tie van Coolen en de betonformaties van Revis bijv., of het mode-dynamisme van Wagener, kies ik zonder aarzelen het eerste. De grootste troeven van Coolen zijn: een werkelijke eenvoud, een zekere poëzie en onmiskenbare vertellersgaven. Zijn zwakke kant is - ondanks het verlaten van het extravertragende dialect - zijn langzame rhythme, een neiging zijn verhaal te laten afdrijven op een vertelprocédé waarvan hij niet de uitvinder is, en een soms wat kalfachtige bewondering van zijn helden. Het is voor de betere lezer - die altijd degene is met een eigen oordeel, dat hij dus ook wil toepassen - een grotesk verschijnsel als hij een auteur met opengespalkte mond ziet kijken naar het spieren-opzetten van zijn papieren kinderen. Wat het vertelprocédé betreft, er is een stijltje dat de lezer ongeveer als volgt zekere gebeurtenissen tracht op te dringen:
‘Hij zette zijn hoed op. Iedere morgen zette hij zijn hoed op. Ze mochten anders eens denken dat ik er geen bezit, dacht hij. Dus zette hij hem op, elke morgen. En als hij hem op had gezet, liep hij de tuin door. Hij liep zijn eigen tuin door, tot aan de straat. Ook de straat liep hij door. De mensen die hem tegenkwamen groetten hem. Dan nam hij zijn hoed af om terug te groeten, de hoed die hij 's morgens opzette’.
Péguy, Charles-Louis Philippe, vele anderen hebben deze stijl van 6 zinnen voor 1 beoefend, z.g. om ‘dieper’ te zijn. Het is of er iets moet worden ingegrift, dieper naarmate het langzamer gaat. Maar het is en blijft een effect, gevonden door een zekere armoede van geest, dat bij herhaling alleen nog maar pakt bij lezers die zelf arm van geest zijn. En wat er op deze manier ingegrift moet worden, is meestal onbeduidend. Het muziekje van vertederde berusting dat deze verteltrant vergezelt, troost niet iedereen voor gezegde onbeduidendheden.
In De Drie Gebroeders, dat over het algemeen vrijer, sterker zelfs is geschreven dan zijn voorganger - misschien beter bevrijd van de taal der vorige boeken - is Coolen nogal eens in dit procédé vervallen, bij herhaling bijv. in de hoofdstukken