Lyrisch labyrinth(1930)–Anton van Duinkerken– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Het Lied van de Stuurman aan Wal. ‘De stuurman zong: ik zal gelukkig zijn’.... Tussen deez' allen weet ik mijn voorbijgang onbegrepen; mijn liefde is dwaas - elk avontuur staat idioot - en nooit heb ik de beetre kans gegrepen die mij een stad of rijke koopvaart bood. Ontdekkingsreizen waren nooit mijn doel. De aarde (ik heb haar meer dan ééns gezien) is niet verbazend groot. Wij vonden wat het toeval voorwierp. Had het waarde dan was 't voor de kaptein. Ik leef van 't water en wat brood. Land maakt mij duizelig. Ik moet in verten turen. Wat wense ik meer dan nu en dan een vreemde stip aan kimmelijn? Niets dan een horizon, waarheen ons schip te sturen en levenslang zal ik gelukkig zijn. Vorige Volgende