste hadden daer meest te handelen vande vernieuwinge van alle de oude contracten ende tractaten met Engelant gemaeckt, dat de Engelsen in Spangien ende Indien vrij mochten traffickeren ende dat se malcanderen geen oirloge en souden maken, maer dat se insisteren souden, dat men nopende de cautionaire steden ofte d’Engelsen uyt der Staten dienst te doen gaen, ofte de traffijcke op de Nederlanden geen veranderinge soude maken, doch voornementlijck bedingen de restitutie van alle de penningen bij de Coninginne geleent, ende dewijle sij mer met gedeputeerden vanden Ertshertoge souden handelen, dat se insisteren souden om te hebben tvoorsitten ofte de preseancie alleer in eenige besongien te treden, ende dat dselve met die last eersdachs naer Bonlongien souden vertrecken. | |||||||||||||
[Den 5en May]Den 5en May was schoin weder. Vrouch quam de compagnie van Gribbeval vande redoute te Hesel in tleger ende ging logeren bij Huchtenbrouck. Voor den noen sont Sijn Excie een tromslager aende schantse, om heuren eisch bij gescrifte te hebben, daerop sij seiden, dat heur den tijt te cort viel, doch dat se t’avont een uyre voor t’optrecken vande wacht die souden leveren. Des naernoens brachten sij een man op de contrescharpe, bonden hem aen een pael ende herquebouseerden hem ten aensien van ons volck, roupende mer te vooren dat men niet qualijck en wilde vinden, dat se justitie deden. Naderhant verstont men dat desen soldat hadde willen sustineren dat de penningen, die se bij verdrach van Sijn Excie souden konnen crijgen egalijck in capita souden verdeilt worden ende datter wel 300 in de schantse waren, diet met hem also verstonden, ende begeerden te hebben. Dit dootschieten werde genomen voor een trotse ende een quaet teycken. Naernoen ontrent 4 uyren ging Sijn Excie met de gedeputeerden vande Staten ende andere heeren naer de loopgraven ende wachten daer wel een uyre, doen quamen wederom over 2 ostagiers ende op de contrescharpe werden gesonden Huchtenbrouck ende vander Aa, aende welcke den Gouverneur bracht een papier wel van 10 articulen, houdende 1o. Dat se versochten tijt van acht dagen om uyt te senden ende middelertijt naer secours te wachten. 2o. Volle betalinge van heur verachterde soldie ende achterstellen, behoirlijck naer t’overstrijken vande voors: 8 dagen te reeckenen, ten overstaen van vier vande outste soldaten van tfort, behoirlijck daertoe te eeden. 3o. Dat se mochten doen innen ende | |||||||||||||
[pagina 596]
| |||||||||||||
ontfangen alle de contributien bij heur met consent van haere hoocheiden uytgescreven ende deur dit beleg ofte anders onbetaelt gebleven, 4o. monterende alle dselve sommen ten minsten wel tot 204.000 Philippus van 50 st. tstuck. 5o. Dat alle degeenen, die bij Sijn Excie in dienste souden willen blijven geredigeert souden werden in compagnien ende gecommandeert bij capiteinen ende officiers uyten heuren daerover te stellen ende dat se getracteert souden worden op denselven voet ende met so hoge gagie als sij bij den Coning waren getracteert geweest, ende dat men se een geheel jaer soude leggen in garnisoen, sonder te velde gebruyckt te worden. 6o. Dat Sijn Excie pasport soude verleenen aen alle degeenen die souden willen vertrecken ofte wech gaen. 7o. Dat de soldaten van Crevecueur gecommen so wel souden betaelt worden van haeren dienst ende de contributie als anderen. 8o. Dat de weduwen vande geenen, die geduyrende de mutinatie gestorven waren, mede souden betaelt worden. 9o. Dat pardon soude verleent worden aen alle overloopers ende allen anderen onder den heuren gecommen van wat sake dattet mocht wesen. 10o. Dat men den paep ende coster met heur gewaet, mitsgaders alle de commisen, backers, brouwers, hantwerckers ende de habitanten van tfort met alle heur goet vrij sal laten vertrecken, ende de siecken ende gequetsten boven heure betalinge doen cureren ende dan de vendelen laten volgen, ende dat se in tfort souden blijven tot dat se alles betaelt waren.
