Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |
Waarnaar gaat zij toch zo spoedig
Midden door 't gemeen verdriet?
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
Bruiloft die de grootste koning,
Voor een kort bezuurde leid,Ga naar voetnoot1)
In Zijn hemelrijkse woning
Zijn vriendinne heeft bereid.
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
De eêlste maged was verwezen
Om haar bruigoms wil te zwaard;
Grote' en kleinen zag men vrezen,
Zij alleen ging onvervaard.
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
't Weende al, wat haar passeren
Over straat zag naar 't schavot;
Zij alleen ging triomferen
Over haar getrokken lot.
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
Nooit en zag men bruid zo trachtenGa naar voetnoot2)
Naar 't verlangde bruiloftsbed,
Als het reine lam wel jachtte
Naar de dood, voor Christus' wet.
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
Jezu Heer, 'k en ben 't niet waardig,
Och, hoe kom ik aan 't geluk?
Nu scherprechter, maakt U vaardig,
Waartoe dient dit lang vertuk?Ga naar voetnoot3)
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
Ach, hoe was 't de beul te moede,
Ach, hoe redenGa naar voetnoot4) hem de leân,
Eer hij 't halsje dorst bebloeden,
Eer zij 't hoofdje kreeg beneên.
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
| |
[pagina 198]
| |
De arme man bestond te baren,
Met veel schrikkelijk gelaats,Ga naar voetnoot1)
Om het meisje te vervaren,Ga naar voetnoot2)
Maar helaas, het had geen plaats.
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
Zal ik dan mijn sabel schaarden;Ga naar voetnoot3)
Zal mijn hand dan zijn zo stout,
Op een strootGa naar voetnoot4) van zulk een waarde,
Min dan dertien jaren oud?
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
Agnes, hoort eens hoe de mensen
Hier rondom, uit goede deugd,
Naar uw echt en leven wensen:
Spaart toch uw gebloemde jeugd.
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
Zwijgt, gij raadt te kwader trouwe,
Dit waar' al te onbeleefd;
Met die bruigom wil ik 't houwen,
Die mij 't eerst verkoren heeft.
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
Doet uw ambt; waar is de degen,
Die mij door een korte dood
Al te opgehoopte zegen
Storten zal in de open schoot?
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
Doet uw ambt, en laat verdwijnen
't Lichaam, 't welk de ogenGa naar voetnoot5) zien
Kunnen, die ik te mijner pijnenGa naar voetnoot6)
Haat, en niet en kan verbiên.
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes zal ter bruiloft gaan.
| |
[pagina 199]
| |
Hiermee stond ze, bad ze, boog ze
Onder 't zwaard het tere vleis;
't Hoofd viel af, maar opwaarts vloog ze
Met de ziel naar Gods paleis.
Strooit ro'roze- en lelieblaân:
Agnes heeft de strijd voldaan.
Maar nu zij haar strijd volstreden,
En ontvangen heeft de kroon,
Zo wil ze ons door haar gebeden
Gunstig zijn voor Godes troon.
Dat wij ook door eigen baan
Met haar eens ter bruiloft gaan.
Amen Agnes, God wilGa naar voetnoot1) 't geven,
In Wiens ogen gij behaagd
Hebt door een rein-lijdzaam leven;
Bidt voor ons dan, waarde maagd
Dat wij ook door de eigen baan
Met u eens ter bruiloft gaan.
joannes stalpart van der wiele (1579-1630) |
|