Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermdMuiderberg(fragment) Wie rust en vrijheid wil genieten
En vrede van 't gemoed - een staat
Die alle zoet te boven gaat -
Laat dit gedicht hem niet verdrieten:
Hij ga met mij terzijden af
Op Muiderberg zijn geest vermaken,
En zien wat daar natuur al gaf,
En overweeg' met ernst de zaken;
Terwijl een dwaze slaaft en wroet
Om meer, en stikt in overvloed.
De zee toont de eb en vloed der staten;
Het zand, hier door de wind verwaaid,
Die als de zomervriendschap draait,
Leert op geen mensen zich verlaten;
De voetstap die men vindt op 't strand
| |
[pagina 212]
| |
Wordt uitgewist eer dat wij keren;
De domme snip, de meeuw aan land,
Zal ons des tijds verwissling leren;
In 't kort: al wat me er ziet, het zeit:
Niets zeker als de onzekerheid.
Een gunstig hof verschijnt hieronder
In 't needrig kruid en buigend riet
Bij 't beekje dat de heuvlen vliedt;
Nooit aangetast door storm of donder;
Gevestigd op geen ijdle waan
Van staatzucht, maar doorzochte gronden;
Met geen sieraden overlaân;
VanGa naar voetnoot1) geen verloop des tijds geschonden,
Met lieflijk ooft rondom bevrucht,
Begunstigd met een heldre lucht.
jan six (1618-1700) |
|