Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 180]
| |
Wie zag ooit zoveel strijd in vredelijker staat?
Wie schandelijker hoon zachtmoediglijker wreken?
Wie schoner hemelzon door vuiler helnacht breken?
Wie zaligender goed bij doemelijker kwaad?
Aartsvader Abraham, het lustte u eens te zeggen,
Dat helle en paradijs al te afgezonderd leggen,Ga naar voetnoot1)
En nooit verzaligd mens de jammerpoel genaakt.Ga naar voetnoot2)
Maar dit zijn wonderen die ons vernuft doen strijken,Ga naar voetnoot3)
Dat hier de hemel zelf de snoodste afgrond raakt,
Om ons het groot geduldGa naar voetnoot4) van Jezus te doen blijken.
heiman dullaert (1636-1684) |
|