ze twee delen alle stijlslordigheden mee werden opgenomen, want klankloos nog dragen zij bij tot de gemoedelijkheid van het geheel. De heer Van de Wall heeft verder, op zijn papiertjes voor het spreekapparaat, wellicht vergeten aanhalingstekens te zetten, wanneer hij uitgebreid citeerde uit werk van anderen; deze begrijpelijke omissie is in de kopij voor de druk blijkbaar niet hersteld. Een enkele maal doet het komisch aan: bijv. wanneer men in een bespreking van De Haan's Oud-Batavia ongeveer het hele prospectus van dat onvolprezen werk herkent; maar meer dan komisch is het werkelijk niet. Hier en daar vergist de verteller zich ook: de admiraal van het braziliaanse eskader, op bezoek bij de G.-G. Van Lansberge, heette, met een juist curieus hollandse naam (overblijfsel uit de tijd van onze Maurits de Braziliaan): Van der Kolk, terwijl de franse naam waarmee hij hier wordt getooid, Jurien de la Gravière, die was van zijn tegenstander in de politieke troebelen van daarginds. De schrijver van onze Negerhut avant la lettre, de novelle
Kraspoekol, was niet Dirk van Hogendorp, maar zijn vader Willem. Van Dirk was de toneel bewerking naar die novelle. Maar ook dergelijke feilen zijn van weinig belang, vergeleken bij de werkelijk allervriendelijkste sfeer, die het de heer Van de Wall gelukt is, rustig voortpratend, rond zijn hoorders te spinnen.
Men vindt hier variatie genoeg, want de verteller vertoont zelfs een panopticum van G.-G.'s uit de Compagnies-tijd; hier en daar deinst hij niet terug voor critiek, maar zijn grondtoon is overtuigd conformistisch. Het verraad aan Dipo Negoro begaan, redeneert hij, was zeer verklaarbaar als men bedenkt hoè erg men toen in de penarie zat; de mensen die er later over schreeuwen hebben makkelijk praten. En zo verder; dat alles hier eigenlijk pour le mieux was (en nog is), dat er niet af te dingen valt op het gezellige leven dat de Hollanders zich in Indië hebben weten in te richten, het spreekt wel vanzelf dat dit conditio sine qua non is voor het slagen van de sfeer bovengenoemd en waarop de ware luisteraar naar dit soort souvenirs dan ook uit is. Maar de heer Van de Wall is verre-