De mijlenteller 1
W. Clayton: Het land moet te meten zijn, het onmeetbare moet meetbaar worden. Zodra het meetbaar is, wordt het binnen de orde gebracht. Want orde valt onder de wet tot leven, orde maakt de wildernis tot een boerenerf. Alles wat binnengebracht is in het huis van de orde, is ontkracht. Voor hen die na ons komen zal het geen onmeetbaar land meer zijn, maar een exact aantal mijlen, iets wat afgeteld kan worden op de vingers, iets wat berekend kan worden naar de dagen van het jaar, ingepast in het ritueel: zoveel mijlen lopen en je zult het Koninkrijk Zion bereiken. Ik maak het land klein. Ik heb het wiel van de wagen van Kimbald opgemeten en heb tot mijn verbazing ontdekt dat het precies 360 maal ronddraait in een mijl. Ik heb een lap rond een van de spaken gebonden en tel nu de omwentelingen. Iedere dag heeft het mij geërgerd hoe men giste en maar wat in het duister sloeg naar het aantal mijlen dat we zouden hebben afgelegd die dag. Sommigen hebben totaal geen gevoel voor afstand en bluffen er maar op los. Ik daarentegen ben belast met het noteren van afstand, kampplaatsen, water, hakhout en gras.
Op mijn aanwijzingen heeft de timmerman de mijlenteller gemaakt. Ik ben bij mijn idee uitgegaan van een houten schroef. Zes omwentelingen van het wiel doet de schroef één keer draaien en de schroef doet op zijn beurt een tandradwiel draaien met zestig tanden zodat de totale omwenteling van het tandradwiel precies een mijl vertegenwoordigt.
Maar nu heb ik ontdekt dat de timmerman voorgeeft