Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd[O hand, o waarde rechterhand]O hand, o waarde rechterhand,
O hand die met de bliksem speelt en donders,
O hand van al die grote wonders!
Hoe hangt gij daar vervuld met pijn en schand!
Ga ik U dan alzo ter hart
Dat Gij om mij ontziet noch schand' noch smart?
Ik wil, o Jezu, nu voortaan gaan leven
Alleen bereid
Om dank en lof te geven
Aan Uw Majesteit.
Maar al mijn doen is niemendal;
Wat wil ik hier van lof en dank veel spreken?
Ik, die zo vol ben van gebreken,
Die uit nature helle tot de val?
Ja, laat Gij mij alleen begaan,
Daar is geen kwaad waar ik niet toe zal slaan.Ga naar voetnoot4)
| |
[pagina 188]
| |
Tot goed ben ik onnuttig van mijzelven;
Al mijn macht
Dat is de put te delven
Waar mijn ziel versmacht.
Maar daar ik anders niet vermag,
Ziet mij hier needrig voor U op mijn knieën,
Opdat Gij mij de hand moogt biên;
Zo sta ik vast, die zo ellendig lag;
Gunt mij een druppel van Uw bloed:
In plaats van kwaad zo maak ik alles goed.
Hiermee zal ik mijn werken zo pallerenGa naar voetnoot1)
- Hoe slecht zij zijn -
Dat zij als goud passeren
Voor Uw aangeschijn.
nicolaus van milst (1645-1706) |
|