Het goud der gouden eeuw(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Kleine zonden Stofregen acht men niet: maar die er lang in treden Die dringt ze tot de huid en op de naakte leden: De zonden, die men klein en licht te wezen acht, Die hebben menig om zijn zaligheid gebracht. jacobus revius (1586-1658) Vorige Volgende