Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermdKlinkdichtGa naar voetnoot6)Nog leeft, tot Hollands heil, de wachter van de tuin,
Gebroken door en door met diepe waterplassen;
Omheind met stromen hier, en daar met broekmoerassen,
Met golven ginder, die zich wentelen in duin.
Nog tart u Freedriks helm, verwaande koningskruin!
Die op uw kronen nog meer kronen waant te tassen.
Kom aan eer dat hijzelf uw steden komt verrassen,
En doet uw heerlijkheid vergaan in rook en puin.
Gij dreigt hem, doch vergeefs: gij dreigt de onvervaarde,
Die voormaals bij de Roer, omsingeld vanGa naar voetnoot7) uw paarden,
Trots paard en ruiter velde en redde zich er door.
| |
[pagina 113]
| |
Zijn lemmers deugdGa naar voetnoot1) versmaadt de snee der Spaanse klingen;
Zijn rusting uw pistools. 't Is kwaad een leeuw te dwingen,
Die door 't benauwdsteGa naar voetnoot2) streeft, en maakt er 't ruimste spoor.
joost van den vondel (1587-1679) |
|