zagen Mary schreeuwend op de oever, het wentelen van de osselijven. Gewriemel, gebeweeg in doodsstrijd zoals in een zak met pasgeboren katten die je gaat verzuipen, ik leunde met mijn lichaam tegen het water, mij langzaam loswadend, lostrekkend van haar zuigmond. En met alleen maar het idee: het paard. Met mijn knieën nog in de rivier, bleef ik staan voor het geval dat het paard ergens was en ik het bij de kop kon grijpen of naar mij toe kon praten met klokkende keelgeluiden. Iets zwarts en glanzends in de rivier deed mijn hart vuistdik opspringen.
Met een zweepslag over zijn rug had ik hem weggejaagd van het drijfzand, het touw dat ik met een losse dubbele knoop had vastgemaakt aan de stijl van de bok had ik losgetrokken en achter hem aan gegooid. Zijn naakte hoofd ging onder en dook weer op, zijn muil met gele tanden, met de scherpe oren plat in de nek, net zo gestroomlijnd als het water zelf... Die redt zich wel, dacht ik. Het was als een rustpunt in al dat krankzinnige gegolf en geslik van water, als een punt van kracht, van zekerheid. Hij scheen een soort verhoging te hebben gevonden en kwam met rukkende bewegingen boven de golven uitgestegen, snuivend met zijn wilde hoofd, verder plonzend, ongelofelijk snel. Toen de boomstam kwam dacht ik: Die is al ver genoeg weg om te worden meegesleurd.
Je wist niet dat je lijf zo zwaar kon zijn, je benen zijn steeds overgegaan in de schoften, de benen van het paard. En al dat water klotsend in de duisternis van je ingewanden, koud en wurgend. Je hikt, je boert het water omhoog. - Ik iets van jou, jij iets van mij, zegt de rivier, we hebben geruild. Ik heb je een buik vol watervlooien gegeven, vol larven, eieren, groeisels, levend nog. Je braakt, ondankbare hond.
Je ziet gieren zweven boven de rivier. Het was immers zo druk als op een marktdag, er is vers vlees, als de rivier niet alles voor zichzelf houdt, dan ligt er wel ergens een kadaver in een zandige bocht tussen het bruine schuim. Je laat de modder uit je laarzen lopen, je kijkt naar de laatste stuiptrekkingen van de ossen, waarvan af en toe nog eens een