Hierop nam Sijn Excie deliberatie ende antwoorde naer op deselve poincten. Op t’ 1e, dat hij nu meermalen hadde verclaert daartoe geen tijt te konnen geven. Op t’ 2e, 4e, 7e ende 8e verclaerde hij, dat sulcken naerreeckeninge te doen voor hem te seer intricaet ende verwerret soude sijn als geen bescheit hebbende van heure diensten nochte vande betalinge van dien ende daerom om alle dispute te ontgaen was te vreden voor alle heure pretensien in deselve articulen geroert te geven eens 125.000 £, die sijluyden onder malcanderen souden mogen verdeilen naerdat sij souden bevinden te behoiren, aengesien sij onderlinge daervan veel beter repartitie souden konnen maken als hij. Op t’ 3e verclaerde hij des niet te konnen consenteren, omdat met geen reden naer de reductie vande plaetse sulcx soude konnen gepractiseert worden tot lasten vanden geenen, die in de voors. 125.000 £ heur aenpaert mede souden moeten dragen. Op t’ 5e was tevreden sulcx alles te consenteren, mits dat se getracteert souden werden als andere compagnien in dienste vande Nederlanden wesende, dewijle hij heur om de consequentie wille niet anders en const doen tracteren nochte exempteren van te velde te gaen bij noot, maer | |||||||||||||
[pagina 597]
| |||||||||||||
was wel tevreden heur so veel te favoriseren als mogelijck soude wesen. Op t’ 6e, 9e, ende 10e verclaerde simpelijck tevreden te wesen dselve poincten also te consenteren, twelcke hij heur bij gescrifte leverde, ende sont se wederom naer tfort om te beraden mette anderen of se des also aennemen wilden ofte niet, dewijle Sijn Excie meynde dselve redelijck te wesen ende verclaerde meer niet te konnen doen. De uytgesonden officiers namen de antwoorde aen, maer estimeerden die so weinich, dat se meinden dat daerop niet gedaen en soude worden, dat se nietemin tselve mette gemeine soldaten souden communiceren. Huchtenbrouck vermaende heur wel te gedencken in wat staet dat se waren ende dese antwoorde wel te overleggen, ende dat Sijn Excie heur tijt gaf, om daerop te delibereren tot morgen middach met stilstant van alles so lange, ende daermede scheiden sij van malcanderen. Tsavonts ontrent 10 uyren, naer dat se met malcanderen gesproocken hadden, riepen sij uyt dat de soldaten van binnen met de presentatie heur gedaen niet tevreden en waren, ende dat daerom elcx sijn beste mochte doen, ende begonnen terstont daernaer te schieten ende selfs tbestant te breecken, deden oick daernaer een signael teycken, twelcke bij velen mede vermoet werde te geschieden tot een trotse om den Staten te brengen tot meer gelts te geven, ofte op aenritsinge vande geenen, die desen niet wel aen en stondt ende daerom tbestant so schielijck deden breecken, om dese handelinge af te snijden eer de gemeine soldaten heur wel quamen daerop te bedencken ende te beslapen. Tvolck van Sijn Excie dat siende ende mits de consenteerden stilstant niet gereet wesende om te approcheren, liepen terstont naer de quartieren om materialen te halen, ende daermede liep t’ meeste deel vanden nacht wech, in vougen dat desen nacht niet veel besonders gearbeit en werde, doch werde aende Rossumse sijde noch een conducteur vande approchen geschoten deur tlijf, genaemt Raef Depter, een vande stoutsten van allen, met groot pericule van te sterven, hoewel hij naer noch genas.
Den Graef Harman van Manderscheit met Carel Nutsel, Keiserlijcke paysgesanten, waren gecommen tot Emmerick ende dreven van daer met een schuyte af naer Schenckenschantse; doch commende aende spoeye van Cleef, bleven daer leggen ende sonden den Secretaris van Nutsel met een edelman vanden Graef aenden Gouverneur van Schenckenschantse aengeven dat se geerne naer Hollant souden gaen ende versochten te weten, of sij vrij mochten passeren, daerop den Gouverneur antwoorde dat hij niet en vermochte eenige gesanten deur te laten sonder pasport vande Staten Generael ofte van Sijn Excie, indien sij pasport hadden, mochten sij vrij | |||||||||||||
[pagina 598]
| |||||||||||||
commen, indien niet, eerst paspoort versoucken. Dit refus dede haer gaen naer Cleef, van waer den Graef desen dach schreef aenden Gouverneur van Nieumegen versoucken daer te mogen commen, om naer Sijn Excie ende de Staten te gaen ende en vermaende van Carel Nutsel niet, mogelijck om so beter deur te commen. Den Gouverneur hem vindende daerinne beswaert, dede terstont deur Hendrick de Beijer, Generael vande convoyen, Sijn Excie daeraf verwittigen om te weten of hijt soude mogen consenteren ofte afslaan. | |||||||||||||
[Den 6en May]Den 6en May was schoin weder. De Heere Oldenbarnevelt siende dat die vande schantse heur so trots hielden, dat se tbestant self braecken, toogh wederom over Heusden naer Hollant. Terstont daernaer quam in tleger Hendrick de Beijer, die met Sijn Excie sprack nopende tversouck vanden Graef van Manderscheit, maer Sijn Excie en vont niet goet, dat men se tot Nieumegen souden laten commen sonder consent vande Staten Generael, en dat den gouverneur hem daerom soude excuseren op sijn last, ten ware den Graef pasport hadde, twelcke Beier terstont aenden Gouverneur ontboot. Sijn Excie dede met alle neersticheyt de approchen alomme verseeckeren, vermeerderen ende verstercken ende dede vele op de schantse schieten, daer tegen die van binnen oick veel schooten. Anders quam noch in tleger bij Sijn Excie de heere Bocholts, gesant vanden Bischop van Ceulen, om te clagen over de excursien in tlant te Munster, ende in sijn particulier om te commen sien, hoe de saken vanden heere van Gileyn, sijnen neef, stonden, dwelcke op 6000 £ te rantsoen gestelt was, hoewel vermoet werde dat hij meest quam om te sien wat in den leger ommeging. Snacht approcheerden die vande sijde van Herwerden seer magnifickelijck ende quamen so aende Wale als aende Mase sijden tot op 8 ofte 10 roeden naer aende halve manen, leggende buyten de contrescharpen tegen de twee rivieren aen (eensdeels daer gemaeckt om de cracht vande revieren te breecken ende anderdeels om te flanqueren op de revieren ende op de grachten buyten de contrescharpe daer leggende). Dese approchen waren groot ende lang, ende alle de gravers hadden eerst moeten op tplatte velt bloot staen ende en hadden geen rug van geschut ofte musquetterie van naerbij, daerom de vianden tot buyten op de contrescharpe quamen loopen, ende schooten dapper naer de gravers daer hij wel 13 ofte 14 man dootschoot ende wel 40 personen noch quetste. Met dese approche waren sij nu daer voorts uyte meeste pericule, ende en hadden geen anderen meer met sulcken gevaer te doen, omdat se voortsaen uyte selve een rug souden hebben. Aende Rossumse sijde hadden de | |||||||||||||
[pagina 599]
| |||||||||||||
gravers een groten rug ende waren al naer geapprocheert, waerom aldaer mer 2 personen gequetst werden. | |||||||||||||
[Den 7en May]Den 7en May was schoin weder. Sijn Excie dede noch uyte Tielerweert commen de compagnie van Appelman, om in de schantse te Maren te gaen logeren, ende die van Achthoven om mede te gaen in de schantse van Kessel, ende die vanden Heere van Kessel om te gaen bij Huchtenbrouck. Men graefde ende delfde evenseer in alle approchen, ende men schoot veel over beiden sijden met stucken. Die van binnen schooten oick veel steenen uyt met een mortierstuck. Snashts vierden die vande schantse seer ende schooten signaal schooten; die van buyten approcheerden evenseer; aende sijde van Rossum quamen se vast dicht op de grachten ende wierpen daerop dry batterien, d’een op t’Rossumse hooft aende Waelsijde ontrent 150 roeden van tfort, wesende de 5e batterie, d’andere heel dicht by de schantse ontrent 12 roeden vande grachten om de defensien wech te nemen aende Mase sijde, genaemt de 6e batterie, ende de derde aende Mase, om de defensien naer de Wale wech te nemen, ende daar achter bet naer de Mase toe werde begonnen een batterie totte vierwercken, die de 8e soude wesen. Aande Herwerdense sijde quam men heel naer op de grachten van beiden de halve manen, ende men maeekte daer een 9e batterie aende Mase ontrent 40 roeden vande grachte, ende een 10e aende Waelsijde wat veerder af. Ende omdat de Middelweert tusschen de schantse ende Maren bestont drooch te worden, maeckten sy daer oick een batterie ontrent 150 roeden van tfort, wesende de 11e, ende stelden also alle saken aen om metten eersten den viant tgeschut voor de neuse te brengen ende te trachten met bruggen, gaelderien ofte vlotten in heur contrescharpe ende halve mane te commen.
