Bloedtest(2003)–Serge van Duijnhoven– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Wreed, jij af en toe zie ik je te midden van je zusters een baby wiegend in je tienerarmen jij die niet meer bang hier in de schemer rondhangt - ‘witte Nachten zijn niet wit,’ zeg je beslist ‘maar beige’ - trachtend iets etherisch op te vangen vleugjes van verlangen in zilverfolie op te warmen jij die woont bij de oude mannen in hun vochtige krotwoningen jij die hurkt met het spuug in je nekhaar en niet dan ijskoud zeggen kan: ‘dit wel, dit niet,’ op de rand van het bed of in het hotelbuffet gintonic drinkend met om het even welke vent, vervloekend door wie jij bent vervloekt; jij die de drang kent en het gevaar, jij die de huur betaalt met liefde en ooit misschien wel met je leven terwijl je tegen al je vrienden zegt: ‘met prostitutie heeft het niets te maken.’ de tol van jouw bestaan, en dat van je naasten gehaast, voor even, de angst en het gevoel voorbij jij die beeft hier onder mij, en ik die prevel in je rugvel: ‘met prostitutie heeft het niets te maken’ en al begin je zwaar te zweten wrijf je met je vingertoppen over de levenslijn die als sikkel zonder hamer in je handpalm staat ben en blijf je de vestaalse, rotsvaste, ijzeren- heinige, jij die al te goed beseft hoe driestheid bij het daglicht liggen gaat en sist tussen je tanden: ‘wreed’ een brand die woedt tot in je wezen een koude die het hart aanvreet jij die geluk kortstondig schitteren laat en mompelt nogmaals met gesloten ogen en pieus ditmaal: ‘wreed...’ en ik die kreun en nauwelijks levend lijk Vorige Volgende