Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermdDe akkerman aan de windenIk offer vermiljoene rozen
En leliën en violetten
En bloemen, vers geplukt, die blozen,
Waarop de dauw haar paarlen zette,
En strooi ze met mijn eigen handen
Op uw altaar, o lichte veugels!Ga naar voetnoot2)
Gebroederen, die alle landen
Der wereld met uw snelle vleugels
Doorreist en met een duizlig ruisen,
Het schaduwachtig graan beweegt,
Waarlangs gij zachtjes heen komt bruisen,
Wanneer gij over 't aardrijk veegt.
Komt, asemt met uw luchte asem
In 't winterkoren, dat ik wan,
Opdat de dauw, met vochte wasem
Mijn dorsvloer niet beschaden kan.
heiman dullaert (1636-1684) |
|