Negersprookjes uit Suriname
(1972)–C.N. Dubelaar– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
a. De vertellerDe verteller is Basja KELEMA, een bosneger van 50 jaar, afkomstig uit Drietabbetje, Tapanahonie, de hoofdplaats van de Djoeka's en de zetel van hun Granman, GAZON. De verteller hoorde het verhaal als kind van zijn grootmoeder AKWAU. Zijn taal is Aucaans. De vertelsituatie is kunstmatig: tijdens een verblijf in het gevolg van de Granman te Paramaribo vertelde KELEMA de geschiedenis aan de heer H.R.M. LIBRETTO, die het gesprokene opnam op een taperecorder. Vertelsfeer, hulp van een pikiman, reacties van de hoorders etc. ontbreken, zodat alleen de zakelijke inhoud van het verhaal doorkomt. Door bemiddeling van mej. INE BOTTSE kwam ik in het bezit van deze opname. | |
b. Het verhaalBroer Hand, broer Voet en broer Oor gingen samen op stap om te gaan vissen. Ze kwamen bij een kreek die veel vis bevatte en besloten die af te dammen, zodat ze bij laag water gemakkelijk de vis zouden kunnen bemachtigen. Ze maakten de dam en gingen weg om het vallen van het water af te wachten. Op een afgesproken uur zouden ze terugkomen om de vissen uit het afgezette gedeelte te halen. Hand echter wachtte niet zolang: hij ging vóór die tijd naar de kreek en haalde alle vissen weg zonder dat de anderen dit wisten. Toen de drie vrienden later weer bij de visplaats kwamen zagen ze dat iemand hun voor geweest was en hun vis gestolen had. Wie, dat wisten ze niet; Hand hield zich natuurlijk van de domme. Meneer Muskiet had alles gezien: het aanleggen van de dam en de schurkestreek van Hand. Hij vloog naar Oor om te vertellen wie de dief was. Maar elke keer als hij kwam aangonzen langs Oor, joeg Hand hem weg. Die wilde niet hebben dat Oor te weten kwam wat er gebeurd was. Sabakoe (een soort reiger) was daar ook in de buurt. Hij had alles gezien en zat erbij te lachen. Waarom lachte hij? Omdat hij wist dat Hand de vissen genomen had maar de naam (van dief) niet wilde dragen. Nu begrijp je waarom Hand altijd direct een muskiet wegjaagt als die langs je oor komt zoemen. Dat is tot vandaag toe zo! | |
c. Typen en motievenDit verhaal komt niet voor in het typenregister van Aarne-Thompson. Het maakt evenals no. 2 een Afrikaanse indruk. |
|