Het goud der gouden eeuw(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [Wie hangt er zo deerlijk, geteisterd, geschonden] Wie hangt er zo deerlijk, geteisterd, geschonden, Roosverwig, vol striemen en wonden, Tot smaadheid en schande aan 't kruishout verheven; Wat heeft Hij, wat heeft Hij misdreven? Dat is er het Slachtlam, zo heilig geboren, Tot breking en lessing van toorn. Zijn misdaad is liefde, uitvloeien en geven; Dat kost Hem, dat kost Hem Zijn leven. Kost dat Hem Zijn leven, die schoonste van allen. Hoe is Hij in 't lijden vervallen? Of is het uit liefde en heilige minne; Wat zal Hij daarmede dan winnen? Wat anders als 't leven der eeuwige zielen, Die droevig in zonden vervielen; Opdat Hij de schulden verzoene en boete, Zo druipen Zijn handen en voeten. [pagina 186] [p. 186] Ach, Jezus, beminde, hoogwaarde en schone, Wie zal U, wie zal U belonen? Uw weldaad die gaat ons vermogen te boven, Wij willen U prijzen en loven. jan luiken (1649-1712) Vorige Volgende