Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermdAan een nieuwgeboren jongenO jongen, verse vrucht, die uit het slaaprig leven
In moeders schoot geleefd, door sporen van de tijd
Die niets in stilte laat, tot ouders vreugde zijt
In der zinnen gewoel en 't wakend licht gedreven,
Nu heeft u de geboorte aan 't lukGa naar voetnoot3) overgegeven,
Dat school van wissel houdtGa naar voetnoot4): de droevige verblijdt,
De blijde droevig maakt; verheft en nedersmijt,
En tussen hoop en vrees doet alle zielen zweven.
Op onversufte moed de zegenrijke God
Geve u te schutten af de pijlen waar het lot
In zijn verbolgenheid u mede zal beschieten;
Ook zijne gaven, als 't u mildelijk bedenkt,
En rijkdom, wellust, eer uit volle vaten schenkt,
Met dankbare genoegt' voorzichtig te genieten.
pieter cornelisz. hooft (1581-1647) |
|