Vriend of vijand (Cahiers van een lezer)
(1931)–E. du Perron– Auteursrecht onbekend
[pagina 47]
| |
5André Malraux, Les Conquérants. (D.G.W., geschr. Okt. '28).‘Verboden in Rusland en in Italië’, vermeldt het rose bandje. (Lees: door bolsjeviks en fascisten). Het is vermakelik en waar. Voor André Malraux - zoals ik hem ken - is het vooral het eerste. Het boek wordt bij duizenden verkocht; men heeft het met spanning verwacht sedert fragmenten ervan in de N.R.F. werden gepubliceerd; het is het boek van het jaar en het sukses van het seizoen. Niets uit het vorige werk van de schrijver kon het doen voorzien: noch de geestige en poëtiese fantazie Lunes en Papier, een werkje van zijn achttiende jaar, sedert lang uitverkocht en door hem zelf zo goed als vergeten, noch de knappe filosofiese juxtapositie van Oost en West, La Tentation d'Occident, noch het ijskoude skepticisme van zijn essay D'une Jeunesse Européenne, noch de poëzie en het heimwee van het verhaal Voyage aux Iles fortunées dat in Commerce verscheen en in boekvorm wordt verwacht.Ga naar voetnoot*) Het was trouwens niet zo erg veel, zelfs alles bij elkaar genomen; en het kon niet erg veel meer zijn. André Malraux is nog niet ten volle 27 jaar en hij heeft allerlei dingen op zijn aktief, tot een veroordeling toe door een gerechtshof. Hij is zoiets als kandidaat in de letteren; hij was korresponderend lid van de Ecole-Française d'Extrême-Orient en chargé de mission archéolo- | |
[pagina 48]
| |
gique door het Franse ministerie van koloniën; hij heeft merkwaardige avonturen beleefd in Kambodja, te veel en vooral te merkwaardig om hier zomaar te vertellen; hij is kommissaris geweest van de Kwo-Ming-Tang, en direkteur van het orgaan van Jong Annam, te Saïgon; hij was een goed jaar geleden uitgever van luxe-boeken voor eigen rekening te Parijs; hij is nu - tot zolang het duurt - direkteur van een, twee of drie branches van de N.R.F. en droomt beurtelings van Dahomey en van Perzië en Afghanistan. Hij is buitengewoon geschoold, buitengewoon intelligent; hij is bij geen enkele literaire groep in te delen; hij heeft minder vrienden dan vijanden; hij heeft de behoefte gevoeld om een serieus boek te schrijven en Les Conquérants is verschenen en de heer Thibaudet (een autoriteit in Frankrijk zoals de heer Coster bij ons) heeft verklaard dat het een meesterwerk is of daaromtrent. Ik laat deze mening voor de mijne gaan. Maar ik zou nog wat anders willen zeggen: ik geloof dat, als men Gide's Faux-Monnayeurs uitzondert, Malraux, op 26-jarige leeftijd, de belangrijkste Franse roman geschreven heeft van de laatste tien jaar. De figuur van Garine: revolutionair leider en avonturier, is een der grote kreaties van de hedendaagse Franse literatuur. Welke ook de andere verdiensten van het boek mogen zijn: deze figuur leeft er in, verheft er zich boven, treft ons op zichzelf. Het doet er betrekkelik weinig toe welke partij hij dient, in welk décor hij zich beweegt; - de rest kan een attraktie zijn van het werk (en ik ben niet blind voor een zekere aktualiteit, al zou ik niet zover willen gaan als de Duitse vertalers, die de schrijver om gegevens verzochten | |
[pagina 49]
| |
voor voetnoten bij de namen der voornaamste generaals), maar de menselike waarde ervan overheerst voor mij alles. Garine is de man van aktie, die handelt omdat de handeling het absurde leven op de waardigste wijze vult; hij ageert, tot ziekte hem volkomen heeft uitgeput; hij behaalt een laatste overwinning, waarna de aktie hem uit handen glijdt - en dan? ... Het is de troosteloze situatie waarin het boek eindigt. Het is erger dan de dood. Na tweehonderd-vijftig pagina's van handeling: van massabewegingen, schermutselingen, politieke zetten, bijna voortdurend vergezeld door een innerlik gebeuren, en weergegeven met een bondigheid van uitdrukking, een juistheid van détails die het ensemble meer dan boeiend, die het overtuigend maken, staan wij hiertegenover als werd ons de adem afgesneden. Wij zijn de aktie langzaam binnengevaren (met de nauwgezette getuige van alles, de vriend van Garine, die ons zijn dagboek voorlegt waarin hij niets van zichzelf vertelt; met de enige figuur van het boek aan wie Malraux geheel opzettelik géén karakter gegeven heeft, behalve dat van ‘getuige’), wij hebben er ons door voelen vastgrijpen, overweldigen, meeslepen; wij hebben ze aanvaard als de enige mogelikheid, het enig-menswaardige; dàn - met een laatste raffinement dat ons een overwinning biedt inplaats van een nederlaag - wordt alles opgeheven. Het is of de schrijver ons vraagt: ‘Wat stelt men ervoor in de plaats?’ en wij staan met de mond vol tanden. Ik ben ervan overtuigd dat men zo'n boek niet schrijven kan zonder zelf man-van-aktie te zijn; maar het zou mij niet verwonderen als menig man-van- | |
