Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermdAdieu-liedVaart wel, mijn lief, mijn leven.
Hoe krank is, laas, 't vermogen bij de mensen!
In God bestaat het geven
Van 't luk en heil dat wij de andren wensen.
'k Wens dat de Heer
U wind en weer
En voorspoed geve in 't varen.
'k Hoop: Gods genade
Zal u voor alle schade
Wel bewaren.
O gij weeldige vloeden,
Brooddronken, licht, en neetlig, vol beroeren,
Wilt met dit buiig woeden
Des noordenwinds geen strijd noch oorlog voeren.
| |
[pagina 36]
| |
O Zuiderzee,
Van lieverlee
Laat toch uw rug doorsnijen:
Wat zij doorzeilen
Zal weer zonder verdeden
Samenvlijen.
Voor de Amsterdamse palen
Lag 't bruine schip met zwarte takeltouwen,
Dat mijn godin kwam halen,
In plaats van koets voor 't puik van alle vrouwen
Was 't vunzig ruim.
Het witte schuim
De voorboeg nat bevochtte.
Maar alsGa naar voetnoot1) gij scheidde
Mijn ogen U geleidden
Zo ze mochten.Ga naar voetnoot2)
De zon met gouden stralen
Brak met geweld door blauwe wolken henen.
De winden mij ontstalen
Het schip en lijf, die allengs vast verdwenen.
't Hart werd als lood,
Roerloos, als dood
Door inbeeldings bewelven.Ga naar voetnoot3)
Na lang afzondren
Zo kwam ik met verwondren
Tot mijzelve.
Uw zeer verlichte zinnen
De mijne, lief, in alles overstreven,
Behalve in het minnen:
Daar moet gij mij de volle prijs afgeven.
Ik win 't in gunst;
Gij, lief, in kunst,
In wijsheid en in reden.
In aangeboren
En eigen zelf verkoren
Brave zeden.
GijGa naar voetnoot4) die uit zoute baren
't Vlamvurig hoofd onuitgedoofd liet blijken,
SchiftGa naar voetnoot5) toch de grijze scharen;Ga naar voetnoot6)
Voor 't driftigGa naar voetnoot7) schip laat golven angstig wijken.
| |
[pagina 37]
| |
Blanke godin,
Voert mijn lief in
De welgewenste steden,
En brengt mijn vrouwe
Gelukkig en behouwen
Thuis met vrede.
Al wat een mens kan denken
Om aan zijn vriend of waarde lief te gunnen,
Dat zoude ik, troost, u schenken,
Waar' 't godes wil hetzelfde mij te junnen.Ga naar voetnoot1)
Ach, denkt om mij
Als ik aan dij,
Met ijverig verlangen:
Al mijn gedachten
Die snakken en verwachten
U te ontvangen.
gerbrand adriaansz. bredero (1585-1618) |
|