De ruyteren van Stakenbrouck hadden wederom gevangen gekregen 11 ruyteren van Verdugo, die se alles loslieten, ende hielden den fourier voor t’rantsoen, dien se van dage voor Sijn Excie brachten. Dese seide dat bij den viant versch gecommen waren de ruyteren van Boedbergen, datter te voeren mer 5 vendelen Duytsen waren geweest, ende datter nu van nieus noch bij gecommen waren 6 vendelen van Graef Fredericks regement, 6 van Barlaymont ende 1 vanden Graef van Emden regement, so dat se nu waren 18 vendelen tsamen starck ontrent 1400 man, dat de twee Spaense regementen starck waren elcx ontrent 500 ofte 600 mannen, dat t’regement vande Italianen ongereformeert was gebleven ende starck noch ontrent 800 ofte 900 man, dat de Bourguignons binnen Hdmont leggende heel starck waren, maer de Walse regementen van Busquoy ende la Bourlotte mette | |||||||||||||
[pagina 600]
| |||||||||||||
2 vendelen Yren heel swack. Seide dat Don Jeronimo de Monroy alle de ruyteren commandeerde, ende dat se starck waren wel 500 peerden. Dese seide mede dat den viant gereformeert hadde de vanen ruyteren van Contreras, den jongen Corradijn, Hermando Salasar, Acugna, Gilus, Malaise, Conte Decia ende van capitein Francois. Item dat heur leger stille lach ende dat se geen hoipe en hadden dese plaetse te konnen ontsetten. Bij Sijn Excie quamen desen dach een edelman vanden Graef van Manderscheit ende den secretaris van Nutsel met copie vande instructie die dselve heeren in last hadden bij den Staten Generael te verrichten om so te versoucken pasport om naer Hollant te mogen gaen, thoinden dselve copie ende verclaerden dat heur meesters principaliter van pays niet en souden handelen, maer alleen van middelen voer te nemen tot bevrijdinge vanden rijcxbodem ende om te commen tot ontruyminge van Berck, Emmerick ende andere plaetsen van t’rijck, ende dat se meer accessoire vanden pays en souden verhalen ende heur daerinne contenteren mette antwoorde, die men se geven soude. Sijn Excie en wilde de pasport niet vergunnen, maer sont se naer de Staten Generael, sulcx sij den volgenden dage derwerts gingen. | |||||||||||||
[Den 8en May]Den 8en May was tamelijck weder, ende men was seer doende omme de approchen wel te verseeckeren. Men schoot veel op beiden sijden. Die van binnen siende dat men heur de maet naer begonst te leggen ende datter geen hoipe van ontset en quam, bestonden te vresen, dat se metter tijt tfort ende oick tgepresenteerde gelt souden verliesen, riepen daerom ontrent den middach uyt offer niemant van wegen Sijn Excie in de loopgraven was, ende geantwoort sijnde neen, vraechden naer yemant die Francois spreecken konde ende seiden doen, dat se bedacht waren noch eens met Sijn Excie te spreecken, dat men daerom aen denselve wilde senden, ten einde hij yemant bij heur sondt, ende begeerden middelertijt stilstant, twelcke geschiede. Sijn Excie ging naernoen naer de loopgraven ende sondt terstont aende schantse de capiteinen Cicil, van der Aa ende Jaxley, daertegen 3 ostagiers uytquamen. Sij persisteerden alnoch bij heur voorgaende versouck ende insonderheit vande volle betalinge van heur soldie, begerende dat Sijn Excie wel wilde letten dat de schantse een vaste plaetse was ende sij veel couragieus crijsvolck, die gesint waren liever op malcanderen te sterven als heur betalinge niet te hebben. Sijn Excie dede daerop seggen, dat hij heur sijn eyntelijcke meininge hadde verclaert, dat hij meer niet en conste, nochte ende begeerde te doen, ende als se niet gesint en waren dselve aen te nemen, en hadden sij niet behouft wederom | |||||||||||||
[pagina 601]
| |||||||||||||
te spreecken, dat se daerom eyntelijck heur mosten verclaren of sijt aennemen wilden ofte niet. Dese hiervan rapport aende soldaten doende, deputeerden sij uyt, om selfs met Sijn Excie te spreecken den gouverneur met 2 andere officiers, die veel seiden vande starckte vande plaetse ende van tvolck ende insisteerden alsnoch op heuren eisch bij gescrifte gedaen. Sijn Excie seide datter mer dry poincten in debat waren als, vanden tijt om secours te wachten, twelcke hij niet gesint en was toe te laten, vande betalinge vande verlopen soldie ende vande contributie, die sij wel wisten dat hij niet schuldich en was ende daerop hij haer geboden hadde 125.000 £ eens. Dat hij niet en conste lang dingen, maer sijne meininge ront uyt hadde verclaert, ende dat hij meer niet en conste nochte begeerde te geven; dat tgeene hij heur boodt mer een schenck en was, ende dat den Prince van Parma t’anderen tijden geen grooter voor Geertruydenberch (een onbelegerde onwinnelijcke plaetse) en hadde gedaen; dat se bedencken mosten dat velen vanden heuren noch souden geadvanceert werden, ende nopende het tractement verclaerde om de consequentie wille heur niet anders