Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 187]
| |
Op de woorden: vrouw, daar is uw zoonWat wilde Jezus aan Zijn droeve moeder maken,Ga naar voetnoot1.
Toen Hem de dood kwam naken?
Zijn scherpe doornen? Neen, die voelde zij met smart,
In 't midden van haar hart.
Zijn ijzren naaglen? Neen: die staken met hun schachten
In 't diepst van haar gedachten.
Zij hoefde 't kruishout niet: hier was haar ziel, vol last,
Door liefde heel aan vast.
De drank van gal en eekGa naar voetnoot2) heeft Hij haar niet geschonken:
Die had ze lang gedronken.
Hij heeft haar niet vereerd met Zijne geselroên:
Die deden haar nog bloên.
De moordspeer kwam te laat: die had haar al doorsteken,Ga naar voetnoot3)
Eer 't spits Zijn zij deed leken.
Was Christus dan zo arm, die bron van alle schat,
Dat Hij niets over had?
Het waardst heeft Hij bewaard voor Zijn al waarde moeder:
Joannes, Zijne broeder,
Maakt Hij haar tot een Zoon, en trooster voor Zijn dood.
De troost is zoet in nood.
jan vos (± 1620-1667) |
|