Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd[Vermeten stout penseel, hoe hebt gij durven naken]Vermeten stout penseel, hoe hebt gij durven naken
Het vuur, dat mij verbrandt, en met de handen maken
Dat goddelijk gezicht? De hemel en wil niet,
Dat iemand hem nabootst of zijne schoonheid ziet.
Waar is dat glad gelaat, dat mij het hart doet breken
En dat zo haastGa naar voetnoot1) verkeert? Waar is dat lieflijk spreken?
Waar is de zoete lach? Waar is de trotse gang?
Die lustigheid van geest? De dartelheid? De zang?
Die blijdschap van gemoed? Dat anders doen en denken?
De sprake van het oog? Die heimelijke wenken?
Het minste zie ik hier, ik zoeke nog het meest.
Of laat het lichaam staan, of schildert ook de geest.
daniel heinsius (1580-1655) |
|