te konnen tracteren als anderen ofte heur meer in garnisoen houden, maer dat hij se in alles fevoriseren soude so veel doenlijck ware, ende dat hij selfs niet en sochte sijn volck te hasarderen ofte verliesen, maer in sijn dienste te conserveren ende te behouden. Seide mede dat hij den gesanten tsamen in tparticulier soude bedencken, ende dat se daermede weder mochten keeren in tfort, raet nemen ende hem terstont antwoort laten weten, omdat hij niet en dachte desen nacht te verliesen, maer indien sij mette gepresenteerde penningen tevreden waren, mochten sij gedeputeerden bij hem schicken, hij soude heur de articulen in forma doen depescheren ende teyckenen, ende sij souden in tfort blijven tot dat se heure betalinge souden ontfangen. Dese gingen hierop weder in de schantse, ende ontrent half acht uyren quamen eenigen wederom uyt, seggen, dat se de presentatie aennamen, ende daermede tevreden waren ende gingen voorts met Sijn Excie in tquartier om de articulen in t’ net te ontfangen, die Sijn Excie eerst den volgenden dach depescheerde, omdat hij eerst gelt uyt Hollant moste hebben, daertoe hij terstont in poste naer den Hage screef. Desen dach vertoogh oick naer den Hage de heere Bocholts ende geduyrende de voors. onderhandelinge werden bij Sijn Excie gebracht eenige brieven gevonden over een verdroncken man, gescreven aende garnisoenen van Sint Andries op den 22en Aprilis van Don Luys de Velasco ende la Bourelotte elcx apart, ende houdende dat se wilden betrachten de eere vande Walse ende Duytse natie ende de plaetse vromelijck houdende, dat | |||||||||||||
[pagina 602]
| |||||||||||||
sij se voor seeeker souden commen ontsettan, sonder nochtans daartoe tijt te noemen. Van die vanden Bosch waren gelijcke brieven vanden 28en, maer met so sobere termen gescreven, dat se selfs schenen vande sake te dissideren. | |||||||||||||
[Den 9en May]Den 9en May was tamelijck weder. Sijn Excie dede vrouch de articulen van tverdrach instellen ende expedieren op den dach van gisteren, houdende 1o. dat hij heur accordeerde 125.000 £ om binnen 8 dagen onder heur gedistribueert te worden op sulcken voet als sij sullen konnen accorderen. 2o. Dat de gequetsten ende siecken in gasthuysen ende steden sullen gesonden worden tot dat se gecureert sullen wesen ende evenwel mede heur deel vande voors. penningen ontfangen. 3o. Aende weduwen mede daeraf een gratuiteit, naerdat se sullen konnen accorderen. 4o. Dat de overlopers pardon sullen hebben ende heur deel uyte penningen genieten. 5o. Dat degeenen die willen vertrecken boven heur aenpaert in de penningen daertoe pasport sullen hebben, maer die naer den viant wederkeeren willen sullen geen gelt ontfangen. 6o. Die in dienste willen blijven sullen getracteert werden als de beste compagnien ende in alles wat mogelijck is gefavoriseert. 7o. Al die uyt Crevecueur gecommen sijn sullen heur deel in de penningen mede mogen genieten. 8o. Als eenigen eenigen tijt gedient sullen hebben ende heur pasport begeren sal heur die gegeven worden, mits dat se dselve niet en eischen buyten reden, dat men heur geen verwijt en sal doen van datter gepasseert is. 9o. Dat se onder advoy van Sijn Excie 8 capiteinen sullen mogen kiesen vande Walen uyte regementen van Achicourt ende den Marcgraef. 10o. Dat alle de commissarissen van amunitien, provoosten, brouwers, backers, soetelaers, ambachtsluyden ende habitanten van tfort sullen vrij mogen vertrecken ende daertoe ist noot geconvoyeert worden met tromslager ofte trompetter. 11o. Dat den paep met al sijn kerckgewaet mede vrij sal mogen vertrecken ende convoy hebben als boven. 12o. Dat de sergianten ende corporals die gereforrmeert wesende advantagie getogen hebben tselve tractement onder Sijn Excie sullen behouden. 13o. Dat Sijn Excie op morgen commissarissen sal senden om de compagnien te formeren, daer af de capiteinen, te kiesen als boven, mette soldaten eedt sullen doen van getrouwicheyt ende tfort te sullen houden ten dienste van Sijn Excie onder heure officiers, tot dat se betaelt sullen wesen vande voors. 125.000 £, welcke betalinge men doen sal aen d’een compagnie voor ende d’ander naer, mits dat d’een compagnie van tfort treckende, Sijn Excie daerop een ander sal doen gaen. 14o. Dal de commissarissen den capiteinen ende officiers sullen aaisteran om metten | |||||||||||||
[pagina 603]
| |||||||||||||
soldaten te liquideren van tgeene elcx uyte voors. penningen commen sal. 15o. Dat Sijn Excie oick morgen commissarissen sal senden om op te teyckenen tgeschut ende amunitie, opdat daeraf bij den Coningschen niet vermindert en werde. 16o. Wesende uyttet fort getogen sullen eedt doen als alle andere soldaten ten dienste vande Staten, ende so haest sij sullen gemonstert wesen, sal men heur een maent solts betalen.
