Lyrisch labyrinth(1930)–Anton van Duinkerken– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Vervulling Eens, - zal het een zomerdag zijn, als onder de brand uwer zon alle gewassen van mijn land te dorsten staan? of het zachtst uur van den eerste dag, dat een nieuwe lente begon?- eens zal het geheiligde vuur uit het hoogste der hemelen slaan. Mensen zullen aan mensen verkonden het heil van de komende tijd; hun handen ontmoeten elkander, hun monden spreken het woord, dat verloren gegaan was; de wereld ligt licht en verblijd open voor ieder die 't uitspreekt en open voor ieder die 't hoort. En dit zal een woord zijn van vrede, maar scherp als het zwaard dat den vader scheidt van den zoon en de kinderen onderling tegen elkander ten strijd drijft. Doch hij, die de liefde bewaart en van Uw Aanschijn den afglans ziet in elk licht-verheerlikt ding zal dit woord verstaan en voortgaan, tot vreugde en dood bereid, niet langer vragen, maar weten: ons kwam Gods Rijk nabij, ons is de dood een gewin en het leven onsterfelikheid en de wereld was niets dan een bloem in een eindeloos bloeiende mei. Vorige Volgende