Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 24]
| |
't Lust altijd naar wat vars,Ga naar voetnoot1)
Verandering is goed,
't Nieuw maakt 't oude wars,
't Veranderen is zo zoet
Voor een die 't doet,
Dat werd ik vroed
Door wankelbaar gemoed.
't Oog doet mij kort beminnen
Een frisse zuivre maagd,
Een bruinoogd' koninginne
Heeft deez' weer haast verjaagd,
Heur haar was lang en blond,
Heur oogjes zwart als git,
Heur lachend' rode mond
Heeft tandetjes sneeuwwit,
Zo blank als dit
Is elke lid,
Dat aan haar lichaam zit.
Als 't hart schier heeft verkregen,
't Geen mijn oog gaarne ziet,
De rede zeit daartegen:
Voorwaar 't en dient u niet,
Aanmerkt wat gij verkiest,
Aanziet wat gij begeert,
Hoe haastGa naar voetnoot2) een mens verliest
Waar gij ze om mint en eert,
Schoonheid verkeert,
VerzochtheidGa naar voetnoot3) leert:
Gij mint wat u meest deert.
Toen heb ik uitverkoren
't Geen mij wel nut zijn zou:
Een deugd-rijk', welgeboren,
BescheidenGa naar voetnoot4), wijze vrouw.
Recht is het dubble rouw,
Als het komt aan de dag:Ga naar voetnoot5)
‘Die mogendGa naar voetnoot6) niet en wou
En willend niet en mag’;Ga naar voetnoot7)
Ik wou wel, ziet,
Maar zij wou niet
Toen bleef ik in 't verdriet.
| |
[pagina 25]
| |
Dit duurde enige pozen,
Dat ik dus was belaân.
Men ziet zo schone rozen
Wassen, als daar vergaan.
De schepen af en aan
Zijn vast in waardij,
Wat wil ik mij verslaan?Ga naar voetnoot1)
't VerzoekenGa naar voetnoot2) staat toch vrij
Een zoet gezel,
Dus denk ik snel:
Wil de een niet, de ander wel.
Ik koos een meisje aardig
Van minnelijk gelaat,
Van leven heel eerwaardig,
Van middelbare staat,
BeleefdGa naar voetnoot3) en heus van praat,
Oprecht, vriendlijk en trouw,
Maar buiten vriendenraadGa naar voetnoot4)
Zij gans niet doen en wou,
En 't was haar zin,
Maar niettemin
Zo derf ik mijn vriendin.
Al moet ik ze verliezen,
Ik zet daarom geen smart;
Ik maak door mijn verkiezenGa naar voetnoot5)
Een gasthuis van mijn hart.
Verandering van spijs
Maakt lust en appetijt,
't Verandren ik zeer prijs,
'k Verander mettertijd.
Daar zijn zoveel
Schoon, rijk en eêl;
Ik krijg ook licht mijn deel.
gerbrand adriaansz. bredero (1585-1618) |
|