Hiermede gingen de gedeputeerden metten Colonnel Huchtenbrouck (die vooreerst als Gouverneur daer gedesigneert werde) naar de schantse toe, ende die geagreeert wesende, werden de commissarissen Orsmael ende Storck daer gesonden, om alle tvolck in eedt te brengen, opdat men dan de wachten mocht wech nemen. Sij swoeren meest alle, dat so lange sij in tfort souden wesen, sij tselve houden souden ten dienste vande Staten ende Sijn Excie, tot dat se ontfangen souden hebben tgelt heur bij Sijn Excie belooft, ende dat se souden gehoirsamen de capiteinen ende officiers over haer te stellen, ende dat se renuncieerden den eedt, die se aenden Coning ofte Ertshertoge mogen gedaen hebben. Huchtenbrouck om heure saken so veel mogelijck irreparabel te maken sondt uyte schantse wech den paep, coster, backers, brouwers, houtwerckers, de bootsgesellen ende anderen, die in der Staten dienste niet en wilden treden. Hij dede mede vertrecken de commisen vande magasinen ende die opnemen bij persoinen uyten leger. Die van binnen koosen hiernaer elf capiteinen, te weten 8 uyte Walen van Achicourt ende den Marckgraef ende 3 uyt alle de Duytse vendelen, die se Sijn Excie voorstelden, uyte Walen met namen Anthoine de Sancyes (die electo was geweest) Gabriel de Nouvel (die sergeant major was geweest) Jonas Durant, Francois Marischal, Francois Marlye, Philippe la Lou, Jan Nemmery et Jan de Bou; uyten Duytsen Andries Breder (die Gouverneur was geweest) Jurich Weckerley ende Lucas Reser, dese waren dselve dien in tbeleg tcommandement gedefereert was geweest. Sijn Excie agreerde se ende liet se toe oick lieutenanten ende vendrechs te kiesen. De Walen versochten bovendien een regement te mogen blijven mette compagnie van Gilson uyt Crevecueur gecommen ende tot Colonnel te mogen hebben Sijn Excie broeder Graef Hendrick van Nassau om beter tegen alle injurien gegarandeert te wesen so men vermoede, twelcke Sijn Excie als aennemende scheen te glissen om heur geen naerdencken te maken. Sij en hadden te vooren niet konnen bewilligen dat de gepresenteerde penningen in capita souden verdeilt worden ende hadden daerom eenen, des sustineerende, geharquebuseert, maer dat was nu bij de gemeine soldaten deurgedrongen. Sij waren anders seer kitteloorich ende | |||||||||||||
[pagina 604]
| |||||||||||||
werden noch seer beroert dat eenige onse soldaten heur aengeroupen hadden ende gescholden voor verraders, daerom Sijn Excie heur consenteerde dselve bij den cop te nemen. In tfort waren 1 heele canon, 2 France canons, 4 halve canons, 1 slange, 2 halven ende 3 cleine stucken van metael met een mortier ende 4 ijsere stucken; ontrent 13.000 lb~ cruyts, 5000 scharpen ende 40 lasten rogge, garste ende moutGa naar voetnoot+, maer tfort was van binnen wonderlijck ontramponneert met schieten, omdat de wallen naer de Mase toe nergens op hare hoochten opgemaeckt en waren, daerom de vrouwen ende kinderen daerinne seer miserabelijck gelegen hadden. Ende doen verstont men, indien Sijn Excie den 28en Marty dapper hadde doen schieten, dat hij se van die tijt af wel swack soude gemaeckt hebben. Snachts vierden ende triumpheerden alle de omleggende plaetsen seer over de victorie. Sijn Excie willende noch beter bevrijden de Bommelerweert van alle excursien, dede boven tgat vande Heechuysse Mase een redoute maken om te beletten dat niemant daeruyt commen soude. | |||||||||||||
[Den 10en May]Den 10en May was tamelijck weder. Men wachte vast op tgelt om de soldaten vande schantse te betalen ende die daeruyt te trecken, dewijle men sach dat se uytermaten kitteloorich waren ende daertoe veel verweckt werken bij d’een en bij d’ander, die droncken ende vol wesende heur qualijck toespraecken. Op den naernoen versochten sij, dat se t’avont mede mochten schieten ende triumpheren, twelcke Sijn Excie niet geerne toe en liet, maer siende heur groote begeerte daertoe, consenteerde des tsavonts, doen in tleger gecommen was den commis Sproussen mette beloofde 125.000 £, daerinne die van Hollant een uytnemende neersticheit hadden gedaen om tselve naer tleger te senden ende also tlant vande vrese van dese plaetse te bevrijden. Tgelt uyt Vranckrijck was wel gecommen, maer mits den ambassadeur des dede vermunten om naer gewoonte een goede prouffijt daeruit te halen, en const men tselve noch niet gebruycken. Eenige Duytse Fursten hadden aende Staten heimelijck doen beloven eenige penningen om crijsvolck te onderhouden ende die te employeren met heur andere macht tot bevrijdinge vanden rijcxbodem, indien den viant wederom over Rijn soude willen commen. Van welcke penningen nu juist bij wissel op Amsterdam gecommen waren 40.000 £, die seer wel te passe quamen, om in de voors. somme gesonden te werden. | |||||||||||||
[pagina 605]
| |||||||||||||
Dit stuck vande Duytsen werde seer secreet gehouden ende daerom bij velen vermoet dat de voors. penningen gecommen waren in remboursement vande penningen ende amunitien heur geleent in den crijch voor Rees. Tsavonts schoten die vande schantse selfs over heur selven van triumphe met dry salven met musquetten ende daernaer alle haer geschut met scharp geladen. Die vanden Bosch dat hoirende meynden dattet accoort weder gebroocken was, so dat se mede begonnen te vieren ende signaelschooten te doen. | |||||||||||||
