Helikon. Bestaande in zangen, kusjes en mengel-rijm
(1645)–Pieter Dubbels– Auteursrechtvrij
[pagina 43]
| |
Met het woeden van de Baren
Kantend, in een stil - le ree,
Komt uit vaar gevaar gevaren,
Even gaat het de Minna-ren,
Die na lang genoten pijn,
Van Mins ongestuime vlagen,
Zugten, stenen, karmen, klagen,
| |
[pagina 44]
| |
Eenmaal Overwinnaars zijn.
II.
Kloriaan! ik houw' voor vast
't VVoelt nog vars in uw' gedagten,
VVat voor storremen de mast,
Van uvv' Minne-kiel, met kragten,
Vaak, in liefdens duist're nagten,
Overweldigden, zo dat,
Zonder 't ankker uit te rijken,
En uw' volle zail te strijken,
Gij geen klein gevaar en had.
III.
Maar gij zijt, uit al 't gevaar,
Nu gelukkig aangekomen,
In een stille ree, alwaar
Gij, in zoete waterstromen,
VVeeldens teugel moogt onttomen;
Schiet uw jeukkerigh peil-loot,
VVijl de Min u zalig teelden,
Door een vloet van Minne-weelden,
Na de gront van Dinaas schoot.
|
|