Lyrisch labyrinth(1930)–Anton van Duinkerken– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Het Lied van de Gek in de Regen Het regent en ze zeggen dat ik gek geworden ben. Ik ben alleen druipnat en alle wegen van de stad die lopen naar de polder zijn zo nat dat ik de weg haast niet meer ken. Ik zou wel languit willen liggen slapen bij dat hek als het maar niet zo nat was op het land. Dus ben ik toch bij mijn verstand maar 'k heb aan regen en mij zelf het land. Ik heb mij moe gelopen. En ik word misschien wel gek. Ik kan dan ook al gek zijn, maar ik ben geen idioot. Als maar die regen om mij heen een enkel ogenblik verdween voor mijn part naar de hel - en als de zon dan scheen ging ik nu liever dood. Vorige Volgende