[Den 11en May]Den 11en May was schoin weder. Tgelt werde in de jachte van Sijn Excie gesonden tot voor de schantse ende heur aengeseit dat tgelt daer was, dat se daerom alles op de contrescharpe wilden commen ende tot besettinge van tfort binnen 40 musquettiers vande garde oplaten, twelcke sij niet en begeerden te doen, maer wilden tfort selfs houden tot dat se betaelt waren, ende dat se d’een compagnie voor ende d’ander naer souden laten aftrecken om betalinge te ontfangen ende voorts uyt te trecken. Sijn Excie hadde voor de schantse doen commen de compagnien van Graef van Hohenloe ende vanden Graef van Solms, om vooreerst op de schantse te trecken, maer siende dat se niemant opnemen en wilden, dede hij op tvelt noch commen 600 Engelsen musqettiers ende pieckiers, ende die in slachordre stellen ende blijven om, of noch eenige moyte ontstaen mochte, volck bij de hant te hebben. Hij dede in tgat vanden Lorregraef tegen de contrescharpe aen leggen een brug van 2 eyndelinge ponten Ga naar voetnoot+ ende deden 3 tafelen op de contrescharpe stellen om tgelt te ontfangen, ende dat elck soldaet gelt ontfangen hebbende terstont soude aftrecken, ende opdat se min bedrogen mochten worden, begeerde hij, dat se selfs eenigen bij de betalinge souden committeren om te sien wie gelt ontfing ende te letten dat niemant tweemael en ontfinge. Hij sondt oick 4 ponten ende eenige jachten aende schantse om te laden de vrouwen ende bagagie vande schantse, en hadde in de Wale doen commen 6 sambreusen, om alle | |||||||||||||
[pagina 606]
| |||||||||||||
tcrijsvolck vande schantse inne te laden ende naer garnisoen te senden. Ontrent 10 uyren begonst men te betalen ende men gaf se elcx voor hooft 106 £ ofte weinig meer, naerdat de specien van gelde quamen, daermede die afgingen, ende vergaderden buyten op tvelt bij malcanderen. De weduwen ontfingen half gelt ende werden betaelt vande Walen capitein Anthoine de Saucyes 91 man starck, Jonas Durant 89 man ende 4 weduwen, Francois Marischal 74 man ende 1 weduwe, Francois Marlye 83 man ende 2 weduwen, Philippe La Lou 88 man ende 5 weduwen, Jan Nemmery 80 man ende 1 weduwe, Jan de Bou 75 man ende 3 weduwen, ende Gabriel de Nouvel 84 man ende 1 weduwe. Vande Duytsen werden betaelt Andries Breder 141 mannen ende 3 weduwen, Lucas Reser 127 mannen ende Jurich Weckerley 148 mannen ende 4 weduwen, makende tsamen 1080 mannen gesont ende cranck ende 25 weduwen. Noch werden betaelt 16 canoniers ende 1 weduwe ende 14 bootsgesellen met 1 weduwe, die hier wilden blijven, makende tsamen 1110 mannen ende 27 weduwen. Ontrent 4 uyren naernoen de leste compagnie betaelt wesende, trocken op de schantse de 40 musqettiers vande garde mette 2 voors. compagnien daertoe gedestineert. D’Engelsen togen mede naer heur quartier ende tvolck vande schantse in de sombreusen, mits men heur beloofde op morgen voorts te tellen tgeene de betalinge van dage gedaen te corte soude commen aende 125.000 £, ende daermede was in handen vande Staten gebracht een plaetse, daerop den viant scheen so te staen, dat die alleen genouch was om de Vereenichde Nederlanden in te drucken, wesende de eenige reste van sijn voerdel, twelcke hij verkregen hadde met so grooten machtigen leger ende tot so groote costen in 2 jaren tijts ende daerom hij hem so in schulden hadde verloopen, dat hij nu aen alle canten met mutineren gequelt worde. Een plaetse daerdeur hij altoos den Staten de wet const setten ende beletten ergens leger te brengen, omdat dselve gelegen was op beide de revieren, een gereet oversetten daer hadde, en doende marcheren 4 ofte 5000 mannen deur dese plaetse, bijnaest midden in heur lant quam ende eygentlijck scheen te dienen om daerdeur innebreeckende alle de provincien van malcanderen te scheiden, dwelcke oick om die redenen de Staten so veel importeerde als eenige andere frontiere vande landen, omdat se oick beide de stromen conste sluyten ende dwingen, ende daerom nu den Staten wonderlijck dienen sal tot versterckinge van heure frontieren ende bevrijdinge vanden Bommelerweert, behalven dat dit overgeven uytermaten wel gelegen quam, mits twater in de revieren begonst te wassen ende so hooch al was | |||||||||||||
[pagina 607]
| |||||||||||||
geworden dat de laechste loopgraven al in twater stonden, welcke t’approcheren wonderlijck geincommodeert soude hebben. Stakenbroucx ruyteren hadden wederom eenige ruyteren vanden viant gekregen, die seiden dat bij Velasco mede gecommen was tregement van d’El Villar met eenige garnisoenen uyt Vlaenderen ende Brabant ende noch 8 vanen ruyteren uyt Lutsemburch, ende meynden dat den viant nu wel starck soude wesen 8000 man te voet ende 1000 peerden, endat se naerder aenden Bosch souden commen, twelcken volgende men snachts verstont, dat se desen dach meest alles waren commen logeren te St Oedenroye, so men vermoet om onder de stadt vanden Bosch te commen ende die te verseeckeren tegen tbeleg. | |||||||||||||
