Het goud der gouden eeuw(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Een trouwe minnaar Hoewel ik ben ongelijk U, alleen in blinkend slijk, En hoewel 't geluk mij nooit Heeft met haren gunst bestrooid, Is 't hierom, dat ik verdien Bij u niet te zijn gezien? Ach! gij dwaalt zo gij gelooft Dat ik ben van schat beroofd. Want indien ik hebbe dit, Dat ik ene trouw bezit Die nooit mens gelijk en had, Heb ik dan niet wel een schat? johan de brune de jonge (1616-1649) Vorige Volgende