[pagina 50]
| |
aktie het maar half begreep, het aanzag voor een soort superieure journalistiek of een uitmuntende bron van inlichtingen. Hoe verklaart men zich anders dat vermakelike verbod, het verbod der bolsjeviks en fascisten? - De voornaamste eigenschap van het boek is dat het twee kanten heeft: een buiten- en een binnenkant; en dat deze twee kanten elkaar doen uitkomen en versterken. Het lijkt in niets op de tegenwoordige produktie der jongeren; het is persoonlik, zozeer als een boek persoonlik zijn kan. Met zijn vorig werk heeft Malraux bewezen dat hij een gevarieerd talent had, bij Les Conquérants doet de kwestie zich niet meer voor; het temperament van de schrijver domineert, van de man die iets te zeggen heeft en die het zegt op de meest direkte, meest doeltreffende wijze; zoals men een waarheid zegt. Men kan het enige specialisten overlaten de fouten te zoeken of de zwakheden in ‘faktuur’ of ‘kompositie’ van deze roman - ofschoon ik geloof dat zij, ook om hier iets aan te merken, vele brillen zullen moeten opzetten - oneindig gewichtiger en verblijdender is: dat men onder de Franse jongeren iemand kan aanwijzen met andere gaven dan een honorabel of keurig schrijverstalent. André Malraux heeft zich doen kennen als een persoonlikheid, in staat, niet alleen indruk te maken op zijn tijdgenoten, maar zijn indruk achter te laten op een volgende generatie, op de jongeren die op het ogenblik zestien jaar zijn, misschien. Les Conquérants geeft de betekenis aan van André Malraux, welke de juiste betekenis ook moge zijn van Les Conquérants, als proeve van stijl, van verhaalkunst, als boek. | |
[pagina 51]
| |
Men zou er anders nog veel van kunnen zeggen. Bijv. dat de titel, als wij het uit hebben, ons spottend toelacht; dat er geen enkele vrouwenfiguur in voorkomt; dat de voornaamste figuren na Garine zijn: de Duitse bolsjevistiese agent Klein, de jonge leider der Kantonese terroristen Hong, de humanitaire oudere Tsjeng-Daï, de ‘Chinese Gandhi’, om niet te spreken van vijf of zes andere, alleszins boeiende bijfiguren; dat overal waar hij het décor geschetst heeft: Singapoer, Saigon, Hongkong, Kanton - de schrijver zich, zover enigszins mogelik zonder droog te worden, verwijderd heeft van de gebruikelike fioriture en de preciesheid nagestreefd, waarmee hij, niet heeft willen bekoren, maar voor alles overtuigen. Men voelt dat de handeling zich in Oost-Azië afspeelt, omdat het zo is en niet anders; dat de schrijver zijn décor kent, er zelfs duizend-en-één kleinigheden en kuriosa heeft opgemerkt, maar als zodanig, en met in zich voortdurend het besef van andere, grotere, waarden. Toch, laat ons niet onvoorzichtig zijn; laat ons een altijd rechtschapen en serieus publiek volledig inlichten. Ik heb misschien niet voldoende aangestipt dat enige ideën van deze ‘jonge auteur’ door de weldenkende rijpheid zouden kunnen worden veroordeeld. Klein zegt bijv.: Oui, faire savoir à ces gens-là qu'une chose, qui s'appelle la vie humaine, existe! als het om oproer en doodschieten gaat - en Garine: Je sais que tout le long de ma vie je trouverai à mon coté l'Ordre sociale et que je ne pourrai jamais l'accepten sans renoncer à tout ce que je suis. Die dingen maken grondig deel uit van het geheel, en daar de humanitaire kwijl hier ten enemale ont- | |
[pagina 52]
| |
breekt, weet men tegenover sommige kringen niet op welke manier men zoiets ‘sympatiek’ maken zal... Voor mij staat dit vast: als Les Conquérants reeds een meesterwerk is, het zal Malraux' meesterwerk niet blijven. Ik verwacht alles van hem: tot een groter boek toe - voor een nieuw avontuur. |
|