[Den 12en May]Den 12en May was claer, maer seer windich weder. Sijn Excie gaf patenten aen tvolck uyte schantse gecommen om in garnisoen te gaen, de 8 vendelen Walen te Gornichem, Rotterdam, Delft ende Leiden ende 2 vendelen Duytsen tot Dordrecht ende 1 tot Utrecht. Hij dede mede met heur reeckenen vande reste vande 125.000 £ heur noch te tellen, belopende voor elcken man noch ontrent 5 £ 5 st., daermede sij noch tsavonts afdreven naer Bommel ende Gornichem. Sijn Excie dede in de schantse trecken de compagnien van Huchtenbrouck, Buth ende Weincom ende gaf last op capitein Haeften, om daer mede te commen. Hij gaf oick last om alle de trencheen af te werpen ende tgeschut ende amunitie tscheepe te brengen. Hij vont goet tot bevrijdinge vanden Bommelerweert te houden de redoute aende Heechuysse Mase, de wercken te Crevecueur ende te Empel, de Knolschantse, de redoute op de Alemse sluyse, den toorn van thuys te Alem ende den toorn van thuys te Kessel. Hij dede voorts van nieus besteden op den dijck van Kessel daer de creecke begint een redoute voor 1500 £, ende dat op de plaetse daer de punte te vooren was gemaeckt om die mede te houden ende dan alle de wercken daer af te werpen. Hij dede oick een redoute maken te Littoijen op tgat, om dan mede alle de voordere wercken daer af te werpen, Hij stelde ordre op de waterwachten vande Wale ende Mase ende begonst alle saken te prepareren tottet breecken vanden leger. Hij ging selfs naernoen te Kessel, daer hij bevont dat uyt een onverstant begonnen was af te werpen de schantse aenden dijck, die nochtans gelast was te houden ende beset te houden bij de vendelen van Achthoven ende Castricum, tot dat de redoute daer gemaeckt soude wesen, daerom hij belaste tselve wederom op te maken ende in defensie te brengen. Den viant lach noch te St Oedenroy ende schoot daer snachts 7 schoten ende vierde veel. Eenigen vanden | |||||||||||||
[pagina 608]
| |||||||||||||
Bosch waren snachts met schuyten gecommen tot achter Alem, ende namen daer uyte weide eenige wagenpeerden. Desen dach quam in tleger den Heere van Cruningen om tselve te besien ende tsavonts quam daer oick den Graef van Hohenloe om de schantse te besien. Sijn Excie hadde last gegeven om de redouten in de Tielerweert bij Hesel af te werpen, gelijck mede de redouten bij Rossum gemaeckt, maer op begeren gaf hij de redoute te Varick aenden heere van Varick ende de redoute te Rossum naestbij de kercke aende vrouwe van Rossum, om die te mogen bewonen, omdat se so seer met dese legeringen ende schantse verdreven waren, dat se geen plaetse bijnaest op heur goet en hadden om te wonenGa naar voetnoot+. | |||||||||||||
[Den 13en May]Den 13en May was schoin weder. Sijn Excie dede vast vele wercken afwerpen, maer beval dat men de Vriesche schantse aenden Nollerwech ende de Mugge schantse laest afwerpen soude. Hij gaf patente aende compagnie van Marlije om naer Woudrechem te gaen. Anders werden noch in tleger gebracht tot betalinge vande wercken 20.000 £ ende 16.000 £ tot een maent solts voor tvolck uyte schantse gecommen om op de eerste monsteringe te betalen, maer mits tvolck vertogen was, werde tgelt metten commissarissen wederom gesonden naer de garnisoenen. Den vi&nt quam desen dach te Beerlicum met sijn leger ende sondt eenige compagnien voorheen naer den Bosch om door de stadt naer Orten te trecken ende daer te schantsen, maer die vande stadt en wilden se niet deur laten, daerover een groot rumoer in de stadt was, omdat se daer geen schantse nochte casteel en begeerden.
Desen dach quamen weder in tleger den edelman van Manderscheit ende scriver van Nutsel, vande Staten Generael geobtineert hebbende | |||||||||||||
[pagina 609]
| |||||||||||||
pasport voor heur meesters om naer den Hage te mogen commen ende daer heur propositie te doen, omdat sij den Staten verseeckeringe hadden doen doen, dat se principaliter vanden pays niet en souden spreecken. | |||||||||||||
[Den 14en May]Den 14en May was betrocken weder met weinich regen. Sijn Excie ging selfs naer Littoijen, de Voorne ende Kessel om te besien in wat staet hij die wercken laten soude op sijn vertreck, daertoe hij alle ordre begonst te stellen, liet daerom te Alem een brug van eyndelinge ponten maken tegen Rossum aen ende de groote scheepbrug afbreecken, met de brug te Kessel leggende om die te mogen doen wech brengen. Hij gaf mede last om meest alle de wagens ende treckpeerden te casseren tot op een cleyn getal naer. Vanden viant en hoirde men anders niet dan dat se noch te Beerlicom lagen. | |||||||||||||
[Den 15en May]Den 15en May was heel schoin weder. Tleger lach noch stille, preparerende Sijn Excie alle saken tot vertrecken om den viant geen oirsake van ontrent den Bosch te blijven te geven ende die vande stadt te min veroirsaken om garnisoen inne te nemen. Anders tooch hij heel vrouch mette gedeputeerden vande Staten naer Crevecueur om de wercken daep te besien ende met eenen te besteden tgeene men vooreerst tot defensie van die plaetse nodich soude vinden, om dselve mettertijt te brengen totte forme vande plante ofte besteck, daeraf gemaeckt. Snachts quamen wel 50 vanden viant met schuyten tot achter Kessel om daer de ruyterwacht op te lichten, maer bij een boer heur geseit sijnde datter anderhalve vane op de wacht was (hoewel des onwarachtich was) en dorsten sij niet aencommen ende versuymden also voordel op deselve te nemen, latende verluyden dat se de volgende nacht veel starcker weder souden commen.
