Helikon. Bestaande in zangen, kusjes en mengel-rijm(1645)–Pieter Dubbels– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Fy Joostens zinlikhait. Stemme: Teunis. I. FY Ioosten kreeg een nuwe vlam, En riep met volle snater: Ier dat ik Melis Tijse nam, Ik sprong veul liever in 't water: Ik bin verzot op Frangsje, Ik bin verzot op Frangsje, En zing zijn lof, Van ainden of, Het is een giestig langsje, &c. II. VVat ging ik mit die Drogert aan; Die lompe Melis Krom-bien; Maar Frangsje Flore dat 's een haan, Die rijen ken en omzien: [pagina 39] [p. 39] Daerom bemin ik Frangsje, Daerom bemin ik Frangsje, In zing zijn lof, Van ainden of, Het is een giestig langsje, &c, III. Als ik, ô suiker in de pan! Met kus op kus mag kaetsen, Mijn lippen teugens Frangsjes an, Zo rijt men hart op schaetsen: Daerom bemin ik Frangsje, Daerom bemin ik Frangsje, In zing zijn lof, Van ainden of, Het is een giestig lansje, &c, IV. Gien Keuning klijke Scepter-swerk, En blinkt men half zo helder, Als 't rain eguurd' betiele werk, In Frangsje Flore's kelder: Ik houwt mit Frangsje Flore, Ik houwt mit Frangsje Flore, In zing zijn lof, Van ainden of, Het is een giest mit ooren, &c. Vorige Volgende