In dese tijt stonden de saken bij den viant so, dat hij de gemutineerden van Diest most auctoriseren met sijn patenten om feitelijck te executeren heur uytgescreven contributien over verscheiden steden van Henegouwen, mits selfs daervan genietende den 3en penning so geseit werde, daermede de gemutineerden in tlant getogen wesende, dreichden alles om de steden af te branden ende dwongen sulcx die van Bergen te geven 32.000 £, die van Valenchijn 15.000 £, die van Dornick 12.000 £ ende die van Rijssel 18.000 £. De edelen ende ingesetenen vande landen hadden gaerne heur daertegen mette wapenen gedefendeert, maer omdat den Ertshertoge heur sulcx doende, dreichde te houden voor rebellen, mosten sij des lijden ende tgelt opbrengen, sonderlings so sij sagen dat men meest alle de andere plaetsen op gelijcke voet tracteerde. De gemeenten werden daerom seer qualijck tevreden ende scheenen een grooten afkeer vande regieringe | |||||||||||||
[pagina 610]
| |||||||||||||
vanden Ertshertoge te nemen, die alles absolutelijck ende met pracht wilde regieren. De gedeputeerden vande Staten protesteerden vast daertegens, maer de becommeringe ende benautheyt van gelt liet veel passeren. Hierom drongen dselve Staten altoos om pays mette andere provincien te maken, ende de vereenichde Nederlanden hoipten dat dit mettertijt noch alle de saken vande Ertshertogen op rollen soude brengen. | |||||||||||||
[Den 16en May]Den 16en May was tamelijck weder. Den viant creegh vrouch tusschen Kessel ende Lit gevangen 4 mannen, die se met schuytgens naer den Bosch brachten. Sijn Excie creegh tijdinge dat tcrijsvolck vanden viant seer qualijck tevreden was ende dat se uytgaven op morgen te sullen vertrecken naerde Mase. Item dat se veel rijsbossen bij de Grave deden maken als of se daer yet wilden aengrijpen, waerom hij heur de handen wilde open geven ende sijn leger breecken, daertoe hij alle de patenten van dage uytgaf om op morgen te vertrecken, doch vont goet dat Graef Ernst in de Bommelerweert soude blijven met 22 compagnien te voet ende 2 vanen ruyteren ende hem houden te Hedel, Wel ende Amelroy, totdat den viant vertoge, met last so den viant naer de reviere quam dselve te costoyeren, ende indien hij wechtooch, sijn volck in garnisoen te senden. Die met hem blijven souden waren vande Engelsen Morgan, Knouleis, Schot, Ogel, Hamont ende Daniel Vere; vande Francoisen Mariscot, Hallart, Hamelet; vande Duytsen Stael, Embiesen ende Nassau; vande Schotten Hinderss. ende Kirckpatrick; vande Switsers, Meijer ende du Puys; vande Vriesen Blau, Kijf ende Edsart Grovesteyns, van Gistelles, Marquette, Kessel ende Treslong. De 2 vanen ruyteren waren Smeltsing ende Onstae. Boven desen bleef Littoijen beset met Fouilleau ende Rijswijck, Kessel (tot opmakinge vande redoute aldaer) met Achthoven ende Castricum, Sint Andries met Huchtenbrouck, But, Appelman ende Weincum, de redoute aende Alemse sluyse ende de Knolschantse met Groesfelt, Empel met Telshout, ende de Voorne ende Crevecueur met heur oude garnisoenenGa naar voetnoot+. Desen dach werden te Crevecueur bestedet te maken 3 bolwercken met heur gordijnen voor 27.000 £, daermede men achte de plaetse roijalijck gefortificeert te wesen. Snachts dede Sijn Excie een embuscade te Kessel maken, op of den viant wederom uytquam, die men niet en vernam, mogelijck om dattet seer regende.
Den Secretaris Edmonts keerde ontrent dese tijt andermael wederom | |||||||||||||
[pagina 611]
| |||||||||||||
naer Engelant, niet hebbende konnen nopende de 3 poincten vanden Ertsbertoge anders obtineren, dan dat die mosten blijven staen tottet tractaet, daerom hij ende de andere gedeputeerden heur prepareerden om metten eersten naer Bouloigne te vertrecken.
Overmits in de landen van Hollant de lasten vande contributien tvoorleden ende desen jare seer beswaerlijck waren geweest ende dat alle de geenen, die bij den viant ende in neutrale landen woenden ende heur goederen in Hollant hadden min waren beswaert met de capitale impositie, de middelen op de consumptie ende andere personelle lasten als degeenen die in de landen woenden ende de goederen vande voors: absenten oick mosten beschermen, so werde op den 16en deser bij den Staten uytgegeven een placcaet, daerbij gestatueert werde dat alle degeenen die met consent bij den viant woenden voor de jaren 99 ende 1600 souden moeten contribueren t’elcken de helft van tsuyver incommen vande goederen die in Hollant ofte West Vrieslant leggen, ende die bij de neutralen woenen in elcken jare tvierde paert van tsuyver incommen, te betalen d’een helft binnen 2 maenden ende d’ander helft den 1en Decembris toecommende, ende dat de administrateurs ende debiteurs van deselve goederen de weerde vanden incommen souden moeten aenbrengen binnen ses weecken sub poena quadruplij, te verdelen d’een helft voor den aenbrenger ende de wederhelft voor den officier eude den armen, ende dat de Gecommitteerde Raden daerover als over andere contributien sommier recht souden moeten doen, meinende de Staten daeruyt een goede partije penningen voor dese 2 jaren te vinden. | |||||||||||||
[Den 17en May]Den 17en May stormde ende regendet seer. Alle tleger brack van een, uytgeseit de compagnien, die met Graef Ernst in de Bommelerweert souden blijven. Sijn Excie ging naer Heusden om daer de gelegentheit te besien ende des avonts weder te keeren naer Bommel, daer hij eenige dagen ende tot dat den viant vertogen soude sijn, meynde te blijven. Hij dede besteden de verhoginge vanden gront van Sint Andries in de hoochte van 4 voeten, ende daerom alle de hutten van dien wechbreecken ende op de contrescharpe stellen, tot dat de verhoginge soude gedaen wesen. Hij dede oick afwerpen de borstweringen bij den viant in haeste gemaeckt, om daernaer de schantse behoirlijck op te mogen maken. Hij dede mede aenbesteden de stoppinge van alle de gaten in de schantse geschooten om dselve also te doen repareren. Den viant bleef daer en tusschen noch al stille te Beerlicom. |
|